Antwoord op vragen van het lid Van Rooijen over het bericht ‘DNB maakt zich zorgen over afnemend gebruik contant geld’

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de beantwoording van de Kamervragen die het lid Van Rooijen (50PLUS) op 30 oktober jl. heeft gesteld over het bericht ‘DNB maakt zich zorgen over afnemend gebruik contant geld’ (2018Z19409).

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

W.B. Hoekstra


2018Z019409

Vragen van het lid Van Rooijen (50PLUS) aan de minister van Financiën over het bericht ‘DNB maakt zich zorgen over afnemend gebruik contant geld’ (ingezonden 30 oktober 2018)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘DNB maakt zich zorgen over afnemend gebruik contant geld’?[1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Erkent u dat de rol van contant geld in het betalingsverkeer met enorme snelheid blijft afnemen?

Antwoord op vraag 2

Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) en Betaalvereniging Nederland blijkt dat consumenten steeds minder vaak betalen met contant geld. In 2016 betaalden consumenten 45% van het totaal aan betalingen met contant geld, in de eerste helft van 2018 was dit aandeel 39%. [2] Uit recent onderzoek dat bureau Panteia uitvoerde in opdracht van DNB blijkt dat de acceptatie van contant geld door toonbankinstellingen [3] nog erg hoog is: in 2017 accepteerde 96% van deze instellingen contant geld. [4] Uit dat onderzoek blijkt ook zij de kans zeer groot achten dat zij in 2022 nog steeds contant geld accepteren.

Vraag 3

Erkent u dat de snel afnemende rol van contant geld in het betalingsverkeer binnenkort een kritische grens kan passeren, waarbij tal van specifieke groepen in de samenleving, zoals ouderen, gehandicapten, sociale minima en laaggeletterden, gedeeltelijk worden buitengesloten van het betalingsverkeer en dus van de samenleving?

Vraag 4

Deelt u de zorgen van De Nederlandsche Bank, over de afname van het gebruik van contant geld in de samenleving?

Antwoord op vragen 3 en 4

Net als het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) [5] hecht ik groot belang aan het functioneren van contant geld als toonbankbetaalmiddel. Contant geld heeft een maatschappelijke functie die niet altijd kan worden overgenomen door elektronische betaalmiddelen. Daarom acht ik het van belang dat de toegang tot contant geld op orde is en in evenwicht is met de maatschappelijke vraag. Uit onderzoek blijkt dat contant geld door 96% van de toonbankinstellingen wordt geaccepteerd. De afname in het gebruik van contant geld is daarmee vooral vraaggedreven: die komt vanuit de consument zelf. Bepaalde (kwetsbare) groepen consumenten zijn echter afhankelijk van betalen met contant geld. Deze groepen mogen niet achterblijven of worden uitgesloten van het betalingsverkeer en daarmee van actieve deelname aan onze samenleving. Ook is het voor de stabiliteit van het toonbankbetalingsverkeer belangrijk dat contant geld een goed alternatief blijft in situaties waarin om welke reden dan ook het elektronisch betalen tijdelijk niet werkt.

Aan elektronisch betalen zitten voordelen ten opzichte van contant betalen, zoals DNB in haar Visie op Betalen 2018-2021 benoemt. Pinnen is voor betalers en acceptanten een snelle, veilige, eenvoudige en efficiënte manier van betalen.[6] Ook biedt de digitalisering van het betalingsverkeer consumenten toegang tot een breed scala aan financiële diensten, waardoor het bijdraagt aan financial inclusion. Daarom ondersteun ik de visie van DNB dat het belangrijk is om de toegankelijkheid van elektronisch betalen te bevorderen, maar er tevens voor te zorgen dat het mogelijk blijft om te betalen met contant geld, zodat iedereen mee kan blijven doen in onze samenleving. In dat kader geeft DNB een belangrijk signaal af.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de rol van contant geld in de samenleving zodanig snel afneemt, dat het van groot maatschappelijk belang is om het actuele standpunt van de regering te kennen en hierover snel met elkaar in debat te treden?

Vraag 6

Wat is de reden dat u nog niet heeft voldaan aan het tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 7 juni 2018 gevraagde brief over het gebruik van contant geld in de samenleving? [7]

Vraag 7

Kunt u deze vragen meenemen in de toegezegde brief en bent u bereid om deze brief ruim voor het kerstreces aan de Kamer te doen toekomen?

Antwoord op vragen 6 en 7

Om te komen tot een gedegen analyse voor de gevraagde brief was het onder meer van belang om zoveel mogelijk stakeholders te spreken. [8] Het onderzoek is inmiddels afgerond en ik bied de brief tegelijk met deze beantwoording aan uw Kamer aan.



[2] DNBulletin: Aandeel contant betalingen aan de kassa daalt naar 45%. 7 april 2017, https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2017/dnb356593.jsp ; DNBulletin: Aandeel pinbetalingen aan de kassa overschrijdt 60%-grens. 29 oktober 2018,

https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/DNBulletin2018/dnb379598.jsp .

[3] Toonbankinstellingen zijn plaatsen waar aan een loket wordt betaald: winkels, horeca, benzinestations, ambulante handel, kappers, OV en musea.

[4] DNBulletin: Contant of pin? Wie betaalt, bepaalt. 7 november 2018,

https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/DNBulletin2018/dnb379982.jsp .

[5] Het MOB richt zich op de bevordering van de maatschappelijke efficiëntie van het betalingsverkeer. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van aanbieders en gebruikers in het betalingsverkeer, zie verder https://www.dnb.nl/betalingsverkeer/overige-taken/maatschappelijk-overleg-betalingsverkeer/index.jsp .

[6] NVB Factsheet Betalingsverkeer 2017; DNB, Kosten Nederlands betalingsverkeer behoren tot de laagste in de EU , december 2012; Betalen kost minder! Uitkomsten onderzoeken DNB en de ECB naar de maatschappelijke kosten van het betalingsverkeer in 2009 , april 2013.

[7] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 91.

[8] Ten behoeven van de brief is gesproken met vertegenwoordigers van Detailhandel Nederland, Oogvereniging Ieder(in), Ouderenbonden Kbo-pcob, NVOG en NOOM, ANBO, de Consumentenbond, Betaalvereniging Nederland en DNB.

Indiener(s)