AH 3171
2018Z13908
Antwoord van minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 11 september 2018)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 2845
1.
Kent u het bericht ‘Levensgevaarlijk chloormiddel nog steeds te koop als
‘medicijn''1)?
1.
Ja.
2.
Klopt het dat het middel Miracle Mineral Solution (MMS) in Nederland
verboden is? Zo ja, per wanneer is dit middel verboden, welke communicatie
heeft hierover en waar plaatsgevonden? Is met ingang van het verbod ook
daadwerkelijk gehandhaafd op het verbod? Zo nee, waarom niet?
2.
De wetgeving die op een product van toepassing is, is afhankelijk van de
manier waarop dat product wordt aangeprezen en verkocht. MMS wordt in
Nederland verkocht onder de namen Master Mineral Supplement, Mineral
Miracle Supplement, Miracle Mineral Solution en Maltesian Mineral Solution.
Er zijn twee soorten MMS gevonden die voor consumenten worden aangeprezen
voor de bestrijding van allerlei kwalen: MMS1 en MMS2. Daarnaast zijn er
twee soorten MMS gevonden die voor consumenten worden aangeprezen voor het
zuiveren van drinkwater: No1 Classic en No3 CDS plus. MMS1, No1 Classic en
No3 CDS moeten voor gebruik ‘geactiveerd’ worden. Afhankelijk van de
toepassing moeten van deze mengsels enige druppels oraal worden ingenomen
of aan drinkwater worden toegevoegd om het water te zuiveren. MMS2 wordt
ingenomen in de vorm van capsules.
Als het MMS-product wordt aangeprezen en verkocht als levensmiddel (bijvoorbeeld als voedingssupplement), dan is de levensmiddelenwetgeving van toepassing. Levensmiddelen moeten veilig zijn bij beoogd of te verwachten gebruik, dit is de verantwoordelijkheid van degene die het levensmiddel op de markt brengt. Tegen onveilige levensmiddelen waarvoor geen specifieke bepalingen bestaan, kan op basis van artikel 14 van de Algemene Levensmiddelen Verordening worden opgetreden. Als de NVWA wil optreden op basis van dit artikel, moet eerst worden vastgesteld dat het product onveilig is. Hiervoor is een risicobeoordeling nodig. In maart 2018 is de risicobeoordeling van het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (BuRO) van de NVWA gepubliceerd. Op basis hiervan heeft de NVWA direct een handhavingstraject in gang gezet. Tegelijkertijd heeft de NVWA een communicatietraject opgestart om via haar website te waarschuwen voor onveilige MMS-supplementen. Ook het Voedingscentrum heeft informatie hierover op zijn website geplaatst.
Als het MMS-product als geneesmiddel wordt aangeprezen en verkocht, geldt de situatie zoals vermeld in het antwoord op vraag 18.
MMS-producten worden ook aangeboden als waterzuiveringsmiddel. Op dit moment onderzoekt de NVWA de mogelijkheden om op basis van de Biocidenverordening handhavend te kunnen optreden tegen het gebruik van MMS-producten als waterzuiveringsmiddel.
3.
In 2010 heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
gewaarschuwd voor het gebruik van MMS, waarom heeft de NVWA pas eind 2016
de hulp ingeroepen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) terwijl er in de tussenliggende periode al alarmerende signalen in
Nederland en het buitenland zijn gemeld? Wanneer heeft de NVWA de meldingen
van vergiftigingen in Nederland en de signalen vanuit het buitenland
ontvangen? Zijn deze meldingen geregistreerd bij de NVWA? Zo nee, waarom
niet?
3.
Al in 2010 heeft de NVWA consumenten gewaarschuwd voor MMS-producten n.a.v.
gezondheidsklachten door MMS-producten in de Verenigde Staten en Canada.
Ook in het buitenland waarschuwen verscheidene instituten en
overheidsorganisaties het publiek geen MMS-producten te gebruiken.
MMS-producten worden voornamelijk als voedingssupplement via internet
aangeboden ter bestrijding van diverse ziekten bij de mens. Aangezien het
verboden is helende eigenschappen aan een levensmiddel (o.a.
voedingssupplementen) toe te schrijven, heeft de NVWA sinds 2010
gehandhaafd op het ongeoorloofd gebruik van dergelijke claims om zo de
verkoop van MMS-producten tegen te gaan.
Bij de NVWA zijn sinds de waarschuwing aan consumenten in 2010 16 meldingen binnengekomen die betrekking hadden op MMS-producten. Eén melding in 2016 betrof een schadelijk effect op de gezondheid na inname van het product. Deze melding is voor de NVWA aanleiding geweest om aan BuRO een risicobeoordeling te vragen. Om op te kunnen treden tegen onveilige MMS-producten had de NVWA een gedegen onderbouwing nodig. BuRO kan het Front Office Voedsel- en Productveiligheid van het RIVM en het RIKILT vragen een risicobeoordeling uit te voeren. In november 2016 heeft BuRO aan het RIVM gevraagd onderzoek te doen naar de schadelijkheid van MMS-producten. Bij de overige 15 meldingen betrof het vragen van een verkoper, de aanprijzing van het product en een klacht over het gebruik ervan door een therapeut.
Naast meldingen bij de NVWA zijn er bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht sinds 2008 vijf informatieverzoeken over MMS-producten binnen gekomen van artsen of paramedici. In één geval ging het om ouders die hun kind chronisch MMS gaven en wilden dat de instelling (dagbesteding) dit ook zou gaan doen. Verder waren er twee gevallen van volwassenen die na gebruik gezondheidsklachten kregen: in één geval was het klinisch beeld onbekend en in het andere geval was opname nodig op de intensive care vanwege acuut leverfalen en extreme lactaatacidose (melkzuurvergiftiging).
4.
Op basis van welke informatie heeft de NVWA het advies van het RIVM naast
zich neergelegd? Zou dat met de wetenschap van vandaag alsnog kunnen
gebeuren? Wat vindt u hiervan?
4.
Bureau Risicobeoordeling (BuRO) van de NVWA heeft het advies van het RIVM niet naast zich neergelegd; het heeft op basis daarvan een eigen risicobeoordeling uitgevoerd. Dit is een taak van de NVWA die is vastgelegd in de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. BuRO heeft de informatie van het RIVM zorgvuldig beoordeeld en vervolgens verwerkt in een BuRO-beleidsadvies.
MMS1, ‘No1 Classic’ en ‘No3 CDS plus’ moeten voor gebruik ‘geactiveerd’ worden. Er worden daarbij reactieve gechloreerde verbindingen gevormd (o.a. chloor, chloordioxide en chloriet). Afhankelijk van de toepassing moeten van deze mengsels dan enige druppels oraal worden ingenomen of aan drinkwater worden toegevoegd om het water te zuiveren.
In zijn risicobeoordeling van het gebruik van MMS als drinkwaterzuivering
concludeert het RIVM dat wanneer uitgegaan wordt van 3 g/L chloordioxide in de ‘geactiveerde’ oplossing bij acute/kortdurende blootstelling het gebruik niet zal leiden tot gezondheidsrisico’s. Echter, omdat het roductinformatieblad niet weergeeft hoeveel druppels natriumchloriet en zoutzuur moeten worden gebruikt bij de bereiding van de ‘geactiveerde’ oplossing, kan het zijn dat er hogere concentraties bereikt worden dan gewenst en kunnen de grenswaarden mogelijk overschreden worden. In dat geval kunnen gezondheidseffecten niet worden uitgesloten.
BuRO heeft deze opmerking van het RIVM niet overgenomen omdat het toevoegen van meer druppels dan de aannames waarop het RIVM haar eerste conclusie heeft gebaseerd volgens BuRO niet per definitie leiden tot concentraties die mogelijk leiden tot gezondheidseffecten. BuRO schatte deze kans zodanig laag in bij gebruik van MMS als waterzuiveringsmiddel dat de opmerking van het RIVM niet overgenomen is.
Bij gebruik van MMS als voedingssupplement (MMS1 en MMS2) delen het RIVM en BuRO dezelfde mening: dit is risicovol. Op basis van het BuRO-advies heeft de NVWA direct een handhavingstraject in gang gezet. Tegelijkertijd heeft de NVWA een communicatietraject opgestart om via haar website te waarschuwen voor onveilige MMS-supplementen.
5.
Hoe duidt u: “Het gebruik is niet veilig. Ernstige gezondheidsrisico’s
kunnen niet worden uitgesloten vanwege ruime tot zeer ruime overschrijving
van de veilig geachte blootstelling”? Klopt het dat dit advies van het RIVM
in de spreekwoordelijke la is beland? Wat vindt u hiervan?
5.
Zie mijn antwoord op vraag 4.
6.
Hoe duidt u een aanvullend advies van het RIVM waarin wordt gemeld: “Het
kan zijn dat er hogere concentraties worden bereikt dan gewenst. De
grenswaarden kunnen mogelijk overschreden worden. In dat geval kunnen
gezondheidseffecten niet worden uitgesloten"? Hoe duidt u dit advies in
relatie tot het eerdere advies van het RIVM? Op basis van welke informatie
en kennis heeft de NVWA haar eigen conclusie getrokken?
6.
Zie mijn antwoord op vraag 4.
7.
Deelt u de mening dat deze trage gang van zaken, het terzijde schuiven van
uitkomsten van onderzoek door het RIVM en eigen conclusies trekken zeer
zorgelijk is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen neemt u om dit
in de toekomst te verbeteren?
7.
Nee. BuRO doet onafhankelijk onderzoek en brengt op basis daarvan
wetenschappelijk onderbouwde risicobeoordelingen uit. Dit gebeurt
zorgvuldig en dat kost tijd.
8.
Wanneer heeft de NVWA voor het eerst internationaal contact gehad over het
middel MMS en wanneer zijn de volgende contacten geweest? Kunt u aangeven
waarom de NVWA spreekt over een informeel contact? Welke bevindingen zijn
tijdens dit informele contact met elkaar gedeeld? Waarom is er bij deze of
soortgelijke signalen geen sprake van formeel contact?
8.
Voor het maken van de risicobeoordeling heeft BuRO tijdens de 58 ste vergadering van het Advisory Forum van de European Food
Safety Authority in het najaar van 2015 enkele EU-lidstaten gepolst of zij
bekend waren met consumentenrisico’s van MMS-producten. Tijdens de 59 ste vergadering van het Advisory Forum van de European Food
Safety Authority (EFSA) in het voorjaar van 2016 heeft BuRO breed navraag
gedaan naar risicobeoordelingen, risicomanagement en voorlichtingsacties
over MMS-producten in de verschillende landen (ongeveer 25). Daaruit bleek
dat in een aantal landen MMS-producten totaal onbekend waren, in andere
landen wel bekend waren maar niet als probleem werden gezien en in een
beperkt aantal landen wel als risicovol werden gezien maar dat het om een
zeer klein probleem ging waar sporadisch mogelijk een individueel
gebruiksrisico van bekend was. Voor zover de informatie toen strekte waren
er geen systematische registraties van gezondheidsincidenten. Via het
formele circuit van het Focal Point netwerk is daarna via EFSA aan de
EU-lidstaten een verzoek om informatie over MMS-producten gestuurd. In
Tabel 1 in het BuRO-advies is de informatie over de indeling van
MMS-producten in de EU-lidstaten verzameld.
9.
Kunt u aangeven hoe de risicobeoordeling normaliter plaatsvindt? Komt deze
overeen met de risicobeoordeling van MMS? Zo ja, wat vindt u van de lange
tijd die hiermee gepaard gaat waarbij er risico’s zijn voor de
volksgezondheid?
9.
Om mogelijke risico’s voor de volksgezondheid in beeld te brengen voert
BuRO een risicobeoordeling uit. BuRO kan het Front Office Voedsel- en
Productveiligheid van het RIVM en het RIKILT vragen een risicobeoordeling
uit te voeren, zoals is gebeurd voor MMS-producten. Deze risicobeoordeling
bestaat uit verschillende stappen. De eerste stap is het verzamelen van
informatie over de te beoordelen stof. De tweede stap is het vaststellen
van gezondheidskundige grenswaarden voor deze stof. Blijft het gehalte van
de stof beneden deze grenswaarde, dan zijn er geen negatieve
gezondheidseffecten te verwachten. De derde stap is het bepalen van de
blootstelling: hoeveel van een stof krijgt een consument op de huid of
neemt deze stof in via inhalatie of orale inname? Als de blootstelling
onder de vastgestelde grenswaarden blijft, worden negatieve effecten op de
gezondheid niet verwacht. De vierde stap is de risicobeoordeling waarbij de
resultaten van de voorgaande stappen tegen elkaar worden afgewogen. In de
laatste fase van de risicobeoordeling vindt een toets plaats op relevantie
voor de Nederlandse situatie. De conclusie hiervan is dat op basis van de
vergelijking van de te verwachten blootstelling bij gebruik van MMS1 en
MMS2 volgens de bijbehorende gebruiksadviezen met de toxiciteit van de
relevante stoffen in beide producten er een acuut gezondheidsrisico bestaat
voor de gebruikers van de ‘kuren’. Ook bestaat er een chronisch
gezondheidsrisico voor de gebruikers van een zogenaamde onderhoudsdosering.
Het uitvoeren van een risicobeoordeling kost tijd, zeker in situaties
waarbij het aantal meldingen van gezondheidsschade klein is, zoals bij
MMS-producten.
10.
In 2010 heeft de NVWA gewaarschuwd voor het gebruik van MMS, waarom is de
NVWA pas in 2018 gaan handhaven terwijl men wist dat het gebruik van MMS
schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid had?
10.
Zie mijn antwoord op vraag 3.
11.
Is er in de periode van 2010 tot begin 2018 gehandhaafd op het gebruik van
de medische claim bij het product MMS? Zo ja, hoe vaak en wanneer? En welke
maatregelen zijn genomen? Kunt u bij boetes ook de hoogte van het
boetebedrag en bij waarschuwingen een overzicht van de waarschuwing en de
vervolgactie geven?
11.
Ja, in deze periode is gehandhaafd op het gebruik van niet-toegelaten
medische claims voor MMS-producten. Als de NVWA niet-toegelaten medische
claims aantrof heeft de NVWA het betrokken bedrijf een schriftelijke
waarschuwing gegeven conform het interventiebeleid van de NVWA. Op basis
van dit beleid heeft de NVWA aan vier bedrijven een schriftelijke
waarschuwing gegeven. In 2011 één maal en in 2015 drie maal. De NVWA heeft
in 2016 aan één van deze bedrijven een bestuurlijke boete opgelegd van €
9333,-.
12.
Klopt het dat de NVWA al extra alert is op een webwinkel die het middel MMS
nog steeds verkoopt voor het tegengaan van maag- en darmklachten? Zo ja,
hoe vaak is er bij deze webwinkel gehandhaafd en welke maatregelen (zoals
ook gevraagd onder vraag 11) zijn er opgelegd?
12.
Vanzelfsprekend houdt de NVWA bedrijven die eerder een overtreding hebben
begaan extra in de gaten. Over toezicht en handhaving bij individuele
bedrijven verstrekt de NVWA geen informatie.
13.
De NVWA heeft aangegeven dat zij in maart 2018 gaan handhaven, waarom vindt
de uiteindelijke handhaving pas plaats in juni? Kunt u een uitgebreide
toelichting geven op het proces van het opzetten van een inspectietraject?
Is er in alle gevallen waar een overtreding wordt geconstateerd en de NVWA
gaat handhaven zo een uitgebreide opzet van een inspectietraject nodig? Ook
als de volksgezondheid in het geding kan komen? Zo ja, wat vindt u hiervan?
13.
Het opzetten van een inspectietraject is mede afhankelijk van de
complexiteit van de te inspecteren bedrijven en producten. Direct na de
publicatie van het BuRO-advies is gestart met het opzetten van een
handhavingswerkplan. Daarover is in april 2018 overleg gevoerd met de
inspecteurs die de inspecties uitvoeren. De handhaving richt zich momenteel
op het zoveel mogelijk beperken of voorkomen van intensief gebruik van
MMS-producten als ‘kuur’ in de toekomst om ook de specifieke gebruikers
verder te beschermen. De verkoop van deze producten vindt voornamelijk
plaats via internet. Met de uitvoering van inspecties is in mei gestart en
dit loopt nog. De eerste maatregel is eind mei 2018 opgelegd.
14.
De NVWA heeft in 2010 gewaarschuwd voor het gebruik van MMS, op welke
manier waarschuwt de NVWA de consumenten voor het gebruik van middelen die
een risico zijn voor de volksgezondheid?
14.
De NVWA waarschuwt de consumenten via haar website en eventueel via sociale
media. De pers neemt dergelijke waarschuwingen vaak over omdat zij door een
attenderingsmail door de NVWA hiervan op de hoogte worden gesteld.
15.
Kunt u een tijdlijn geven op welke manier en wanneer consumenten
gewaarschuwd zijn voor deze middelen omdat de eerste waarschuwing al in
2010 heeft plaatsgevonden? Vindt u deze wijze van communiceren voldoende?
15.
In 2010 heeft de NVWA op haar website gewaarschuwd voor het gebruik van
MMS-producten. Na een melding in 2016 heeft zij BuRO om een
risicobeoordeling gevraagd. Deze risicobeoordeling is op de website van de
NVWA gepubliceerd. Ook de pers en het Voedingscentrum hebben hier aandacht
aan besteed. Dit vind ik voldoende.
16.
Kunt u ingaan op het in het artikel genoemde verwijt richting de NVWA dat
de handleiding vol met medische claims is komen te vervallen nadat een
aangepaste handleiding is gestuurd?
16.
Een ondernemer brengt MMS op de markt als een product voor waterzuivering.
De NVWA heeft geconstateerd dat de eerste handleiding die door het bedrijf
werd voorgelegd niet paste bij een waterzuiveringsproduct. De ondernemer
heeft daarna de handleiding aangepast.
17.
Kunt u ingaan op de stellingname in het RTL nieuws artikel door het
ministerie van VWS dat wetgeving tot verbod op het in de handel brengen van
MMS niet nodig is omdat er al nationale wetgeving is die de verkoop van MMS
verbiedt? Kunt u aangeven op basis van welke wetgeving de verkoop van MMS
verboden is? En kunt u aangeven waarom de NVWA hier blijkbaar onvoldoende
aan heeft om te handhaven?
17.
Er is geen additionele wetgeving tegen MMS in de toepassingvorm van
voedingssupplement nodig, omdat er al Europese wetgeving is op basis
waarvan kan worden opgetreden, namelijk artikel 14 van de Algemene
Levensmiddelen Verordening. Daarin staat dat levensmiddelen niet in de
handel mogen worden gebracht als zij onveilig zijn. Ter onderbouwing
daarvan en om vervolgens handhavend te kunnen optreden is een
risicobeoordeling nodig. In maart 2018 is de BuRO-risicobeoordeling
verschenen, waarna de NVWA met het handhavingstraject is gestart.
MMS-producten worden ook aangeboden als waterzuiveringsmiddel. Op dit
moment onderzoekt de NVWA de mogelijkheden om op basis van de
Biocidenverordening handhavend te kunnen optreden tegen het gebruik van
MMS-producten als waterzuiveringsmiddel.
18.
Wat kan er gedaan worden tegen het feit dat dit middel als “medicijn” wordt
verkocht? Welke rol heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
hierbij en welke mogelijkheden tot handhaven zijn er vanuit deze kant?
18.
Over het algemeen wordt het product MMS niet als “medicijn” verkocht, maar
onder de vermelding dat het helpt tegen diverse aandoeningen. Hierdoor is
het strikt genomen volgens de Geneesmiddelenwet te beschouwen als
geneesmiddel op grond van het aandieningscriterium. De NVWA is op basis van
artikel 100 van deze wet bevoegd om handhavend op te treden. De IGJ en de
NVWA hebben samenwerkingsafspraken gemaakt waarin is afgesproken dat de
NVWA o.b.v. artikel 100 van de Geneesmiddelenwet zelfstandig handhaaft op
medische claims op levensmiddelen.
19.
Wilt u de vragen per vraag beantwoorden?
19.
Ja.
1) Rtlnieuws.nl, 7 juli 2018