Antwoord op vragen van het lid Kuik over het bericht 'Nergens in Europa wordt meer xtc geslikt dan in Nederland'

Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Nergens in Europa wordt meer xtc geslikt dan in Nederland» (ingezonden 22 juni 2018).

Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 juli 2018).

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de door het Europees drugsagentschap European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) gepresenteerde cijfers in zijn jaarrapport van 2018, waaruit blijkt dat nergens meer xtc geslikt wordt dan in Nederland?1

Antwoord 1

Uit het op 7 juni gepubliceerde European Drug Report 2018 blijkt dat Nederlanders de grootste gebruikers zijn van ecstasy en amfetamine in Europa. De Nederlandse gegevens zijn gebaseerd op de door het Trimbos-instituut uitgevoerde Nationale Drugs Monitor 20172. De normalisering van het ecstasy- en amfetaminegebruik baart mij zorgen.

Vraag 2

Wat is uw verklaring van het feit dat de Nederlandse score van xtc-gebruik meer dan vier keer zo hoog is dan het Europese gemiddelde van 1,8 procent?

Antwoord 2

Het is lastig te achterhalen waarom Nederland hoger scoort dan andere landen. Een mogelijke verklaring is dat we in Nederland al jaren lang drugsgebruik meten. Het voorkomen van drugsgebruik staat voorop, maar wanneer wordt gebruikt is het belangrijk dat het bespreekbaar blijft en gezondheidsschade voorkomen wordt. Wellicht zijn Nederlanders daarom opener over drugsgebruik en daardoor ook eerlijker tijdens het onderzoek.

In de door Trimbos-instituut uitgevoerde Strategische Verkenning Uitgaansdrugs 2015 zijn jongeren die uitgaansdrugs gebruiken en deskundigen bevraagd over de populariteit van uitgaansdrugs onder de huidige generatie3. De volgende verklaringen werden veel genoemd voor de populariteit:

  • Uitgaansdrugs worden gebruikt om te ontsnappen aan de hoge maatschappelijke druk om te presteren in de huidige maatschappij.

  • Jongeren stellen volwassen worden steeds langer uit (later samenwonen, later beginnen met kinderen) en hebben langer de tijd om te feesten.

  • Het gebruik van uitgaansdrugs hoort bij dancefestivals, daar zijn er momenteel veel van.

  • Jongeren zijn te weinig geïnformeerd over de gevaren van uitgaansdrugs en zien ze als onschuldige middelen.

  • Alles in het leven moet tegenwoordig een beleving zijn. Uitgaansdrugs vormen daarvoor een geschikt middel.

  • Ouders zijn te veel vriend geweest voor hun kinderen en te weinig opvoeder. Hierdoor hebben ze te weinig regels gesteld.

  • Internet heeft ervoor gezorgd dat jongeren gemakkelijk informatie kunnen vinden en uitwisselen over drugs. De drempel om uitgaansdrugs te gebruiken is hierdoor lager geworden.

Het is aannemelijk dat deze ontwikkelingen mede verklaring bieden voor het hoge gebruik van uitgaansdrugs. Ook de gemakkelijke verkrijgbaarheid en lage prijs van uitgaansdrugs, in het bijzonder ecstasy, zorgen daarnaast voor weinig belemmeringen om drugs aan te schaffen. Of er daadwerkelijk sprake is van een causale relatie blijft in veel gevallen onduidelijk, stelt het Trimbos-instituut.

Vraag 3

Klopt het dat de consumptie van partydrugs zoals xtc en amfetamine in Nederland toeneemt? Kunt u deze ontwikkeling cijfermatig onderbouwen?

Antwoord 3

Het gebruik is al enige jaren hoog, maar stijgt de afgelopen jaren niet meer, dit blijkt uit de Nationale Drugs Monitor 20174. Van 2009 tot en met 2014 steeg het gebruik. In 2015 en 2016 vond er geen stijging plaats in het ecstasygebruik. In 2016 had 2,9% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder in het afgelopen jaar ecstasy gebruikt.

Vraag 4

Op welke wijze wordt op dit moment ingezet op het ontmoedigen van xtc-gebruik onder jongeren en jongvolwassenen? Heeft dit volgens u voldoende effect? Zo ja, waar blijkt dit uit? Zo nee, welke stappen kunt u zetten om hierin wel voldoende effectief te zijn?

Antwoord 4

Uit de gebruikerscijfers blijkt dat het belangrijk is om in te blijven zetten op denormalisering. Mijn ambtsvoorganger heeft eind 2015 een aantal extra maatregelen aangekondigd om drugsgebruik tijdens het uitgaan en het dernormaliseren daarvan tegen te gaan5. Zo is er bijvoorbeeld een website en Facebook campagne waarmee aan ouders tools worden gegeven om het gesprek aan te gaan met hun kinderen over uitgaansdrugs (www.uwkindenuitgaansdrugs.nl). Ik zal doorgaan met het extra inzetten op preventie. Ook zal ik de extra inzet laten evalueren en zal op basis daarvan in het najaar de inzet zo nodig aanscherpen of uitbreiden.

Vraag 5

Ziet u een rol weggelegd voor de organisaties van feesten en festivals om het gebruik van stimulerende middelen tegen te gaan? Zo ja, welke?

Antwoord5

Ja, die rol zie ik zeker en gelukkig doen de organisaties van feesten en festivals ook al veel. In samenwerking met festivalorganisatoren proberen preventieprofessionals de uitgaanders zo goed mogelijk te bereiken met preventieboodschappen omtrent veilig feesten (de Celebrate Safe Campagne). Ook stimuleren wij gemeenten om preventie op te nemen als vergunningsvoorwaarde voor een evenement. Hiervoor is een speciale richtlijn voor gemeenten ontwikkeld.

Vraag 6

Klopt het dat in 2016 in Nederland tien drugslaboratoria ontmanteld zijn, oftewel meer dan twee keer zoveel als in 2015? Hoe beoordeelt u deze cijfers? Is dit het gevolg van een betere handhaving?

Antwoord 6

Nee, uit de cijfers van de politie blijkt dat het totale aantal ontmantelde productieplaatsen voor synthetische drugs in 2016 lag op 61, in vergelijking met 59 het jaar daarvoor. In dit opzicht is dus geen sprake van een verdubbeling. Voor wat betreft de handhaving geldt dat de aanpak van de productie van en handel in synthetische drugs een prioriteit is en blijft. Onder meer het melden van dumpingen door verschillende (bestuurlijke) instanties, opsporingsdiensten, burgers en bedrijven leidt tot opsporingsonderzoeken en eventueel ontmanteling van productieplaatsen.

Vraag 7

Is inmiddels met het Trimbos-instituut gesproken om te onderzoeken wat de precieze oorzaak is van de verdubbeling van het aantal drugsdoden? Zo ja, is deze stijging inmiddels beter te verklaren?

Antwoord 7

Recent heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de Doodsoorzaken statistiek niet is toegerust om de drugssterfte precies in kaart te brengen (2018Z12167). De gesprekken met het Trimbos-instituut hierover zijn nog gaande. Zodra hier meer over bekend is zal ik uw Kamer informeren.

Vraag 8

Kunt u al meer melden over eventuele vervolgstappen naar aanleiding van het rapport «Langdurige klachten na ecstasy-gebruik», waaruit blijkt dat mensen die ooit xtc hebben gebruikt zich vaker melden met perceptie- en depersonalisatie-stoornissen?6

Antwoord 8

Uit dit rapport blijkt dat het belangrijk blijft om te voorkomen dat mensen ecstasy gebruiken en als het gebruikt wordt dat er zo min mogelijk gezondheidsklachten ontstaan. Informatie over de langdurige klachten na ectasy-gebruik is ook verwerkt in het informatiefilmpje voor ouders over ecstasy7. Met de uitkomsten van het persona onderzoek brengen we op langere termijn verder maatwerk aan in preventie interventies. Hierover bent u geïnformeerd met de Kamerbrief drugbeleid van 23 april 20188.


X Noot
1

de Volkskrant, 7 juni 2018, «Nergens in Europa wordt meer xtc geslikt dan in Nederland»

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nergens-in-europa-wordt-meer-xtc-geslikt-dan-in-nederland~b452852a/

X Noot
2

Vergaderjaar 2017–2018, 24 077, nr. 409

X Noot
5

Vergaderjaar 2015–2016, 24 077, nr. 357

X Noot
6

Kamerstukken II, vergaderjaar 2017–2018, 24 077, nr. 409, bijlage rapport Trimbos instituut, «Langdurige klachten na ecstasygebruik, een verkenning van ecstasy-gerelateerde hallucinogene perceptiestoornis en depersonalisatie op basis van de literatuur, dossieronderzoek en interviews met patiënten»

X Noot
8

Vergaderjaar 2017–2018, 24 077, nr. 412

Indiener(s)