1535
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de
berichten «Ex-moslims regelmatig bedreigd in Nederland» (Reformatorisch
Dagblad, 20 januari 2018) en «Duits parlement wil antisemitische asielzoekers
uitzetten» (NOS 18 januari 2018)? (ingezonden 26 januari 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede
namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 maart
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1265.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Ex-moslims regelmatig bedreigd in
Nederland» (Reformatorisch Dagblad, 20 januari 2018) en «Duits parlement
wil antisemitische asielzoekers uitzetten» (NOS 18 januari 2018)?
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Wat vindt u van het feit dat Somalische ex-moslims, die zich hebben bekeerd
tot het christendom, in Nederland noodgedwongen in het geheim moeten
samenkomen? Hoe vaak komen dergelijke ernstige situaties voor en welke
actie wordt ondernomen wanneer dergelijke signalen bekend worden?
Deelt u de overtuiging dat burgers in Nederland zonder vrees voor geweld
hun godsdienst moeten kunnen belijden? Bent u bereid om vanuit uw
verantwoordelijkheid voor het integratiebeleid een coördinerende en
agenderende rol richting gemeenten, politie en maatschappelijke organisaties
op u te nemen wanneer zich signalen voordoen dat deze fundamentele
vrijheid voor burgers niet gewaarborgd is?
Bent u op de hoogte van het feit dat mensen binnen bijvoorbeeld de Turkse
gemeenschap worden bedreigd omdat zij de islam hebben verlaten? Welke
inspanningen verricht u om ervoor te zorgen dat deze mensen het vertrouwen
hebben dat zij deze bedreigingen veilig kunnen melden en dat de
bedreigers worden aangepakt?
Antwoord 2, 3, 4
In Nederland is vrijheid van godsdienst een grondrecht. Een ieder in
Nederland zou zonder vrees voor geweld in vrijheid een godsdienst moeten
kunnen belijden. Bij mij en mijn collega zijn naast het bericht «Ex-moslims
regelmatig bedreigd in Nederland» (Reformatorisch Dagblad, 20 januari 2018)
geen feiten bekend over noodgedwongen geheime samenkomsten voor
Somalische ex-moslims die zich bekeerd hebben tot het christendom.
Incidenten waarbij sprake is van bedreiging, discriminerende uitlatingen,
aanzetten tot haat, oproepen tot gewelddadig optreden of intimidatie betreur
ik ten zeerste.
Slachtoffers kunnen altijd melding of aangifte doen van een strafbaar feit.
Sinds 1 april 2017 krijgen alle slachtoffers bij hun eerste contact met de
politie een schriftelijke verklaring van hun rechten en mogelijkheden voor
hulp. Slachtoffers hebben op grond van de nieuwe wetgeving recht op
informatie over hun rechten, over het verloop van hun strafzaak en over de
detentie van de dader. Zij krijgen daartoe een wensenformulier opgestuurd
door het OM en kunnen daarop aangeven waar zij behoefte aan hebben. Het
is uiteindelijk aan het OM om te bepalen of er voldoende aanknopingspunten
zijn om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen en zaken voor de rechter te
brengen.
Voor slachtoffers is er hulp en begeleiding voor, tijdens en na het strafproces
door Slachtofferhulp Nederland. Ook het OM en de politie leveren daaraan
hun bijdrage. Slachtoffers worden zo goed mogelijk geïnformeerd over het
verloop van het hele strafproces, zodat zij zo min mogelijk voor verrassingen
komen te staan.
Voorkomen is beter dan bestraffen. De ministeries van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid, maar ook gemeenten, politie en
maatschappelijke organisaties zetten zich in om discriminatie en uitsluiting
tegen gaan. Dit doen de ministeries van SZW en Justitie en Veiligheid
bijvoorbeeld door het uitvoeren van het Nationaal actieprogramma tegen
Discriminatie1 (NAD).
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bevordert daarnaast
kennis uitwisseling over vraagstukken rond zelfbeschikking via het Kennisplatform
Integratie en Samenleving (KIS). KIS organiseert in 2018 vier regionale
bijeenkomsten van het platform Eer & Vrijheid. Hier wordt informatie
uitgewisseld tussen o.a. gemeenten, politie, professionals en migranten(zelf)organisaties.
Vraag 5, 6, 7, 8
Bent u van mening dat als nieuwkomers afvalligheid van de islam niet
accepteren en zich schuldig maken aan bedreiging en/of geweld, dit
consequenties moet hebben voor het behouden of verkrijgen van een
verblijfsvergunning? Hoe vaak is het in de afgelopen vijf jaren voorgekomen
dat een asielzoeker is uitgezet of hem een verblijfsvergunning is geweigerd of
afgenomen wegens het bedreigen of anderszins lastigvallen van ex-moslims?
Is er volgens u in Nederland sprake van antisemitisme onder asielzoekers?
Om wat voor incidenten gaat het? Hoeveel meldingen komen er binnen en
wat gebeurt er met die meldingen?
Bent u, net als het Duitse parlement, van mening dat als asielzoekers zich
schuldig maken aan uitingen van antisemitisme, dit consequenties moet
hebben voor de verblijfsstatus?
Hoe vaak is het in de afgelopen vijf jaren voorgekomen dat een asielzoeker is
uitgezet of hem een verblijfsvergunning is geweigerd of afgenomen op basis
van antisemitisme?
Antwoord 5, 6, 7, 8
Voor alle asielzoekers in Nederland, dus ook voor asielzoekers die verblijven
bij het COA gelden Nederlandse normen, waaronder vrijheid van godsdienst.
Al bij het COA en in de inburgering (in het onderdeel Kennis Nederlandse
Samenleving) wordt aandacht besteed aan de Nederlandse grondrechten,
waaronder het feit dat we in Nederland vrijheid van godsdienst hebben. Zo
wordt samen met een diverse groep van levensbeschouwelijke organisaties
voorlichting gegeven over grondrechten en voert het COA met elke nieuwe
bewoner een rechten- en plichtengesprek. Dit gesprek is verplicht.
Het belemmeren van deze vrijheid wordt niet getolereerd. Bewoners die zich
niet wensen te houden aan de regels van de Nederlandse rechtsstaat, en/of
de huisregels van het COA, of die bedreigend gedrag vertonen ten opzichte
van andere bewoners worden streng aangepakt. Het COA maatregelenbeleid
is in 2016 aangescherpt, zoals aan uw Kamer uitgebreid geschetst in de
zogenoemde «maart-brief».2
Antisemitische denkbeelden kunnen voorkomen onder asielzoekers zoals dit
helaas soms ook bij anderen binnen de Nederlandse samenleving voorkomt.
Of er sprake is van antisemitisme onder asielzoekers, wordt niet geregistreerd.
Denkbeelden alleen zijn niet strafbaar. Indien sprake is van een
strafbaar feit stimuleert het COA het slachtoffer om aangifte te doen. Bij
strafbare feiten wordt door het COA altijd een melding gedaan bij de politie
en, indien COA-medewerkers direct getuige zijn van een strafbaar feit, kan
COA ook zelf aangifte doen.
Wanneer een vreemdeling een strafbaar feit pleegt, kan dat consequenties
hebben voor de asielprocedure en voor zijn verblijfsrecht in Nederland. Dit is
mede afhankelijk van de aard van het delict en de strafmaat.
Hoe vaak een asielzoeker is uitgezet of hem een verblijfsvergunning is
geweigerd of afgenomen wordt niet gecategoriseerd naar de aard van het
delict.
1 Kamerstuk 30 950 nr. 84
2 Kamerstuk 19 637, nr. 2179