Antwoorden Kamervragen van het lid Azarkan (DENK) aan de minister
van Justitie en Veiligheid, over het bericht dat een MarokkaansNederlandse
vrouw en haar kinderen zijn bekogeld met uitwerpselen.
(ingezonden 9 november 2017, nr. 2017Z15015)
Vraag 1
kent u het bericht ‘Marokkaans-Nederlandse vrouw en kinderen bekogeld
met uitwerpselen’? 1)
Ja.
Vraag 2
Heeft u reeds contact gelegd met de slachtoffers? Zo ja, heeft u namens
de Nederlandse regering uw bezorgdheid en medeleven betuigd? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de vrouw, die met haar kinderen op straat liep,
een walgelijke uiting als ‘klote moslima’ naar haar hoofd geslingerd
kreeg en bekogeld werd met uitwerpselen?
Vraag 5
In hoeverre wordt er slachtofferhulp verleend aan het slachtoffer?
Antwoord op vraag 2, 3 en 5
Het kabinet wijst iedere vorm van discriminatie af, of het nu gaat om ras,
godsdienst, levensovertuiging, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond
dan ook. Het zijn zaken met vaak grote gevolgen voor het slachtoffer, die echter
ook de samenleving als geheel raken.
Ook in dit geval hebben de slachtoffers iets meegemaakt dat veel impact heeft,
zowel op henzelf als op hun omgeving. Aan slachtoffers wordt bij de aangifte
standaard gevraagd of ze behoefte hebben aan slachtofferhulp, zo ja, dan worden
zij gebeld door Slachtofferhulp Nederland. Zij kunnen zelf bepalen of zij gebruik
willen maken van de praktische, juridisch en sociaal-emotionele ondersteuning die
Slachtofferhulp Nederland biedt. Het Kabinet ziet geen aanleiding om in dit geval
af te wijken van de reguliere ondersteuning en begeleiding die slachtoffers van
delicten aangeboden krijgen.
Vraag 4
Welke maatregelen neemt u naar aanleiding van deze specifieke
gebeurtenis?
Vraag 6
Hoe staat het met de strafrechtelijke vervolging van de verdachte(n)?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de bovenstaande gebeurtenis geen incident is,
maar het resultaat van groeiende islamofobie en moslimhaat in
Nederland? Zo ja, welke maatregelen neemt u om dit tegen te gaan? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 4, 6 en 7
De politie heeft in deze zaak een strafrechtelijk onderzoek ingesteld, maar er zijn
(nog) geen verdachte(n) in beeld gekomen. Mochten er zich nieuwe
ontwikkelingen voordoen dan zal de zaak weer worden opgepakt. Nu
opsporingsindicaties ontbreken kan uw vraag of de bovenstaande gebeurtenis het
resultaat is van groeiende islamofobie en moslimhaat niet worden beantwoord.
Vooralsnog zie ik geen aanleiding om op basis van het door u genoemde incident
te komen tot beleidswijzigingen.
Vraag 8
Begrijpt u de groeiende angst en zorgen die de islamitische
gemeenschap in Nederland voelt? Zo ja, wat gaat u doen om deze angst
en zorgen weg te nemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Kunt u precies aangeven wat het nieuwe kabinet anders gaat doen op
het gebied van het bestrijden van discriminatie en racisme, in de
breedste zin van deze woorden, ten opzichte van het vorige kabinet?
Vraag 10
Kunt u precies aangeven welke aanvullende maatregelen het nieuwe
kabinet gaat nemen op het gebied van het bestrijden van discriminatie
en racisme, in de breedste zin van deze woorden?
Antwoord op vragen 8, 9 en 10
In het algemeen merk ik op dat het regeerakkoord de doelstellingen van het
kabinet beschrijft van de aanpak van discriminatie. Een democratische
samenleving kan alleen functioneren als we een grens trekken als vrijheden van
de ander worden bedreigd, als iedereen meedoet en discriminatie wordt
bestreden. Voor homohaat, antisemitisme, moslimhaat, eerwraak, genitale
verminking, kinderhuwelijken, gedwongen huwelijken, haat zaaien en geweld
tegen andersdenkenden en tegen minderheden is geen plaats in onze
samenleving. Het kabinet staat voor een samenleving waar iedereen zich veilig
voelt om in vrijheid vorm te geven aan de eigen etnische, religieuze, seksuele en
culturele identiteit binnen de kaders van de rechtsstaat.
Het kabinet neemt verschillende maatregelen tegen discriminatie, zoals de
aanvulling van artikel 1 van de Grondwet tegen discriminatie op grond van
seksuele gerichtheid en een beperking. De behandeling van het initiatiefvoorstel
tot aanvulling van de Algemene wet gelijke behandeling ter verduidelijking van de
rechtspositie van transgender personen en intersekse personen wordt voortgezet
en de discriminatieverboden in het Wetboek van Strafrecht blijven ongewijzigd.
In het vorig jaar aan uw Kamer aangeboden Nationaal Actieprogramma tegen
Discriminatie is specifiek aandacht voor de aanpak van moslimdiscriminatie,
onder andere in de vorm van aandacht voor versterking van kennis en inzicht, het
verhogen van meldingsbereidheid en versterking van lokale samenwerking. Begin
volgend jaar zal een voortgangsrapportage van het Actieprogramma aan uw
Kamer worden aangeboden.
Het kabinet wil ook arbeidsmarktdiscriminatie met kracht aanpakken. De overheid
zal als werkgever het goede voorbeeld geven door een actief diversiteits- en
antidiscriminatiebeleid te voeren.
Vraag 11
Kunt u per maatregel beargumenteerd aangeven of het nieuwe kabinet
bereid is de volgende voorstellen uit te voeren 2): het invoeren van een
educatieve maatregel discriminatie, het invoeren van een
racismeregister, het uitvoeren van mystery guests (ofwel
loksollicitaties), verzwaring van de strafmaat voor discriminatieverboden
en het invoeren van een contacttaakstraf?
Hoofdregel is dat bij overtreding van de discriminatiebepalingen altijd een
strafrechtelijke reactie volgt (dagvaarding of transactie), indien de zaak zich
daarvoor technisch leent. Indien sprake is van een discriminatiefeit wordt er in
beginsel gedagvaard.
Voor commune delicten met een discriminatoir aspect geldt dat in de Aanwijzing
Discriminatie is opgenomen dat een discriminatoir aspect door de officier van
justitie in het requisitoir dient te worden benadrukt en als strafverzwarende
omstandigheid in de eis dient te worden betrokken. Daarbij geldt, afhankelijk van
de ernst van de zaak, een strafverzwaring met 50% of 100%.
Ten aanzien van de invoering van een educatieve maatregel discriminatie, een
racismeregister en een contacttaakstraf verwijs ik u naar de antwoorden op
Kamervragen van respectievelijk 31 mei 2016, 21 november 2016 en 24
november 2016 gesteld door het lid Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk)1
.
Voor wat betreft de maatregel tot het uitvoeren van mystery guests (ofwel
loksollicitaties), acht de Staatssecretaris van SZW aanpassing van de
bevoegdheden van de Inspectie SZW op dit punt, gelet op de aard van de
werkzaamheden van de Inspectie, niet wenselijk. Tijdens de
begrotingsbehandeling van SZW heeft de Staatssecretaris wel toegezegd dat de
ideeën in de motie Kuzu over o.a. het hanteren van mystery guests bij de aanpak
van arbeidsdiscriminatie worden meegenomen in het denken over het Actieplan
arbeidsmarktdiscriminatie voor juni 2018. Dat staat overigens los van de vraag of
de ideeën uit de motie ook daadwerkelijk worden gehonoreerd.
De bevoegdheden van het team Arbeidsdiscriminatie van de Inspectie SZW
richten zich op (non)discriminerend beleid op de werkvloer. Dit volgt uit de
Arbeidsomstandighedenwet welke bepalingen betrekking hebben op werknemers.
De Inspectie SZW heeft geen bevoegdheden ten aanzien van de werving- en
selectiefase, omdat sollicitanten niet de status van werknemer bezitten. De
Inspectie toetst generiek beleid en ziet niet op de beoordeling van individuele
gevallen. De beoordeling van individuele gevallen is een competentie die
toebehoort aan de rechter of het College voor de Rechten van de Mens. Zij zijn
hiertoe het beste uitgerust. De Anti Discriminatie Voorzieningen kunnen hierbij
een ondersteunende en adviserende rol vervullen.
De inzet van loksollicitaties door het team Arbeidsdiscriminatie past niet in dit
toetsingskader en de bevoegdheden van de Inspectie SZW. Daarbij heeft de
Inspectie SZW een transparante werkwijze, waar het inzetten van het middel
loksollicitaties tegenin druist. Bovendien neigt het middel naar (strafrechtelijke)
uitlokking, omdat werkgevers niet bewust op zoek zijn naar een sollicitant om af
te wijzen. Een dergelijke werkwijze wordt dan ook niet wenselijk geacht.
1) https://joop.bnnvara.nl/nieuws/marokkaans-nederlandse-vrouw-bekogelduitwerpselen
2) https://www.bewegingdenk.nl/wp-content/uploads/2016/10/Ketenaanpakdiscriminatie.pdf
1 Aanhangsel Handelingen II 2015/16, 2965, vragen 5 en 6.
Aanhangsel Handelingen II 2016/17, 565, vraag 12.
Aanhangsel Handelingen II 2016/17, 582, vraag 12.