Antwoorden van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Sjoerdsma (D66) over de voorbereiding van voorstellen ter modernisering van het nationaliteitsrecht
(ingezonden 29 juni 2018, nr. 2018Z12902)
Vraag 1
Wat heeft u sinds 26 oktober 2017 uitgevoerd ter voorbereiding van de in het regeerakkoord afgesproken modernisering van het nationaliteitsrecht?
Vraag 2
Wat is uw tijdslijn om te komen tot deze modernisering, in het bijzonder de verruiming van de mogelijkheid van het bezit van meerdere nationaliteiten voor de huidige en aankomende eerste generatie emigranten en immigranten?
Antwoord vragen 1 en 2
De afspraak in het regeerakkoord om het nationaliteitsrecht te moderniseren bestaat uit twee componenten, die in samenhang worden voorbereid. Het gaat om een verruiming van de mogelijkheid van het bezit van meerdere nationaliteiten voor aankomende eerste generatie emigranten en immigranten. Gelijktijdig komt er voor volgende generaties een verplicht keuzemoment dat daadwerkelijk leidt tot het behoud van niet meer dan één nationaliteit. Beide componenten vergen aanzienlijke aanpassingen in onder meer de Rijkswet op het Nederlanderschap. Een wetsvoorstel daartoe is op dit moment in voorbereiding. Bij die voorbereiding wordt de voor het eind van dit jaar verwachte prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie in de zaak Tjebbes (C-221/17) betrokken.
Vraag 3
Staat u in contact met huidige Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk en kunt u hen garanderen dat zij van het verruimingselement van de modernisering van het nationaliteitsrecht gebruik kunnen maken om Brit te worden zonder het Nederlanderschap te verliezen? Zo nee, waarom niet? Welke voorzieningen treft u dan om hen wel tegemoet te komen?
Antwoord vraag 3
Er is zowel vanuit de Nederlandse ambassade in Londen als vanuit Den Haag
met grote regelmaat contact met Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk. De
Brexit kan voor Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk woonachtig zijn
gevolgen hebben. Welke gevolgen dit specifiek zullen zijn is afhankelijk
van diverse factoren, zoals of en zo ja welke afspraken hierover worden
gemaakt in EU-verband. Het wetsvoorstel naar aanleiding van de afspraak in
het regeerakkoord is niet primair gericht op de situatie van Nederlanders
die woonachtig zijn in het Verenigd Koninkrijk, maar ziet op een
modernisering van het nationaliteitsrecht in den brede. Het betreft een
wetstraject dat naar verwachting langere tijd in beslag zal nemen en om die
reden minder geschikt is voor een snelle wijziging van de relevante regels,
mocht dit wenselijk of nodig blijken te zijn. Vanzelfsprekend zal de
situatie van Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk betrokken worden bij
de afweging van de vormgeving van de modernisering van het
nationaliteitsrecht en betrekt het kabinet de positie van Nederlanders in
het Verenigd Koninkrijk bij het vormgeven van de Europese
onderhandelingsinzet.
Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk worden voorts onder andere door middel van Brexit-informatiebijeenkomsten (met een livestream via Facebook) en de website van de Nederlandse ambassade op de hoogte gehouden van voor hen belangrijke en veelal specifieke land gebonden informatie. Zo informeert de ambassade deze Nederlanders bijvoorbeeld over wat de Brexit voor hun verblijfsrecht kan betekenen en wat hierbij hun handelingsperspectief is. Andere digitale informatiebronnen ten behoeve van Nederlanders in het buitenland over het verkrijgen en verliezen van de Nederlandse nationaliteit zijn de websites www.Nederlandwereldwijd.nl en www.Rijksoverheid.nl. Tot slot ontvangt en beantwoordt de overheid regelmatig vragen van Nederlanders in het buitenland, waaronder het Verenigd Koninkrijk, over hun specifieke situatie.
Vraag 4
Bent u het met de Nationale Ombudsman eens dat het schrijnend is dat Nederlanders in het buitenland onbewust of onbedoeld hun Nederlanderschap verloren zijn?
Vraag 5
Bent u bereid constructief te staan tegenover oplossingen van bovengenoemd probleem, in lijn met de aanbeveling van de Nationale Ombudsman daartoe in rapport 2016/145 en de amendementen (Kamerstuk 33852 (R 2023), nrs. 48 en 49)? Zo nee, waarom niet? Wat doet u wel om hen herstel te bieden?
Antwoord vragen 4 en 5
In een brief van 3 oktober 2016 is door de Minister van Buitenlandse Zaken
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het rapport
van de Nationale Ombudsman gereageerd ( Kamerstukken II 2016/17, 34550-VII, nr. 7). Zoals uit die brief
volgt is het in de praktijk niet uit te sluiten dat iemand zelf niet op de
hoogte is (geweest) van het verlies van het Nederlanderschap. Dit komt
bijvoorbeeld voor bij in het buitenland wonende en van Nederlanders
afstammende personen met een dubbele nationaliteit, die geen contact (meer)
hebben met de Nederlandse overheid. Om hier meer bewustwording over te
creëren onderneemt de Nederlandse overheid verschillende initiatieven. Zo
is in 2017 de informatiecampagne ‘Dubbele nationaliteit? Raak je
Nederlandse niet kwijt!’ georganiseerd, die specifiek is gericht op
Nederlanders in het buitenland.
In het geval een Nederlander toch onbedoeld zijn Nederlanderschap is kwijtgeraakt, dan voorziet de Rijkswet op het Nederlanderschap in een aantal mogelijkheden om de Nederlandse nationaliteit te herkrijgen. Een daarop aanvullende optieregeling, om oud-Nederlanders die op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap zijn kwijtgeraakt gedurende één jaar de mogelijkheid te bieden het Nederlanderschap te herkrijgen, is door de Eerste Kamer verworpen. In het regeerakkoord zijn geen afspraken opgenomen om oud-Nederlanders nadere mogelijkheden te bieden de Nederlandse nationaliteit te herkrijgen.