Beantwoording Kamervragen van het lid Kröger
(GroenLinks) over het RIVM-onderzoek naar GenX in het
drinkwater
Vraag 1
Bent u geschrokken van het onderzoek van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) dat aangeeft dat er mogelijke sprake is van een andere GenXvervuilingsbron
of -vervuilingsbronnen?1
Kunt u aangeven welke extra maatregelen
worden getroffen om de andere bronnen van GenX-vervuiling op te sporen?
Uw Kamer heeft op 20 november het RIVM-onderzoek ontvangen waarin
onderzocht is in welke mate GenX in ons drinkwater voorkomt2
. Belangrijkste
conclusie uit het rapport van het RIVM is dat het onderzoek heeft bevestigd dat
ons drinkwater veilig is.
In de brief van 24 november 2017 bent u nader geïnformeerd over de extra
metingen in oppervlaktewater, naar aanleiding van verhoogde concentraties in het
gezuiverde afvalwater van twee Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Hierin is
tevens aangegeven welke maatregelen getroffen zijn om de mogelijke bron(nen) te
achterhalen3
. De aanpak vindt plaats in goede afstemming tussen alle betrokken
bevoegde gezagen. Tijdens het wetgevingsoverleg van 27 november heb ik
aangegeven dat de uitkomsten van het nadere onderzoek naar de bron(nen) begin
2018 worden verwacht. Uw Kamer wordt hierover zo spoedig mogelijk
geïnformeerd.
Vraag 2
Klopt het dat de GenX-technologie een gepatenteerd product van
Dupont/Chemours is? Is momenteel een dialoog met Dupont/Chemours gaande
over wat de andere bron van vervuiling zou kunnen zijn?
Het klopt dat de GenX-technologie gepatenteerd is. Als onderdeel van het
brononderzoek hebben de betrokken bevoegde gezagen (provincie Zuid-Holland
en Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant) contact met alle betrokken stakeholders
waaronder Chemours.
Vraag 3
Heeft u zicht op welke bedrijven of overige instanties in Nederland de GenXtechnologie
toepassen waarbij GenX-stoffen ontstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
heeft een ander bedrijf of instantie een vergunning om GenX-stoffen te lozen in het
water?
De Omgevingsdiensten die over de BRZO-bedrijven gaan (Besluit Risico’s Zware
Ongevallen) hebben samen met de Waterschappen en Rijkswaterstaat inzicht in de
uitstoot van deze bedrijven, via de vergunningverlening en het toezicht. Zij zijn
hiervoor het bevoegde gezag. Er zijn bij mij op basis daarvan geen andere gevallen
bekend van emissies van GenX in Nederland. In het kader van het nu lopende
brononderzoek in Noord-Brabant wordt specifiek onderzocht of er mogelijk andere
bedrijven zijn die GenX-stoffen in hun proces gebruiken.
Vraag 4
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek
naar bioaccumulatie en de mogelijke opstelling van een oppervlaktekwaliteitsnorm?
Wordt bij het opstellen van zo’n norm ook rekening gehouden met
schadelijkheid voor biodiversiteit of milieu? Zo nee, waarom niet?
In de ambtshalve wijziging van de Provincie Zuid-Holland is een
onderzoeksverplichting opgenomen gericht op het aanleveren van gegevens voor
de bioaccumulatie. Op 27 juli jl. heeft Chemours conform de
onderzoeksverplichting een onderzoeksvoorstel ingediend. Mede op advies van het
RIVM heeft de DCMR namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 6
september 2017 het door Chemours ingediende onderzoeksvoorstel goedgekeurd.
Zodra het onderzoekrapport aan de Provincie Zuid-Holland is aangeboden zal ik
advies vragen aan RIVM of het haalbaar is om met de aangeleverde gegevens een
oppervlaktewater-kwaliteitsnorm af te leiden. Mocht uit de gegevens van dit
onderzoek blijken dat een oppervlaktewater-kwaliteitsnorm haalbaar is, dan zal ik
het RIVM verzoeken om met een advies te komen voor een indicatieve (ad-hoc)
milieukwaliteits-norm (MKN). Bij het afleiden van een MKN wordt expliciet gekeken
naar de ecologische effecten.
1 RIVM Rapport 2017-0175
2 Kamerstukken 28 089, nr. 53.
3 Kamerstukken 28 089, nr. 54.