AH 2642
2018Z10994
Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede
namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 3 juli
2018)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de uitslag van de stemmingen in de Commissie
Vervoer en Toerisme (TRAN-commissie) van het Europees parlement over het
Mobiliteitspakket I?
Antwoord vraag 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat de TRAN-commissie van het Europees parlement
vrachtwagenchauffeurs uitsluit van de herziene detacheringsrichtlijn?
Antwoord vraag 2
In haar rapport over het voorstel over de toepassing van de
detacheringsrichtlijn op het wegvervoer van het EU-mobiliteitspakket I
heeft de TRAN-commissie van het Europees Parlement bepaald dat de
detacheringsrichtlijn niet van toepassing is bij internationaal wegvervoer.
Overigens heeft het Europees Parlement tijdens de plenaire zitting van 14
juni jl. dit rapport afgewezen als basis voor toekomstige onderhandelingen
over dit voorstel met de Raad. Het Europees Parlement zal tijdens de
plenaire zitting in de week van 2 juli a.s. opnieuw over amendementen voor
dit voorstel stemmen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat Europese vrachtwagenchauffeurs gelijk loon voor
gelijk werk moeten verdienen? Zo ja, wat vindt u van het standpunt van de
TRAN-commissie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Overeenkomstig het regeerakkoord is mijn inzet dat er in Europa een gelijk
speelveld ontstaat voor bedrijven en werknemers om te voorkomen dat op
arbeidsvoorwaarden wordt geconcurreerd. Ik ben daarom van mening dat,
anders dan het standpunt van de TRAN-commissie, de uitzondering op de
toepassing van de detacheringsrichtlijn bij internationaal wegvervoer
beperkt moet zijn.
Vraag 4
Heeft u tijdens de Transportraad van 7 juni 2018 ervoor gepleit dat de herziene Detacheringsrichtlijn ook moet gelden voor de transportsector? Zo ja, kunt u toelichten wat de reacties waren op uw pleidooi? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 4
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft gemeld dat de
voorgestelde uitzonderingen op de toepassing van de detacheringsrichtlijn
bij wegvervoer zo beperkt mogelijk moeten zijn. Een groot deel van de
West-Europese lidstaten is dezelfde mening toegedaan. Veel lidstaten uit
Midden- en Oost-Europa wensen langdurige uitzonderingen op de toepassing
van de detacheringsrichtlijn bij het wegvervoer.
Vraag 5
Is het waar dat door de stemmingen in de TRAN-Commissie truckers extreem
veel lange dagen achter elkaar mogen werken? Zo ja, deelt u de mening dat
dit de verkeersveiligheid op de Nederlandse wegen niet ten goede komt? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5
Het rapport van de TRAN-commissie brengt meer flexibiliteit in de
organisatie van rij- en rusttijden zonder daarbij overigens de geldende
maximum wekelijkse en tweewekelijkse rijtijd te amenderen. De Minister van
Infrastructuur en Waterstaat heeft steeds gewezen op het feit dat te veel
flexibilisering de verkeersveiligheid in gevaar kan brengen. Overigens
geldt ook hier dat het Europees Parlement tijdens de plenaire zitting van
14 juni jl. dit rapport heeft afgewezen als basis voor toekomstige
onderhandelingen over het voorstel over rij- en rusttijden met de Raad. Het
Europees Parlement zal tijdens de plenaire zitting in de week van 2 juli
a.s. opnieuw over amendementen voor dit voorstel stemmen.
Vraag 6
Klopt het dat het standpunt van de TRAN-Commissie ertoe leidt dat er in
Nederland niet op detachering gehandhaafd kan worden in voertuigen? Zo ja,
hoe gaat u handhaven op detachering wat betreft het wegtransport? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord vraag 6
Zie het antwoord op vraag 2. Het Europees Parlement gaat in de week van 2
juli a.s. opnieuw stemmen over de amendementen voor dit voorstel. Het
standpunt van de TRAN-commissie heeft derhalve geen invloed op de
Nederlandse handhavingsprakrijk. De Raad heeft overigens ook nog geen
besluit over dit voorstel genomen, pas als er een besluit van de Raad ligt
kunnen onderhandelingen met het Europees Parlement over een definitieve
tekst van dit voorstel starten.