1817
Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over de beveiliging van mevrouw El-Rhazoui
(ingezonden 12 maart 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 18 april
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1700.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat de Franse schrijfster-journalist Zineb
el-Rhazoui op 8 maart in De Balie spreekt?1
Ja
Vraag 2
Deelt u de Franse risicoanalyse dat mevrouw el-Rhazoui beveiligd dient te
worden? Zo ja, bent u het met mij eens dat Nederland in een vergelijkbaar
beveiligingsniveau moet voorzien in het geval de haar toegewezen gewapende
Franse beveiliging niet op Nederlands grondgebied wordt toegelaten?
Zo nee, waarom niet?
Er is in de aanloop naar het bezoek frequent en uitvoerig contact geweest
tussen de politie, De Balie, het lokaal gezag en de NCTV. Hierbij is afgewogen
welke maatregelen op basis van dreiging en risico dienden te worden
genomen. Relevante informatie uit Frankrijk is meegenomen in deze
afweging. Dit heeft ertoe geleid dat het lokaal bevoegd gezag heeft besloten
tot het treffen van passende maatregelen. Ook heeft de organiserende
instelling een aantal maatregelen getroffen.
Het beveiligingsniveau van een persoon in Nederland is niet automatisch
gelijk aan het beveiligingsniveau van deze persoon in een ander land.
Uiteraard worden overwegingen die ten grondslag liggen aan het dreigingsniveau
van een persoon in een ander land waar mogelijk door de NCTV
meegenomen bij het vaststellen van het dreigingsniveau in Nederland.
Vraag 3
Is het waar dat de Nederlandse overheid haar geen beveiliging heeft
aangeboden? Zo ja; waarom is haar, gezien het feit dat zij ernstig bedreigd
wordt, geen beveiliging geboden?
Nee. Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Klopt het dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en
de Nationale Politie beveiliging door de Nederlandse politie niet nodig
vonden? Zo ja, op basis waarvan is deze afweging gemaakt? Hoe valt dit te
verklaren gezien het feit dat deze persoon in Frankrijk continu beveiligd moet
worden?
Er is in aanloop naar het bezoek nauw contact geweest tussen de NCTV en
het lokaal gezag over de dreiging en de genomen maatregelen. Daarbij is
bezien of de NCTV over relevante aanvullende informatie beschikte. De NCTV
heeft ten aanzien van de verzoeken om de wapenverloven van de eigen
Franse beveiligers negatief geadviseerd.
De afweging welke lokale maatregelen genomen dienden te worden was in
dit geval een verantwoordelijkheid van het lokaal bevoegd gezag dat daartoe
in nauwe afstemming stond met de NCTV. Zoals in vraag 2 ook is toegelicht
heeft het lokaal bevoegd gezag passende beveiligingsmaatregelen getroffen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onacceptabel zou zijn dat mensen die bedreigd
worden niet meer vrijuit kunnen spreken omdat zij geen adequate beveiliging
van de overheid krijgen? Zo ja, hoe zorgt u ervoor dat mensen te allen tijde
ongehinderd gebruik kunnen maken van hun vrijheid van meningsuiting? Zo
nee, waarom niet?
Onze democratische rechtsorde en open samenleving zijn gebouwd op
fundamenten zoals de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van meningsuiting
is een essentiële hoeksteen van een pluriforme samenleving en
levendige democratie als de onze. Een democratische samenleving veronderstelt
de mogelijkheid van een vrij maatschappelijk debat, waarin een ieder
zijn of haar gedachten kan verwoorden binnen de grenzen van de wet. De
vrijheid van meningsuiting is verankerd in artikel 7 van de Grondwet, dat ook
een verbod van censuur kent, en in internationale verdragen en
EU-regelgeving. Deze vrijheid geldt onder andere in het geval van debat en
toespraken.
Het kabinet, als ook de burgemeester van Amsterdam, achten het een
kwalijke zaak wanneer zij die gebruikmaken van hun vrijheid van meningsuiting
zich onder druk van dreigingen moeten terugtrekken uit het debat.
Andermans woorden mogen in elk geval nooit gelden als excuus om geweld
te gebruiken of bedreigingen te uiten. Indien daarvan sprake is, wordt
behalve de persoonlijke vrijheid van de ander, ook de vrijheid van de
samenleving als geheel op onaanvaardbare wijze aangetast. Als er concrete
aanwijzingen zijn dat dat gebeurt, dient direct tegen dergelijk gedrag te
worden opgetreden. Mensen moeten zich onbedreigd weten bij het uiten van
hun mening.
Burgers en organisaties mogen van de overheid verwachten dat die hen door
het treffen van beveiligingsmaatregelen te hulp schiet op het moment dat de
aantasting van hun veiligheid zulke vormen dreigt aan te nemen dat zij daar
op eigen kracht geen weerstand meer tegen kunnen bieden. Dit betekent dat,
als risico en dreiging daartoe aanleiding geven, door het bevoegd gezag
passende maatregelen zullen worden genomen in het kader van het stelsel
bewaken en beveiligen om ervoor te zorgen dat mensen in Nederland veilig
en ongestoord gebruik kunnen maken van dit recht. Dit is ook gebeurd bij
onderhavige casus.
1 https://www.nrc.nl/nieuws/2018/03/07/in-de-islam-groeit-fascistische-ideologie-a1594879