1207
Vragen van de leden Becker, Ten Broeke en Bosman (allen VVD) aan de
Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van
Buitenlandse Zaken over het bericht «Deal in Nederland onder de radar»
(ingezonden 18 december 2017).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking) mede namens de Minister van Financiën
(ontvangen 19 februari 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Deal in Nederland onder de radar»?1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat een administratiekantoor in Den Haag aandeelhouder is
geworden van een reusachtig olieveld in Venezuela? Zo ja, klopt de bewering
dat de gesloten deal in strijd is met de wet en regelgeving in Venezuela?
Antwoord 2 en 4
Informatie met betrekking tot het aandeelhouderschap van een in Nederland
gevestigd administratiekantoor zou bekend kunnen zijn bij de Belastingdienst.
Op grond van de geheimhoudingsplicht van artikel 67 Algemene wet inzake
rijksbelastingen kan zoals bekend niet worden ingegaan op individuele
belastingplichtigen.
Vraag 3
Zijn de in het bericht genoemde commerciële handelingen rechtmatig, tegen
de achtergrond van de in internationaal verband ingestelde sancties tegen
Venezuela? Zo nee, welke stappen worden hiertegen ondernomen?
Op 13 november 2017 heeft de EU sancties ingesteld tegen Venezuela
bestaande uit een wapenembargo en een exportverbod op goederen die
gebruikt kunnen worden voor interne repressie en IT-surveillance. Daarnaast
is het wettelijk kader ingesteld voor persoonsgerichte sancties (tegoedenbevriezing
en reisrestricties) tegen degenen die zich schuldig maken aan
ondermijning van de democratie en mensenrechtenschendingen. Op
22 januari jl. zijn een zevental personen op de lijst geplaatst. Het sanctieregime
voorziet niet in een verbod of beperking op commerciële transacties
betrekking hebbende op de oliesector.
Vraag 4
Bent u van mening dat Nederland risico’s loopt als gevolg van de gesloten
overeenkomst? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Vraag 5
Hoe worden dergelijke commerciële handelingen in Europees of nationaal
verband getoetst, in het bijzonder op de vraag of ze in lijn zijn met sanctieregimes?
Alle onder Nederlandse jurisdictie vallende bedrijven dienen zich aan de
Nederlandse wet te houden, zo ook aan de in Nederland geldende sanctieverordeningen.
Het is aan bedrijven om dit zelf te toetsen. Overtreding van de
sanctiewetgeving kan leiden tot vervolging. Financiële instellingen hebben de
plicht tegoeden te bevriezen en financiële dienstverlening te staken van
gesanctioneerde partijen. Hierbij geldt dat financiële instellingen een
meldplicht hebben indien zij hiertoe overgaan. Financiële instellingen
brengen hun toezichthouder op de hoogte. Het niet voldoen aan deze
meldplicht kan leiden het nemen van bestuurlijke maatregelen door de
betreffende toezichthouder.
Vraag 6
Hoe verhouden de handelingen zich tot de richtlijnen van de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale
ondernemingen?
Het kabinet doet geen uitspraak over individuele casussen, maar bedrijven
dienen de wettelijke normen in zowel het land waar zij gevestigd zijn, als
landen waar zij activiteiten hebben, na te leven. Buiten de wettelijke kaders
verwacht het kabinet dat bedrijven internationaal maatschappelijk verantwoord
ondernemen door invulling te geven aan internationale normen voor
onder andere mensenrechten, arbeidsomstandigheden en milieu, zoals die
zijn neergelegd in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
(OESO-richtlijnen). Partijen kunnen een melding doen van vermeende
schendingen van de OESO-richtlijnen door bedrijven bij het Nationaal
Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP).
Vraag 7
Wanneer kan de Kamer het onderzoek van het Nationaal Contactpunt voor de
OESO-richtlijnen naar de mate waarin de Nederlandse olie- en gassector de
OESO-richtlijnen implementeert tegemoet zien?
Het onderzoek wordt in het voorjaar van 2018 afgerond. Het Nationaal
Contactpunt zal het onderzoek vervolgens aanbieden aan het kabinet, dat de
opdracht voor het onderzoek heeft gegeven. Het kabinet zal het onderzoek
daarna naar de Tweede Kamer sturen. Dit gebeurt voor de zomer van 2018.
1 http://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/16777-deal-in-nederland-onder-de-radar