Antwoord op vragen van het lid Karabulut over Nederlandse projecten in bezet Palestijns gebied die door Israël zijn gesloopt

Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Karabulut (SP) over Nederlandse projecten in bezet Palestijns gebied die door Israël zijn gesloopt

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over Nederlandse projecten in bezet Palestijns gebied die door Israël zijn gesloopt, waaruit blijkt dat Israël wederom weigert schadevergoeding te betalen vanwege de sloop van Palestijnse bezittingen terwijl niets erop wijst dat Israël in de toekomst een einde zal maken aan deze verwerpelijke praktijk? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat deze sloop in strijd is met het bezettingsrecht, aangezien het de bezettende mogendheid verboden is roerende of onroerende goederen te vernielen behoudens in de gevallen waarin militaire operaties een zodanige vernieling volstrekt noodzakelijk maken, waar in dit geval geen sprake van lijkt te zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het kabinet veroordeelt de sloop en confiscatie van Palestijnse bezittingen, ongeacht of deze door de EU zijn gefinancierd of niet. Als bezettende mogendheid is het Israël op basis van het bezettingsrecht onder meer verboden roerende of onroerende goederen te vernielen, behoudens in de gevallen waarin militaire operaties een zodanige vernieling noodzakelijk maken. Het is aan Israël om in elk concreet geval aan te tonen dat er sprake is van een dergelijke uitzondering. De toepassing van het vergunningenstelsel door Israël roept vragen op over de rechtmatigheid.

Vraag 3

Waarom heeft u enkel geprotesteerd tegen het optreden van Israël maar er verder geen consequenties aan verbonden?

Vraag 4

Bent u bereid de Israëlische ambassadeur in Den Haag te ontbieden om deze kwestie te bespreken? Zo nee, welke actie en gevolgen bent u wel bereid te verbinden aan de sloop en weigering tot betaling van schadevergoeding?

Antwoord vraag 3 en 4

In het onderhavige geval is onmiddellijk bij de Israëlische autoriteiten geprotesteerd tegen de sloop van de watersystemen. Hierbij heeft Nederland tevens om schadevergoeding gevraagd. Israël heeft het verzoek afgewezen, omdat het de sloop van de watervoorziening gerechtvaardigd acht vanwege het ontbreken van vergunningen en omdat de systemen in een gebied waren aangelegd dat Israël heeft bestemd als militair oefenterrein. Nederland blijft met Israël in gesprek over deze kwestie. Aangezien niet alleen door Nederland gefinancierde projecten te maken hebben met sloop- en confiscaties, maar dit ook projecten van andere Europese partners betreft, is Nederland voorstander van een gezamenlijke Europese reactie op sloop.

1 ) https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2018D36056&did=2018D36056 & https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2018D36054&did=2018D36054 .

Indiener(s)

Stef  Blok