1612
Vragen van de leden Middendorp en Koopmans (beiden VVD) aan de
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister
voor Rechtsbescherming over de berichtgeving over het proefschrift van
Marlies van Eck van de Tilburg University (ingezonden 13 februari 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties) mede namens de Minister voor Rechtsbescherming
(ontvangen 29 maart 2018) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2017–2018, nr. 1335
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving over het proefschrift van Marlies
van Eck van de Tilburg University?1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusie in het proefschrift dat de burger onvoldoende
juridisch is beschermd wanneer de overheid computers gebruikt bij het
nemen van besluiten met een financieel belang, maar dat niet duidelijk is hoe
de besluiten precies worden genomen?
Ik deel de mening van de auteur dat de uitvoering van geautomatiseerde
ketenbesluiten complex is en afhankelijk van de deskundigheid van meerdere
disciplines. Het is beslist niet de bedoeling dat de burger nadeel ondervindt
van de keuze van de overheid om computers te gebruiken bij het nemen van
besluiten met een financieel belang. Met mw. Van Eck ben ik van mening dat
nieuwe juridische regels weinig toevoegen.
Uit de huidige regelgeving en
jurisprudentie volgt namelijk al dat fouten hersteld moeten kunnen worden
en dat bestuursorganen besluiten op een passende manier moeten motiveren,
door bijvoorbeeld de keuzes, gegevens en aannames achter een besluit
te onderbouwen. De burger is daarom meer gebaat bij een coöperatieve
opstelling van bestuursorganen die werken met de bedoelde computersystemen.
Op die manier kunnen geconstateerde onjuistheden gemakkelijker
worden hersteld dan nu blijkens het proefschrift het geval is en kan een
tijdrovende gang naar de rechter worden voorkomen.
Vraag 3
In hoeverre is het waar dat de instructies aan de computer niet beschikbaar
zijn voor derden, zoals de personen die geraakt worden door het besluit?
Met de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) kunnen derden in principe om
openbaarmaking van computerinstructies vragen. In de beleidsvisie over
open source die ik naar verwachting voor de zomer aan de Kamer zal zenden,
wil ik nader ingaan op de vraag of het mogelijk en noodzakelijk is de
openbaarmaking van de broncode van die geautomatiseerde besluitvorming
in meer gevallen mogelijk te maken.
Daarnaast heb ik in een brief van 28 februari 2018 aan uw Kamer laten weten
dat ik een onderzoek laat uitvoeren naar de toepassing van algoritmen binnen
de overheid. Dit onderzoek wordt naar verwachting in het tweede deel van
2018 afgerond en de bevindingen zullen met uw Kamer worden gedeeld.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het idee een onafhankelijke instelling de computerinstructies
te laten toetsen? Ziet u dat als werkbaar? Zo nee, waarom niet?
In het wetgevingsproces moet de overheid zorgen dat de traceerbaarheid
tussen wetgeving en computerinstructies zo goed mogelijk geregeld is. Op
het nemen van besluiten als zodanig door overheidsorganisaties, is in
principe geen onafhankelijke controle ingericht, anders dan dat het bestuursrecht
het mogelijk maakt om beroep aan te tekenen bij een rechter. Ook
maakt het bestuursrecht het mogelijk besluiten waar nodig te herstellen (zie
vraag 2). Een en ander geldt evenzeer voor geautomatiseerde besluitvorming.
In lijn met deze praktijk zie ik vooralsnog geen reden om een onafhankelijke
instelling in het leven te roepen voor de beoordeling van broncodes.
Vraag 5
In hoeverre geeft het proefschrift u reden om de relevante wetgeving te
wijzigen?
Voor het antwoord wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2 en vraag 3.
1 Burger onvoldoende beschermd tegen computerbesluiten (1 februari 2018) via Binnenlands
Bestuur
http://www.binnenlandsbestuur.nl/digitaal/nieuws/burger-onvoldoende-beschermdtegen.9580215.lynkx