2017Z18654
Vragen van het lid Koopmans (VVD) aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over (partij-)politieke propaganda in en rond het
stembureau (ingezonden 21 december 2017)
1
Herinnert u zich dat het bij de in maart jongstleden gehouden Tweede
Kamerverkiezingen is voorgekomen dat in een stembureau in een
multicultureel centrum c.q. moskee vlaggen van een bepaald land en
nationalistisch aandoende posters en/of schilderijen hingen?
Antwoord
Ja.
2
Kent u de zorgen die in het debat met de toenmalige minister van
Binnenlandse Zaken op 20 juni jl. zijn uitgesproken over (partij-)politieke
propaganda in en rond het stembureau, en die de minister toen heeft pogen
weg te nemen?
Antwoord
Ja.
3
Wat zult u doen om te voorkomen dat bij volgende verkiezingen vlaggen van
bepaalde landen en nationalistische posters of schilderijen hangen dan wel
andere uitingen zichtbaar zijn c.q. te horen zijn in of nabij een stembureau?
Antwoord
Ingevolge de Kieswet borgen de gemeenten bij de keus en inrichting van de
stemlokalen dat in het stemlokaal geen activiteiten worden ontplooid die erop
gericht zijn de kiezers in hun keuze te beïnvloeden. Indien naar het oordeel
van de gemeente de inrichting of functie van (een ruimte in) een gebouw de
kiezer mogelijk belemmert om onbezwaard zijn stem uit te brengen, dan dient
die locatie niet als stemlokaal te worden aangewezen, dan wel dient de
gemeente vooraf met de eigenaar en/of beheerder van dat gebouw afspraken
te maken over de inrichting van het gebouw op de dag van stemming. Ook als
op de dag van de verkiezing zaken worden geconstateerd die in de weg
kunnen staan van het zelfstandig en onafhankelijk uitbrengen van de stem,
dan is de gemeente verantwoordelijk in een oplossing te voorzien. Zo
herinner ik eraan dat in de gemeente Amsterdam de desbetreffende vlag en
posters uit het stemlokaal werden verwijderd.
4
Zijn de huidige artikelen in de Kieswet toereikend om politieke beïnvloeding
in en nabij stembureaus te voorkomen? Kunt u nu alle nodige maatregelen
nemen en zult u dit ook doen?
Antwoord
Ik acht de huidige wetgeving toereikend. In de instructie voor
stembureauleden, die ik voorafgaand aan de verkiezing ter beschikking stel
aan gemeenten, is voorgeschreven dat de leden van het stembureau erop
toezien dat in het stemlokaal geen activiteiten plaatsvinden die de kiezers in
hun stemgedrag kunnen beïnvloeden. Er mag dus bijvoorbeeld geen
campagne worden gevoerd in het stemlokaal. Aanwezigen die dat wel doen,
verstoren de orde. De instructie luidt dat in dat geval de desbetreffende
persoon of personen moeten worden weggestuurd.
5
Hoe is het recht van kiezers om het tellen van de stemmen bij te wonen
gereguleerd? Is er een aanmeldprocedure? Mogen kiezers die bij het tellen
van de stemmen aanwezig zijn uitingen dragen van politieke partijen, van
specifieke meningen of overtuigingen?
6
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat kiezers die bij het tellen van de
stemmen aanwezig zijn, uitingen dragen van politieke partijen, meningen en
overtuigingen? Bent u bereid, zo nodig, de wet- en regelgeving te
wijzigen?
Antwoorden
In een democratische rechtstaat is geborgd via het recht dat het
verkiezingsproces eerlijk en op een transparante wijze verloopt. Toegang voor
kiezers tot het tellen van de stemmen door het stembureau maakt daar
onderdeel vanuit. In artikel J 35 van de Kieswet is geregeld dat gedurende de
tijd dat het stembureau zitting houdt, iedere kiezer bevoegd is in het
stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en
de voortgang van de zitting niet wordt belemmerd. De vraag of de goede orde
wordt verstoord, is ter beoordeling van de voorzitter van het stembureau.
De Kieswet bepaalt dat kiezers aanwezig kunnen zijn bij de telling. Ik vind
het onwenselijk om kiezers voor te schrijven op welke wijze ze zich dienen te
kleden. Indien de goede orde wordt verstoord, kan de voorzitter van het
stembureau de orde handhaven.