Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Arno Rutte en Beckerman over het gijzelen van een huurster in Groningen

Vragen van de leden Nijboer (PvdA), ArnoRutte (VVD) en Beckerman (SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het gijzelen van een huurster in Groningen (ingezonden 9 april 2018).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 29 mei 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Schroeven in deur: huurster gegijzeld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Schrikt u er ook van dat malafide verhuurders deuren dichtschroeven en daarmee mensen opsluiten in hun kamer?

Wat vindt u van de volgende laconieke en onthutsende reactie van de verhuurder: «er zal vast wel meer gebeuren in mijn panden»?

Antwoord 2 en 3

Er is sprake van een lopend onderzoek. Zolang niet alle feiten bekend zijn onthoud ik mij van een reactie over deze specifieke zaak. In zijn algemeenheid kan ik slechts opmerken dat het opsluiten van personen in hun woning volstrekt onacceptabel is. Daarnaast kan ik u melden dat de politie in de stad Groningen beschikt over twee studentencontactfunctionarissen, wijkagenten die zich specifiek bezighouden met studentgerelateerde zaken. De problematiek van malafide verhuurders is een bijzonder aandachtspunt voor hen.

Vraag 4

Hoe vaak komt intimidatie, bedreiging of zelfs geweldpleging en vrijheidsberoving door verhuurders voor in Nederland? Welke maatregelen treft u om dergelijke praktijken te voorkomen en bestrijden?

Antwoord 4

Over exacte cijfers beschik ik niet, maar elk geval van intimidatie, bedreiging of zelfs geweldpleging en vrijheidsberoving is er één teveel. Zoals ik ook in mijn brief2 van 28 maart jl. aan uw Kamer schreef passen deze praktijken niet bij een sector waarin een zo belangrijke functie als wonen ligt besloten en wil ik voorkomen dat dergelijk gedrag een optelsom wordt die het vertrouwen in de huursector als geheel afbreekt. Daarom zet ik me in om dit soort gedragingen aan te pakken.

Ik heb uw Kamer op 28 maart jl. tijdens het dertigledendebat over huisjesmelkers uiteengezet dat ik met de branche afspraken wil maken over (zelf)regulering op het gebied van goed verhuurderschap en daarnaast ook bereid te zijn om wet- en regelgeving aan te passen als dat nodig is om de handhaving op malafide verhuurders te verbeteren. Ik ben in gesprek met verschillende gemeenten, huurders- en verhuurdersorganisaties over het bestaand en het gewenst instrumentarium in de aanpak van huisjesmelkers. Eind mei volgt een breed bestuurlijk overleg met partijen die kunnen bijdragen aan goed verhuurderschap. Ik zal uw Kamer nog voor de zomer informeren over de uitkomsten en de te volgen aanpak.

Vraag 5

Hoe vaak is aangifte gedaan van voorgenoemde praktijken en hoe vaak is dit gedrag ook daadwerkelijk veroordeeld? Kunt u een overzicht geven van de laatste vijf jaar en de ontwikkeling ervan in kaart brengen?

Antwoord 5

Politie en Openbaar Ministerie registreren niet specifiek op wederrechtelijke vrijheidsberoving c.q. gijzeling in relatie tot het opsluiten van personen in een huurwoning.

Vraag 6

Wat is de maximale straf die geldt voor het opsluiten van mensen in hun woning of kamer door bijvoorbeeld de deur vast te schroeven?

Antwoord 6

Indien de rechter oordeelt dat sprake is van wederrechtelijke vrijheidsberoving, dan is de maximumstraf 8 jaar of een boete van de vijfde categorie (artikel 282, eerste lid, Wetboek van Strafrecht). Afhankelijk van de ernst van de situatie kan de rechter ook oordelen dat sprake is van gijzeling (artikel 282a, eerste lid, Sr). Dit artikel kent een maximumstraf van 15 jaar of een boete van de vijfde categorie.


X Noot
1

Dagblad van het Noorden, 5 april 2018

X Noot
2

Kamerstuk 32 847, nr. 334

Indiener(s)