Antwoord op vragen van het lid Kerstens over de frauduleuze praktijken van NAVO’s cateraar Suprême



Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Defensie over de frauduleuze praktijken van NAVO’s cateraar Suprême (ingezonden 27 juni 2018).

Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 18 juli 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Hoe cateraar Supreme de NAVO een oor aannaaide» van 23 juni 2018?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Heeft u contact gehad met andere landen over hun ervaringen met het contracteren met private bedrijven? Zo ja, met welke landen? Zo nee, waarom niet?

Waarom is er voor gekozen, ondanks de onervarenheid met contracten met private beveiligers, zelf een contract met Supreme af te sluiten? Is overwogen om voor de proviand voorziening aansluiting te zoeken bij een ander land? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Waren ten tijde van het afsluiten van het contract met Supreme ook andere leveranciers werkzaam in Afghanistan? Zo ja, heeft u contact gehad met de andere leveranciers?

Antwoord 2, 3, 4

Bij iedere missie onderzoekt Defensie of zij taken zelf uitvoert of dat zij deze uitbesteedt. Hierbij spelen bedrijfsvoerings-, financiële en pragmatische overwegingen een rol. Aanbestedingen verlopen volgens een procedure en worden zorgvuldig toegekend. Waar mogelijk wordt daarbij samengewerkt met bondgenoten, of met de NAVO Support and Procurement Agency. Dit is een uitvoerend orgaan van de NAVO waarmee landen worden ondersteund voor logistieke zaken en aanbesteding.

Gezien de logistieke uitdagingen en veiligheidsrisico’s voor het bevoorraden van de operaties is slechts een gering aantal bedrijven in staat deze diensten te leveren. Supreme Group (SG) is in Afghanistan, na het zorgvuldig doorlopen van de aanbestedingsprocedure, de opdracht gegund.

Wanneer contracten met leveranciers reeds zijn gesloten, worden deze in principe niet gedeeld tussen partners, vanwege commerciële vertrouwelijkheid. Het is echter bekend dat andere bondgenoten in Afghanistan ook gebruik maakten van de diensten van de SG.

Vraag 5

Was u op de hoogte van de hoorzitting van de Amerikaanse senaatscommissies van Toezicht in 2013? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen heeft u aan de uitkomst van die hoorzitting gegeven?

Antwoord 5

Ja. De uitkomst van de hoorzitting had voor de samenwerking tussen SG en Nederland geen gevolgen.

Vraag 6

Heeft u contact gehad met uw ambtgenoot in de Verenigde Staten (VS) na afloop van de hoorzitting van de Amerikaanse senaatscommissies van Toezicht in 2013? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke opvolging heeft u daaraan gegeven?

Antwoord 6

Gelet op de bovenstaande beantwoording was daar geen aanleiding toe.

Vraag 7

Op basis van welke totaalkosten over de periode 2006–2009 heeft u de 2,8 miljoen teveel betaalde euro’s van Supreme teruggekregen? Hoe is het teveel betaalde bedrag berekend en door wie?

Antwoord 7

In de antwoorden op de Kamervragen uit 2016 (kenmerk 2016Z11247) wordt de werkwijze van de Audit Dienst Defensie (ADD, tegenwoordig Auditdienst Rijk, ADR) toegelicht. Bedragen en berekeningen zijn te vinden in de brief van 6 juli 2016 (kenmerk BS2016011591) waarin uw Kamer vertrouwelijk de rapporten over de bij SG gehouden audits zijn aangeboden.

Vraag 8

Heeft u ooit overwogen een ruwe schatting te (laten) maken van het teveel betaalde aan Supreme op basis van openbare gegevens? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst?

Antwoord 8

Ik heb vertrouwen in de audits die zijn gedaan en het oordeel van de ADR. Ik zie dan ook geen reden om de audits over te doen.

Vraag 9

Had de ambtenaar van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), die de melding van Chris Vos heeft ontvangen, nog andere mogelijkheden om de kwestie intern aan te kaarten? Zo ja, welke? Zo nee, welke instructies gelden er nu voor vergelijkbare meldingen bij de COID die wel de integriteit betreffen met negatieve gevolgen voor Defensie maar geen integriteitsschendig zijn van een Defensiemedewerker?

Antwoord 9

Meldingen die bij de COID kenbaar worden gemaakt, worden, met instemming van de melder, door de integriteitsadviseur doorgeleid naar de verantwoordelijke lijnmanager of aanbestedende partij. Als de melding betrekking heeft op strafbare feiten wordt de melder ook altijd aangegeven dat hij of zij hier aangifte van kan doen bij de politie of, als het Defensiepersoneel betreft, de Koninklijke Marechaussee.

Vraag 10

Wanneer Defensie private partijen inhuurt, hoe is dan de controle op integriteitsschendingen geregeld? Hoe kunt u voorkomen dat vergelijkbare gevallen van integriteitsschending door derden, die ten nadele zijn van Defensie, zich wederom voordoen?

Antwoord 10

Bij het sluiten van contracten door de rijksoverheid geldt in bepaalde gevallen een auditbeding, zo ook bij SG. Dit betekent dat de ADR tijdens de looptijd van contracten audits kan uitvoeren over de geleverde dienstverlening.

Private partijen kunnen, in geval van een Europese aanbesteding, op basis van de Aanbestedingswet uitgesloten worden van deelneming. Afhankelijk van het type opdracht kan de inkooporganisatie facultatieve uitsluitingsgronden toevoegen zoals prestaties uit het verleden.

Vraag 11

Overweegt u alsnog een strafrechtelijke vervolging analoog aan de VS? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Bij de audits over de dienstverlening is geconstateerd dat Supreme Groupe G Defensie te veel had berekend voor een aantal diensten. Naar aanleiding van de audits is gezamenlijk gewerkt aan herziening van de contractvoorwaarden om herhaling te voorkomen en de overeenkomst te verbeteren. Vanwege de aard van de bevindingen en het feit dat het te veel betaalde bedrag is terugbetaald aan Defensie, heeft de ADR geoordeeld dat er geen aanleiding was voor aangifte.

Vraag 12

Hoe gaat u voorkomen dat de uitbesteding van de logistiek voor de militaire missie in Afghanistan de staat verzwakt als de beveiliging van de private transporten deze (mogelijk) ondermijnt?

Antwoord 12

Zoals beschreven in de reactie op het AIV advies aangaande de inzet van civiele dienstverleners in operatiegebieden (Kamerstuk 31 200 X, nr. 116) werkt Defensie aan het verbeteren van veiligheid en stabiliteit ter bevordering van staatsvorming. Stimuleren van de lokale economie draagt hieraan bij. Vanuit wederopbouwperspectief is het van belang om, indien de veiligheidssituatie het toelaat, diensten door lokale partijen te laten uitvoeren. Een andere reden om van lokale partijen gebruik te maken, is om de inzet van militaire capaciteiten zoveel mogelijk te richten op het uitvoeren van militaire kerntaken binnen het vastgestelde mandaat.

In deze kabinetsreactie is tevens gemeld dat de groei van de inzet van particuliere beveiligingsbedrijven in operatiegebieden niet onomstreden is. Er moet altijd een zorgvuldige afweging gemaakt worden bij de inhuur van (lokale) beveiligingsdiensten. De regering ondersteunt nationale en internationale initiatieven om het functioneren van deze sector aan duidelijke normen en regels te binden.

Vraag 13

Wat is uw standpunt over de aansprakelijkheid van Nederland voor slachtoffers die vallen bij de door Defensie ingehuurde private bedrijven? Op welke manier geeft u invulling aan de aanbeveling van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) om een zo ruim mogelijke invulling aan het beginsel staatsaansprakelijkheid te hanteren?

Antwoord 13

Nederland is niet aansprakelijk voor schade die zich bij de civiele dienstverlener en derden (waaronder de werknemers van die dienstverleners) voordoen. In de kabinetsreactie op het desbetreffende AIV-advies (Kamerstuk 31 200 X, nr. 116) wordt het kabinetsstandpunt ten aanzien van staatsaansprakelijkheid nader toegelicht.

Vraag 14

Wat was de contractduur met Supreme omtrent de levering van proviand? Waarom heeft u de samenwerking met Supreme tot 1 december 2017 laten doorlopen, ondanks eerdere berichten dat Supreme onnodige hoge kosten doorberekende bij leveranties? Heeft u bij de NAVO geïnformeerd nadat zij in 2015 het brandstofcontract met Supreme niet heeft verlengd of er andere leverancier voorhanden waren die eventueel de levering van proviand hadden kunnen overnemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 14

Defensie heeft diensten aan SG uitbesteed in Afghanistan (tot 2010) en Mali (t/m 2017). Defensie heeft in 2011 een raamovereenkomst gesloten met vaste prijzen en tarieven met een looptijd tot 1 augustus 2015. Hierna zijn tot aan 1 december 2017 langer lopende nadere overeenkomsten gesloten. De redenen hiervoor waren bovenal een pragmatische aanpak en zekerheid. Destijds was nog niet bekend hoe lang de missie zou duren en of het zinvol zou zijn om een aanbestedingsprocedure, welke minimaal zes maanden duurt, te starten.

Daarnaast was het eerdere geschil met SG naar behoren opgelost en waren er geen klachten over de dienstverlening.

De levering van proviand aan Nederland en de levering van brandstof aan de ISAF-missie in Afghanistan zijn twee verschillende opdrachten voor verschillende diensten van SG. Voor nadere informatie over de brandstofleveranties in Afghanistan verwijs ik u graag naar de beantwoording van de Kamervragen die eerder naar uw Kamer zijn gestuurd op 13 januari 2017 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 943).

Vraag 15

Bij wie kopen de Duitsers het proviand voor de missie in? Welke kosten zijn daar voor Nederland aan verbonden?

Antwoord 15

Duitsland heeft in Gao, Mali (Camp Castor), een contract met Valiant Integrated Services. Dit bedrijf heeft SG overgenomen. De precieze kosten die verbonden zijn aan de levering van proviand door Duitsland aan Nederland worden momenteel nader uitgewerkt in een overeenkomst.


X Noot
1

Ftm.nl, 23 juni 2018

Indiener(s)