Bijlage beantwoording schriftelijke vragen lid Kuiken (2018Z05860)
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties over het rapport van de CTIVD over de AIVD en het gebrek aan privacy bij
informatie-uitwisseling (ingezonden 30 maart 2018).
Vraag 1
Wanneer is het rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten (CTIVD) over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en het
gebrek aan privacy bij informatie-uitwisseling aan het departement ter hand gesteld?
Vraag 2
Wanneer is de inhoud van het rapport voor het eerst met u en/of uw politiek assistent gedeeld?
Antwoord op 1 en 2
De CTIVD heeft het rapport op 9 februari jl. aan mij en het departement aangeboden.
Vraag 3
Was het rapport vergezeld van een advies over het publicatietijdstip?
De CTIVD heeft het rapport aangeboden met het verzoek uiterlijk 23 maart 2018 het rapport,
alsmede mijn reactie, aan beide Kamers der Staten-Generaal te zenden conform de
gebruikelijke wettelijke termijn.
Vraag 4
Was u op de hoogte van de inhoud van het rapport ten tijde van de verschillende
mediaoptredens (Nieuwsuur etc) over referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten (Wiv)?
Ja.
Vraag 5
Waarom heeft u ervan afgezien op enigerlei wijze de Kamer dan wel het publiek te informeren
over de meest urgente bevinding in het rapport ten aanzien van onrechtmatig delen van
informatie met andere diensten, te meer nu dit een van de springende punten van de
criticasters van de nieuwe Wiv is? Waarom achtte u dit rapport niet relevant voor de
meningsvorming over deze wet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit rapport een ander licht werpt op de nieuwe Wiv? Zo ja, wat betekent
dat voor uw mening over die wet en uw reactie op de uitkomst van het referendum? Zo nee,
waarom niet?
br />
Antwoord 5 en 6
De CTIVD stelt jaarlijks meerdere toezichtsrapporten vast over diverse onderwerpen met
betrekking tot het werk van de diensten. Overeenkomstig artikel 79 van de Wet op de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv2002) worden deze rapporten, inclusief
beleidsreactie, binnen zes weken aan beide Kamers der Staten-Generaal gestuurd. Hierbij
betracht ik altijd maximale transparantie voor zover dat gegeven het onderwerp mogelijk is. De
termijn van verzending aan de Kamer van rapporten is wettelijk vastgelegd. De ervaring leert
dat het bestuderen van deze rapporten en het opstellen van een passende beleidsreactie altijd
een grote inspanning vergt. Het is derhalve gebruikelijk dat de hele termijn benut wordt.
Het rapport, inclusief beleidsreactie, heb ik kort na de deadline op woensdag 28 maart naar de
Kamer gestuurd. Ik heb mij ingespannen om maximale transparantie te bieden en dit proces zo
snel als mogelijk af te ronden.
Het rapport ziet op het handelen van de AIVD onder de huidige Wiv2002. Het klopt dat de
CTIVD op een punt, de wegingsnotities, alvast vooruitkijkt naar de nieuwe wet. Juist op dit punt
zorgt de nieuwe wet voor extra waarborgen en bovendien voldoet de dienst op dit punt
inmiddels aan de in de nieuwe wet gestelde criteria. Het rapport werpt hiermee geen ander licht
op de Wiv2017.
Vraag 7
Waarom heeft de CTIVD een dergelijk rapport niet eerder opgesteld? Hoe verhoudt dit rapport
zich met de eerdere uitspraken van de voorzitter van de CTIVD dat "de CTIVD ziet de Wiv als
een werkbare wet die niet volmaakt is, maar wel in balans"?
De CTIVD is onafhankelijk en bepaalt zelf wanneer en op welke onderwerpen zij onderzoek
verricht en een rapport opstelt en welke uitspraken zij doet.
Over de Wiv2017 heeft de CTIVD op 27 februari jl., dus na vaststelling van rapport nr. 56, in
haar eindbalans aangegeven dat de Wiv2017 in voldoende mate recht doet aan de balans
tussen enerzijds de noodzakelijke uitbreiding van de bevoegdheden, en anderzijds de
toereikende waarborgen. Het rapport werpt hiermee geen ander licht op de Wiv2017.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de uitslag van het referendum over de
Wiv?
Ja.