Antwoorden van de Ministers voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken op vragen van
leden Voordewind (ChristenUnie), Diks
(GroenLinks), Van den Hul (PvdA) en Van der Staaij (SGP) over de
waarschuwing van Unicef over de zorgwekkende situatie van 8,5 miljoen
kinderen in Syrië en omliggende landen
Vraag 1
Kent u het bericht “Unicef: Syrische oorlogswinter bedreigt miljoenen kinderen”? 1)
Wat is uw reactie op de waarschuwing van Unicef dat 8,5 miljoen kinderen
humanitaire noodhulp moeten krijgen en dat de situatie met de winter voor de
deur steeds zorgwekkender wordt?
Ja. Het kabinet volgt de situatie rond Syrië nauwlettend en is zich terdege bewust
van de effecten van de oorlog op kinderen. De schrijnende situatie in heel Syrië,
en met name op plekken als het belegerde Oost-Ghouta, baart het kabinet grote
zorgen. Nederland zet zich wekelijks in de ISSG (International Syria Support Group)
in om de zorgwekkende situatie aan de kaak te stellen en zal zich in 2018 ook in
de VN Veiligheidsraad ervoor inzetten om de schrijnende situatie in Syrië, en met
name van kinderen, waar mogelijk te verbeteren. Nederland draagt via bijdragen
aan UNICEF op het gebied van voedselzekerheid en humanitaire hulp bij aan het
lenigen van de noden van kinderen in Syrie. Ook draagt Nederland bij via de VN
Pooled Funds aan het bieden van additionele hulp in de voorbereidingen op de
winter, met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen als vrouwen en meisjes.
Vraag 2
Welke actie onderneemt u om bij te dragen aan humanitaire noodhulp aan de 8,5
miljoen kinderen in Syrië en omliggende landen, in het bijzonder aan
levensreddende hulp aan 1,5 miljoen kinderen?
Nederland heeft in de periode van 2012-2017 EUR 382 mln. bijgedragen aan het
verlichten van noden in de Syrië regio, met specifieke aandacht voor de kwetsbare
situatie van vrouwen en meisjes. In 2017 heeft Nederland EUR 24,5 mln.
bijgedragen, waarvan EUR 10 mln. aan de VN Pooled Funds, EUR 4 mln aan het
Nederlandse Rode Kruis en EUR 8,5 mln aan de Dutch Relief Alliance ten behoeve
van bescherming, water, sanitaire voorzieningen, en gezondheid. Via deze
bijdragen, alsook de ongeoormerkte bijdragen van Nederland aan onder andere
UNICEF van EUR 17 miljoen voor humanitaire hulp in 2017, draagt Nederland bij
aan levensreddende hulp voor Syriërs, met specifieke aandacht voor kinderen. In
2018 gaat Nederland door met het bieden van levensreddende hulp, onder andere
via de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance.
Vraag 3
Bent u bereid om in internationaal verband met spoed aandacht te vragen voor de
humanitaire noodsituatie in Oost-Ghouta in Syrië, waar één op de negen kinderen
levensbedreigend ondervoed is?
Het kabinet is op de hoogte van de erbarmelijke situatie in Oost-Ghouta, waar de
laatste weken sprake is van een zware geweldsescalatie terwijl de humanitaire
toegang nihil is en er een zwaar tekort is aan voedsel en medische voorzieningen.
Er is zware ondervoeding, vooral bij kinderen. Nederland benadrukt internationaal
het belang van naleving van het internationaal humanitair oorlogsrecht en
mensenrechten. Specifiek pleit Nederland in de ISSG wekelijks voor het mogelijk
maken van medische evacuaties en voor humanitaire toegang tot Oost-Ghouta.
Verder heeft Nederland samen met het Verenigd Koninkrijk aangedrongen op een
gezamenlijke EU-verklaring die op 18 december jl. door Commissaris Stylianides is
uitgebracht en die oproept tot onmiddellijke bescherming van burgers. Nederland
is ook een grote donor in het VN Humanitarian Pooled Fund Damascus, dat nu een
reserve aanhoudt voor Oost-Ghouta om humanitaire hulp te leveren zodra er
toegang is tot het gebied. Zonder toestemming van het regime kan die toegang
echter niet worden bewerkstelligd. Het is dan ook zeer frustrerend dat het regime
geen gehoor geeft aan de internationale oproepen om de belegering van OostGhouta
op te heffen, en humanitaire hulp door te laten.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de positie van kinderen centraal moet staan bij
vredesonderhandelingen en diplomatieke overleggen over crisisgebieden? Gaat u
zich inspannen om de positie van kinderen blijvend onder de aandacht te brengen
en te versterken?
Kinderen worden vaak het hardst getroffen door crisissituaties, zoals ook duidelijk
te zien is in Syrië. Het kabinet blijft zich ervoor inzetten dat hun rechten worden
gewaarborgd en de specifieke noden van kinderen adequaat worden
geadresseerd.
Vraag 5
Bent u bereid om namens Nederland als lid van de VN-Veiligheidsraad in 2018 de
positie van kinderen in oorlogen en conflicten hoog op de agenda van de VNVeiligheidsraad
te zetten en blijvend hiervoor aandacht te vragen?
Ja. De handhaving van humanitair oorlogsrecht en mensenrechten, waaronder ook
de rechten en positie van kinderen, is een prioriteit voor Nederland tijdens het
lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad. Het is heel belangrijk dat de SecretarisGeneraal
van de VN en zijn speciale vertegenwoordiger voor Children and Armed
Conflict in alle onafhankelijkheid en met voldoende middelen jaarlijks blijven
rapporteren over schendingen van de rechten van kinderen en de aanpak van
daders. Overtreders ter verantwoording roepen en de strijd tegen straffeloosheid
zijn daarbij het leidmotief. De lijst van overtreders in het jaarlijkse rapport kan
positieve verandering tot stand brengen en heeft een preventieve functie. Als lid
van de Veiligheidsraad neemt Nederland ook deel aan de Working Group on
Children and Armed Conflict. In die werkgroep wordt mogelijk nog in 2018 een
rapport over Children And Armed Conflict in Syrië behandeld. Daarbij zal
Nederland zich inzetten voor scherpe aanbevelingen aan de Veiligheidsraad in lijn
met de algemene prioriteiten voor de bescherming van kinderen in gewapend
conflict.
Vraag 6
Erkent u het essentiële belang van resolutie 2165 van de VN-Veiligheidsraad voor
cross-border operaties in Syrië voor organisaties als Unicef om kinderen te kunnen
bereiken met humanitaire hulp? Erkent u het essentiële belang van
onvoorwaardelijke verlening van resolutie 2165? Bent u bereid om zich in de VNVeiligheidsraad
maximaal in te spannen voor onvoorwaardelijk verlenging van de
resolutie voor cross-border operaties voor humanitaire hulp in Syrië?
Na een kort maar intensief onderhandelingsproces is resolutie 2165 op 19
december jl. voor 12 maanden verlengd. Nederland heeft waar mogelijk de
penvoerders van de resolutie gesteund en zal dit in 2018 zeker blijven doen. Cross
border hulp bereikt maandelijks meer dan een miljoen mensen in Syrië. Gelet op
de verwachting dat de humanitaire noden in 2018 groot zullen blijven (ref
Humanitarian Needs Overview 2018) en het feit dat het logistiek gezien
onmogelijk is die noden te adresseren met cross line hulp, was het essentieel dat
resolutie 2165 verlengd werd. Het blijft belangrijk om alle mogelijke modaliteiten
in te zetten om levensreddende hulp te bieden in Syrië.