Antwoord op vragen van het lid van den Hul over de berichten over het niet uitkomen met de financiële middelen bij een scholenkoepel in Zeist

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid van den Hul (PvdA) van uw Kamer inzake de berichten over het niet uitkomen met de financiële middelen bij een scholenkoepel in Zeist.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met

Kenmerk 2018Z18622.

de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Arie Slob


2018Z18622

Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het niet uitkomen met de financiële middelen bij een scholenkoepel in Zeist. (Ingezonden 17 oktober 2018)

1

Bent u bekend met het artikel ‘Scholenkoepel Wereldkidz grijpt naast 1,2 miljoen euro’ 1)?

Ja.

2

Hoe verklaart u het overgebleven bedrag waar de schoolkoepel uit het artikel op uitkomt na het verrekenen van de werkdrukmiddelen met de bezuiniging?

De scholenkoepel Wereldkidz stelt dat het voor schooljaar 2021-2022 €1,2 miljoen euro krijgt voor het verminderen van werkdruk, maar dat er tegelijkertijd voor €0,9 miljoen wordt bezuinigd (vanwege onderwijsachterstandenbeleid, doelmatigheidskorting en salarisverhoging). Per saldo zou er dus maar €0,3 miljoen beschikbaar zijn. Deze redenering van de scholenkoepel over de ‘bezuinigingen’ is echter niet te herleiden uit de verschillende posten die worden genoemd in het artikel.

Wat betreft het budget voor onderwijsachterstanden zal er per schooljaar 2019-2020, met instemming van de Tweede Kamer, gewerkt worden met een nieuwe bekostigingssystematiek. Daardoor zal er sprake zijn van een herverdeling van het beschikbare budget over alle scholen in Nederland. Met de nieuwe indicator die is ontwikkeld door het CBS is het risico van een kind op een achterstand beter in te schatten en kunnen de onderwijsachterstandsmiddelen beter worden verdeeld over scholen. Dit kan als gevolg hebben dat een bestuur minder budget ontvangt wegens een mogelijke daling van het aantal gewichtenleerlingen.

Waarschijnlijk zal de scholenkoepel Wereldkidz inderdaad minder gaan ontvangen, maar dit is nog niet definitief. Daarnaast is er voor de eerste drie jaren sprake van een overgangsregeling die ook nog in het schooljaar 2021-2022 van toepassing is. Het bedrag zoals genoemd in het artikel is daarom te voorbarig.

Wat betreft het budget voor de doelmatigheidskorting, deze heeft niet geleid tot een bezuiniging op bestuursniveau.

Verder wordt over de bekostiging van de salarisverhoging van leraren gesproken als een bezuiniging. Scholen krijgen echter structureel €270 miljoen extra om de arbeidsvoorwaarden van de docenten te verbeteren. Daarnaast krijgen scholen elk jaar loonbijstelling als dit door het kabinet wordt uitgekeerd dat gebruikt kan worden voor de bekostiging van een salarisverhoging. Tenslotte zijn cao-afspraken iets tussen werkgevers en werknemers, het Rijk gaat hier niet over.

Dit neemt niet weg dat schoolbesturen in de toekomst geconfronteerd kunnen worden met veranderingen op hun begrotingsposten. Vanuit het werkdrukakkoord ontvangt een school extra middelen om maatregelen te nemen die bijdragen aan de vermindering van de werkdruk. Daarnaast kan een school minder middelen ontvangen vanuit het budget voor onderwijsachterstanden als gevolg van een dalend aantal (gewichten)leerlingen. Het is aan een schoolbestuur zelf om binnen de mogelijkheden hier keuzes in te maken die passen bij de veranderingen op hun scholen.


3

Heeft u zicht op hoe deze verrekening op andere scholen(koepels) uitpakt? Bent u bereid dit inzicht met de Kamer te delen?

Nee, dit overzicht heb ik niet. Bovendien is dit overzicht niet te genereren aangezien de berekeningen van de scholenkoepel Wereldkidz niet te herleiden zijn tot de genoemde posten (onderwijsachterstandenbeleid, doelmatigheidskorting, salarisverhoging).


4

Als meerdere scholen(koepels) aangeven of in de nabije toekomst aangeven niet uit te komen met de verrekening van de werkdrukmiddelen en de bezuinigingen, bent u dan bereid opnieuw in gesprek te gaan met sociale partners hierover? Zo nee, waarom niet?

Ik ben continu in gesprek met sociale partners over het primair onderwijs. Hierdoor hebben we in het voorjaar met alle sociale partners het werkdrukakkoord af kunnen sluiten. Ik zal daarom het goede gesprek blijven voeren om goed op de hoogte te blijven van de signalen vanuit scholen.

Indiener(s)