2018Z01940
Vragen van het lid Asscher (PvdA) aan de Minister-President over het afschaffen
van de dividendbelasting, het MKB en de ongewogen kapitaalbuffer (ingezonden 6
februari 2018).
5
Hoeveel geld komt er via het verlagen van de winstbelasting en het
afschaffen van de dividendbelasting bij multinationals en buitenlandse
beleggers terecht?
6
Is het waar dat buitenlandse regeringen, zoals de regering-Trump, en
buitenlandse hedgefondsen het meest profiteren van de afschaf van de
dividendbelasting?
Antwoord vraag 5 en 6
Het verlagen van de vennootschapsbelasting komt ten goede aan alle
vennootschappen die in Nederland belastingplichtig zijn. Hierbij wordt geen
onderscheid gemaakt tussen nationaal en internationaal opererende
vennootschappen. Overigens wordt het fiscale pakket voor het bedrijfsleven in het
regeerakkoord, waaronder de tariefsverlaging in de vennootschapsbelasting, in de
structurele fase voor een groot deel gefinancierd door een verbreding van de
grondslag van de vennootschapsbelasting.
Voor de dividendbelasting geldt het volgende. In 2016 was de bruto opbrengst van
de dividendbelasting € 3,25 miljard. Binnenlandse belastingplichtigen kunnen de
dividendbelasting verrekenen in de inkomstenbelasting (€1,56 miljard) en in de
vennootschapsbelasting (€ 0,29 miljard). Er resteert een netto opbrengst van de
dividendbelasting van € 1,4 miljard. De netto opbrengst van de dividendbelasting
is afkomstig van buitenlandse partijen. Aangezien bij deelnemingsdividenden,
bijvoorbeeld in concernverband bij multinationals, over het algemeen een
inhoudingsvrijstelling geldt, betreft het vrijwel uitsluitend buitenlandse
portfoliobeleggers.
Of de Nederlandse dividendbelasting bij de (uiteindelijke) buitenlandse
aandeelhouder als last neerslaat, hangt af van verschillende factoren, zoals de
belastingwetgeving in het woon- of vestigingsland van de aandeelhouder, de
regelingen in een eventueel belastingverdrag tussen Nederland en het woon- of
vestigingsland van de aandeelhouder, en of de aandeelhouder de Nederlandse
aandelen rechtstreeks houdt dan wel dat een belegger participeert in een
beleggingsfonds dat Nederlandse aandelen houdt.
Ook speelt een rol dat de buitenlandse aandeelhouder in bepaalde gevallen
aanspraak kan maken op een teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting op
basis van de Wet op de dividendbelasting 1965.
Gezien het grote aantal factoren dat van belang is, kan geen sluitende lijst worden
gegeven van alle situaties waarin Nederlandse dividendbelasting wel en niet een
last is voor buitenlandse aandeelhouders. Wel kan een aantal voorbeelden worden
gegeven van situaties waarin Nederlandse dividendbelasting op basis van lokale
belastingwetgeving en een eventueel belastingverdrag met Nederland (deels) als
niet-verrekenbare eindheffing ten laste van de aandeelhouder kan komen. Zie
hiervoor ook de brief van de staatssecretaris van 14 november jl.1
Een exacte
kwantitatieve inschatting van de mate van verrekenbaarheid met de eigen fiscus is
niet te geven voor de beleggers in de verschillende landen.
34
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat het spaargeld van mensen
veilig is? Bent u van plan de ongewogen kapitaalbuffer verder te
verhogen?
Sinds de crisis zijn veel maatregelen genomen om banken weerbaarder te maken.
Bovendien zijn spaartegoeden op grond van nationale depositogarantiestelsels tot
een bepaald bedrag gedekt. Om banken veiliger te maken is het van belang dat zij
voldoende en adequate bail-inbare buffers hebben, zodat een bank indien deze in
problemen komt kan worden afgewikkeld. NL zet zich hier in Europa dan ook voor
in.2
Verder is de leverage ratio eis een goede achtervang om ervoor te zorgen dat
banken te allen tijde voldoende eigen vermogen hebben. Een leverage ratio eis
van 3% voor alle Europese banken ligt momenteel in Europa op tafel in de
onderhandelingen over een herziening van het kapitaaleisenraamwerk. Het
Bazelse Comité is daarnaast onlangs met een opslag in de leverage ratio gekomen
voor mondiale systeembanken (GSIBs). Inzet van Nederland in Europa is dat de
opslag breder geldt, namelijk ook voor banken die relevant zijn voor het Europese
of nationale systeem. Nederland zal conform het regeerakkoord de nationale
leverage ratio eis in lijn brengen met de Europese eis zodra deze geïntroduceerd
is.
35
Wat gaat u doen om het MKB, net als de multinationals, tegemoet te
komen, nu het MKB een verhoging van box 2, een verhoging van de BTW
en het terugdraaien van het tariefopstapje in de vennootschapsbelasting
voor haar kiezen krijgt?
Het antwoord op deze vraag is gelijk aan het antwoord op de vraag die door de
leden Asscher en Nijboer op 10 november 2017 is gesteld en op 14 november
2017 door de minister-president is beantwoord. Ik verwijs daarom naar die eerdere
beantwoording. 3
59
Bent u bereid de afschaffing van de dividendbelasting uit te stellen?
Het kabinet ziet geen aanleiding om indiening van dit wetsvoorstel uit te stellen.
De afschaffing van de dividendbelasting is voorzien per 1 januari 2020, tegelijk
met de implementatie van een bronbelasting op uitgaande dividendstromen naar
landen met zeer lage belastingen en in misbruiksituaties. Op Prinsjesdag 2018 zal
de staatssecretaris het daartoe strekkende wetsvoorstel aan uw Kamer aanbieden.
Bij de behandeling van dit wetsvoorstel zal hij met uw Kamer in gesprek gaan over
de maatregelen.
1 Kamerstukken II 2017/18, 34 700, nr. 54.
2 Kamerstukken II, 2017-2018, 21 501-07, nr. 1472.
3 Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 393, antwoord op vragen 13 en 14, pagina 2 en3.