2017Z18657
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit over de hoge aantallen dode, gewonde en kreupele kippen
in eierboerderijen, ook die met een Beter Leven-keurmerk (ingezonden
21 december 2017).
Vraag 1
Heeft u de berichten gelezen over de undercoverbeelden die onlangs in
Nederlandse schuren zijn gemaakt waarin hennen worden gehouden voor de
productie van eieren, waaruit blijkt dat in alle soorten houderijen, van
kooisystemen tot Rondeel en biologisch en scharrelsystemen met een Beter
Leven-keurmerk, sprake is van grote aantallen dode, gewonde en kreupele
kippen?1 2
Vraag 2
Wat is uw reactie hierop?
Vraag 3
Heeft u opgemerkt dat ook in stallen met scharrelkippen van voormannen van
de sector zelf (Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland) dode, gewonde en
kreupele kippen zijn aangetroffen?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat gemiddeld 8 procent van de leghennen in de eierproductie
in Nederland vroegtijdig sterft, wat wil zeggen dat zij voordat zij de
leeftijd van 18 maanden hebben bereikt (de leeftijd waarop ze normaliter
worden afgevoerd naar de slacht) dood in de stal worden aangetroffen? Kunt
u uiteenzetten om hoeveel dieren dat jaarlijks gaat?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de vroegtijdige sterfte in de biologische leghennenhouderij
nog hoger ligt, tussen de 10 en 15 procent? Om hoeveel dieren gaat dat
jaarlijks?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat er geen sprake is van individuele zorg aan de kippen
die in deze systemen worden gehouden en dat zij dus geen behandeling of
verzorging krijgen als zij ziek of gewond zijn?
Vraag 7
Erkent u dat dit minstens op gespannen voet staat met de wettelijke
zorgplicht voor dieren, zoals vastgelegd in artikel 1.4 van de Wet dieren? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening in de uitspraak van de Dierenbescherming «De beelden
zijn «geen pretje». Maar wij lopen niet weg voor het feit dat het ook in stallen
met het Beter Leven-keurmerk geen kippenhemel is. Doel van ons keurmerk
is om stap voor stap naar een betere situatie voor de dieren te gaan. Maar
ideaal wordt het nooit. Als je zoveel dieren bij elkaar zet, zijn verwondingen
en uitval niet te voorkomen»?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat ook de sector zelf («tussen 125.000 kippen kun je er
altijd wel een vinden waar wat mee aan de hand is») erkent dat het met de
huidige aantallen dieren in leghennensystemen onmogelijk is om het
dierenwelzijn op een dusdanig niveau te brengen dat verwondingen en
structurele vroegtijdige sterfte kan worden voorkomen?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat in het Ingrepenbesluit in 2001 al is vastgelegd dat
ingrepen aan dieren in de pluimveehouderij moeten worden beëindigd,
waarbij een periode van tien jaar in acht werd genomen waarin een aantal
ingrepen nog werd toegestaan, zoals het kappen van snavels? Kunt u
bevestigen dat deze overgangstermijn in 2011 zonder resultaat is verlopen en
dat het kabinet na Kamervragen en moties in 2013 tot het besluit kwam om in
september 2018 een definitief einde te maken aan het kappen van snavels in
de pluimveehouderij? Kunt u, kortom, bevestigen dat de Nederlandse
regering al een poosje op het standpunt staat dat het van belang is om te
komen tot een pluimveehouderij zonder ingrepen, zoals ook door uw
ambtsvoorganger nog eens is verwoord?3 4 5 6
Vraag 11
Erkent u dat het de geloofwaardigheid van zowel de regering als de sector
zelf geen goed doet als (wettelijke) beloften om een einde te maken aan
ingrepen bij dieren in de veehouderij niet worden waargemaakt maar
voortdurend worden uitgesteld?
Vraag 12
Welke maatregelen heeft u voorbereid om het beloofde definitieve verbod op
snavelkappen in de pluimveehouderij per 1 september 2018 daadwerkelijk in
te kunnen laten gaan?
Vraag 13
Erkent u dat het moreel problematisch is om dieren in aantallen te houden,
waarbij vaststaat dat een groot aantal dieren gewond of kreupel zal raken,
waarbij zorg aan individuele gewonde, zieke of kreupele dieren wordt
onthouden en waarbij een groot aantal dieren zal sterven louter als gevolg
van de omstandigheden waarin zij worden gehouden?
Vraag 14
Bent u bereid om parallel aan het snavelkapverbod fors strengere eisen te
stellen aan de hoeveelheid kippen die op een bepaald oppervlak mag worden
gehouden om zo de structurele verwondingen en vroegtijdige sterfte te
voorkomen?
Vraag 15
Is het u bekend dat het gemiddelde inkomen op leghennenbedrijven het
afgelopen jaar fors is toegenomen?7
Vraag 16
Erkent u dat de voorgenomen subsidiëring van de eiersector ten behoeve van
een imagoverbeteringscampagne na de fipronilcrisis op verschillende
manieren maatschappelijk omstreden is, niet in de laatste plaats vanwege de
structurele dierenwelzijnsaantastingen die gepaard gaan met de productie
van eieren maar ook vanwege de door het kabinet zelf onderschreven
noodzaak om als samenleving om te schakelen naar een duurzamer en
plantaardiger menu? Bent u bereid de subsidiëring van deze sector te staken?
Zo nee, waarom niet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Futselaar (SP), ingezonden 21 december 2017 (vraagnummer 2017Z18646).
1 https://www.ad.nl/economie/undercoverbeelden-tonen-dode-kippen-op-eierboerderij~ad53caf0/
2 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/12/19/actiegroep-filmt-stapels-dode-hennen-a1585577
3 Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 3528
4 Kamerstuk 21 501–32, nr. 630
5 Kamerstuk 31 389, nr. 129
6 Kamerstuk 28 286, nr. 852
7 https://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2152486/Fipronilcrisis-sommige-boeren-hebbenkippen-met-gouden-eieren