1833
Vragen van het lid Dijksma (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over
het bericht «Betaalbare medicijnen: waarom kan het in India wél?»
(ingezonden 13 maart 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 18 april 2018)
Kent u het bericht «Betaalbare medicijnen, waarom kan het in India wél?»1
Ja.
Wat vindt u van het feit dat in India medicijnen vele malen goedkoper zijn
dan in westerse landen?
Een vergelijking tussen India en Nederland gaat voor welvaart, betaalbaarheid,
noch voor toegankelijkheid tot geneesmiddelen op.2
India is een land met een laag tot gemiddeld inkomen per hoofd van de
bevolking. Hierdoor is de standaard en de bereikbaarheid van gezondheidszorg
in India veel lager dan in Nederland, met grote verschillen tussen
bevolkingsgroepen. Voor geneesmiddelen is zelfs de toegang tot geneesmiddelen
die door de Wereld Gezondheidsorganisatie bestempeld zijn als basale,
noodzakelijke geneesmiddelen («essential medicines») bijzonder laag.
Sommige publicaties concluderen zelfs dat slechts 35% van de bevolking
toegang heeft tot deze geneesmiddelen.3
Gezien het bovenstaande is het niet opmerkelijk dat geneesmiddelen die in
Europese landen duurder zijn, in India over het algemeen voor een (veel)
lagere prijs worden aangeboden door fabrikanten, zodat ze voor de patiënt
bereikbaar kunnen worden.
Daarnaast heeft India haar voorwaarden voor het verkrijgen van een octrooi
anders ingericht, waardoor niet alle in het westen verleende octrooien voor
geneesmiddelen worden erkend. Dat maakt het in die gevallen mogelijk voor
Indiase bedrijven om deze geneesmiddelen na te maken en zo generieke
versies op de markt te brengen.
Ik kan het mij voorstellen dat India deze maatregelen neemt om de toegankelijkheid
van dergelijke geneesmiddelen voor bredere lagen van de bevolking
te verbeteren. Daarentegen vind ik ook dat een fabrikant de kans moet krijgen
om voor een innovatie beloond te worden.
Wat zegt het over farmaceutische bedrijven dat in sommige landen de prijzen
voor geneesmiddelen enorm hoog zijn, terwijl in landen als India dezelfde
geneesmiddelen voor een fractie van de prijs beschikbaar zijn?
Het is geen nieuws dat de hoge prijzen van veel dure geneesmiddelen niet in
verhouding staan tot de ontwikkelingskosten en een redelijke beloning voor
innovatie. Dat gedrag keur ik ten zeerste af.
Er zijn grofweg twee manieren waarop in een land als India in Nederland
hoog geprijsde geneesmiddelen voor een lagere prijs op de markt komen:
Enerzijds erkent India in specifieke gevallen de octrooien die rusten op een
geneesmiddel niet, waardoor een generieke fabrikant het product kan
produceren; anderzijds komt het ook voor dat de oorspronkelijke fabrikant het
origineel (vrijwillig of noodgedwongen) zelf onder bepaalde voorwaarden
tegen een lagere prijs levert.
Fabrikanten bouwen hun «business case» voor een geneesmiddel meestal op
de omzet die zij in landen met een hoger welvaartsniveau kunnen halen en
niet zo zeer in landen als India. Dit geldt zelfs voor geneesmiddelen die juist
ook in lagere en midden-inkomens landen hard nodig zijn, zoals bijvoorbeeld
Hepatitis C middelen. Daarop bepalen zij hun prijzen.
Ik waardeer het dat fabrikanten rekening houden met de sociaaleconomische
positie van zich ontwikkelende landen zoals India en hun geneesmiddelen
tegen een lagere prijs beschikbaar stellen aan lage en midden inkomenslanden
als India. Maar ik zet grote vraagtekens bij de enorme prijsverschillen
met welvarende landen. Die laten zich niet verklaren door het feit dat een
geneesmiddel in een lage en midden inkomenslanden tegen een lagere prijs
worden aangeboden en een eventueel verlies verdisconteerd zou moeten
worden in een hogere prijs elders.
Ziet u mogelijkheden om in Nederland ook maximumprijzen voor medicijnen
in te voeren? Zo ja, hoe wilt u dat gaan doen? Zo nee, waarom niet?
Nederland kent sinds 1996 de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp). Op grond
daarvan worden ieder half jaar maximumprijzen vastgesteld voor alle
geneesmiddelen op grond van het rekenkundig gemiddelde van vier ons
omringende landen (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, België en Frankrijk). Deze
referentielanden zijn onder meer gekozen omdat deze qua welvaartsniveau,
prevalentie van aandoeningen en niveau van gezondheidszorg goed met
Nederland zijn te vergelijken.
Welke mogelijkheden ziet u om – bijvoorbeeld in EU-verband – in de
Wereldhandelsorganisatie (WTO) samen te werken met landen als China,
Zuid-Afrika, Brazilië en Fiji om de macht van de farmaceutische industrie te
doorbreken?
Ons land speelt sinds het EU voorzitterschap in 2016 een belangrijke rol in de
discussie op EU niveau over geneesmiddelenprijzen en herijking van publieke
belangen tegenover de private belangen van de farmaceutische industrie.
Ook binnen de Wereldgezondheidsorganisatie wordt deze discussie gevoerd.
Het is belangrijk om hierbij zorgvuldig te werk te gaan, ook omdat de
belangen tussen landen en tussen landenregio’s niet altijd synchroon lopen.
Dat geldt zeker voor de discussie over hoge geneesmiddelenprijzen, maar ook
over de wenselijkheid tot aanpassingen in het systeem van intellectueel
eigendom voor geneesmiddelen. Dit moet zorgvuldig gebeuren om innovatie
mogelijk te blijven maken. Daarom wil ik in eerste aanleg een discussie op
Europees niveau voeren. Ik vind het ook belangrijk om oog te blijven houden
voor de welvaartsverschillen tussen landen.
Welke stappen heeft u al ondernomen om ervoor te zorgen dat in Europese
regelgeving dwanglicenties mogelijk worden gemaakt, zoals ook geadviseerd
door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving?
Binnenkort informeer ik u uitgebreider op het onderwerp dwanglicentie in
relatie tot geneesmiddelen, waarbij ik ook nader inga op de voorwaarden en
de daarmee gepaard gaande te verwachten (technische) uitdagingen.
Overigens kent de Rijksoctrooiwet in zijn algemeenheid de mogelijkheid om
een dwanglicentie toe te passen bij bevoegdheid van de Minister van
Economische Zaken en Klimaat.
Bent u bereid om in contact te treden met uw Indiase collega om uit te
wisselen hoe Nederland van India kan leren op het gebied van gezondheidszorg
en vice versa?
Ik zoek graag naar verbinding en uitwisseling van ervaringen met mijn
collega’s. Gezien de grote verschillen in de geneesmiddelenvoorziening in
Nederland en India zie ik echter geen directe aanleiding om mijn Indiase
collega te benaderen. Uiteraard ontvang ik een eventuele Indiase delegatie
graag indien men daar vanuit de Indiase praktijk aanleiding toe ziet.
Bronnenlijst
1 NOS, 6 maart 2018
2 Het BBP per inwoner in Nederland was in 2.017 USD 48.222, dat van India USD 1.031.
3 Tripathi N. et al. Availability and access to essential medicines in Public health facilities in
Chhattisgarh, India. BMJ Global Health. 2016, 1:A33;
WHO. The World Medicines Situation, 2004