Beantwoording Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA)
over de heffing van tol op de Westerscheldetunnel van en
naar Zeeuws Vlaanderen
Vraag 1.
Heeft u kennisgenomen van dit artikel over de heffing van tol voor verkeer dat
door de Westerscheldetunnel rijdt van en naar Zeeuws Vlaanderen? 1
Ja.
Vraag 2.
Hoe beoordeelt u het beschreven gevoel van Zeeuws-Vlamingen, die het onterecht
vinden dat zij per passage 5 euro tol moeten betalen voor een publieke
tunnelvoorziening, die een maatschappelijke en economische functie vervult als
aansluiting tussen Zeeuws Vlaanderen en Nederland?
Ik kan me heel goed voorstellen dat inwoners van Zeeuws-Vlaanderen het niet
prettig vinden om bij elke passage van de Westerscheldetunnel tol te moeten
betalen. We hechten in Nederland allen aan een goede en betrouwbare
infrastructuur en bij voorkeur willen we daar niet extra voor betalen. Het is helaas
zo dat infrastructuur een kostbare aangelegenheid is. Voor elke regio in Nederland
gelden daarbij aparte uitdagingen, die de gezamenlijke overheden zo goed
mogelijk aanpakken. In dit geval heeft dat geresulteerd in het vervangen van de
veerponten over de Westerschelde door een tunnel. Om de aanleg ervan te
realiseren, was het noodzakelijk tol in te stellen. Hoewel ik me dus het gevoel goed
kan voorstellen van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen, is het resultaat dat het
met de tunnel een stuk makkelijker is geworden om de rest van Zeeland en
Nederland te bereiken.
Vraag 3.
Deelt u de argumenten dat deze uitzonderlijke tolheffing voor deze publieke
wegverbinding met de rest van het land niet alleen onterecht is richting inwoners
maar de regio ook economisch benadeeld? Zo ja, wat betekent dat voor de keuze
van tolheffing? Zo nee, waarom niet?
Nee. De Westerscheldetunnel is er gekomen om de verbinding van ZeeuwsVlaanderen
met de rest van Nederland te versterken. Vroeger waren de inwoners
van Zeeuws-Vlaanderen afhankelijk van de veerponten tussen Vlissingen en
Breskens en tussen Kruiningen en Perkpolder. Dit gaf een inperking van het
normale autoverkeer, aangezien een overvaart afhankelijk was van de vertrektijd
en de capaciteit van de pont, maar ook van weersomstandigheden. Met de
Westerscheldetunnel is het mogelijk geworden om 24 uur per dag te reizen tussen
Zeeuws-Vlaanderen en de rest van Zeeland en Nederland. Door de forse
rijksbijdrage aan deze tunnel, konden de tarieven voor de tunnel gelijk gehouden
worden aan die van de veerponten. De provincie Zeeland is beheerder van de
Westerscheldetunnel. De provincie bepaalt hoe hoog de tarieven zijn en onder
welke voorwaarden eventuele kortingen beschikbaar worden gesteld als ook welke
dagen de tunnel jaarlijks tolvrij beschikbaar wordt gesteld.
Vraag 4.
Bent u het ermee eens dat een regio als Zeeuws-Vlaanderen zeker moet kunnen
zijn van gelijke behandeling en een gelijke eerlijke toegang tot publieke
voorzieningen, zoals een toegangsweg en de aansluiting op andere delen van het
land, wat voor deze regio maatschappelijk en economisch van groot belang is? Zo
nee, waarom niet?
Als uitgangspunt geldt voor een gelijke behandeling, gelijke gevallen. Zoals ik
hierboven al aangaf is per regio sprake van andere uitdagingen op het gebied van
bereikbaarheid. In deze situatie is dat de Westerschelde. Naast een bijdrage aan
de Westerscheldetunnel, investeert het Rijk, zoals in antwoord op vraag 5
aangegeven, in andere verbindingen in de regio om de bereikbaarheid van
Zeeuws-Vlaanderen te vergroten.
Vraag 5.
Bent u bereid om de tolheffing op de Westerscheldetunnel te heroverwegen en om
de benodigde maatregelen te nemen om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het gaat hier om een bestaande verbinding waarover zoals gebruikelijk
afspraken zijn gemaakt over de financiering. De provincie Zeeland beheert de
Westerscheldetunnel en besluit over de tolheffing op deze verbinding. Ik investeer
in andere projecten ter verbetering van de bereikbaarheid van ZeeuwsVlaanderen,
bijvoorbeeld de Sluiskiltunnel. Met deze tunnel waaraan ik
ca. 150 mln euro heb bijgedragen hoeft het doorgaande autoverkeer geen gebruik
meer te maken van de huidige draaibrug over het kanaal Gent-Terneuzen. Op de
rijksweg N61 is door het Rijk ca. 120 mln euro geïnvesteerd in een verbetering van
de verkeersveiligheid. Daarnaast draagt het Rijk ruim 80 mln. euro bij aan de
opwaardering van de provinciale weg N62 Sloe- en Tractaatweg, de verbinding
tussen Goes en de Belgische grens. De verbetering van de Tractaatweg tussen
Terneuzen en Zelzate in Vlaanderen, verhoogt eveneens de bereikbaarheid van en
in Zeeuws-Vlaanderen.
1 https://www.nrc.nl/nieuws/2018/02/21/schande-die-tol-voor-de-westerscheldetunnela1593112