2017Z16596
Vragen van de leden Beckerman en Van Nispen (beiden SP) aan de ministers voor
Rechtsbescherming en van Economische Zaken en Klimaat over het blokkeren van de
laagdrempelige procedure bij de Spreekuurrechter voor aardbevingsschadezaken (ingezonden
29 november 2017)
1
Kent u het artikel ‘Groninger gasgedupeerden: ‘Rechtbank spant samen met NAM’’? 1)
2
Deelt u de mening dat het essentieel is dat het vertrouwen in de rechtspraak behouden blijft,
nu veel Groningers het vertrouwen in de overheid en de NAM, naar onze mening terecht,
volledig kwijt zijn?
3
Deelt u voorts de mening dat wanneer mensen niet laagdrempelig en tegen niet al te hoge
kosten hun recht kunnen halen dit het vertrouwen in de rechtspraak kan schaden? Kunt u dit
antwoord toelichten?
4
Is het waar dat een eerder door de rechtbank Noord-Nederland geaccepteerde en van een
zaaksnummer voorziene aanmelding van een zaak, waarin schade door mijnbouw van de
Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt gesteld, een zaaksnummer heeft gekregen,
dat er een zaaksdossier onder dit nummer is aangelegd en dat in die zaak een brief aan de
NAM is gezonden om de NAM voor te bereiden op een later volgend contact zijdens de
rechtbank, met als centrale vraag of er bereidheid van de NAM is om te participeren in een
procedure bij de 'Spreekuurrechter', een procesmodel dat berust op artikel 96 van het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)?
5
Is het waar dat die brief niet is gevolgd door het in die brief geschetste vervolg van een door
de rechtbank te initiëren telefoongesprek met de NAM?
6
Is het waar dat het niet volgen van deze route is veroorzaakt doordat een leidinggevende van
de rechtbank Noord-Nederland heeft ingegrepen? 2)
7
Is er, voor of na dit ingrijpen, contact geweest tussen de rechtbank Noord-Nederland en de
NAM of enig persoon namens de NAM?
8
Is het waar dat in deze mailberichten in algemene zin wordt aangegeven dat is en zal worden
geweigerd om conflicten tussen gedupeerden van mijnbouwschade en de NAM door te
geleiden aan een kantonrechter, bevoegd op grond van artikel 96 Rv, al dan niet met
toepassing van het procesmodel 'Spreekuurrechter'? 1)
9
Mag een gerechtsbestuur of een door dit bestuur aangestelde leidinggevende functionaris, een
zaak eigenlijk wel weghouden bij een rechter? Zo ja, op basis van welke aan dit bestuur bij
wet toegekende bevoegdheid?
10
Wat vindt u van de opmerking dat binnen het procesmodel 'Spreekuurrechter' alleen ‘relatief
eenvoudige geschillen’ zouden kunnen worden behandeld? Klopt het dat dat nergens is
vastgelegd en dat er ook geen grond voor is om dit aan te nemen en om 'de Spreekuurrechter'
daartoe te beperken? Zijn in de praktijk alleen maar 'relatief eenvoudige geschillen'
behandeld?
11
Hoe gaat u er voor zorgen dat deze laagdrempelige, toegankelijke, eenvoudige en snelle
procedure bij 'de Spreekuurrechter' de facto wel beschikbaar wordt, juist voor Groningers met
aardbevingsschadezaken, omdat juist deze procedure kan helpen om het danig aangetaste
vertrouwen in de staat te herstellen?
12
Is het in december 2016 door de Tweede Kamer beschikbaar gestelde bedrag van 200.000
euro voor financiële hulp bij de rechtsgang voor slachtoffers van aardbevingen, inmiddels
beschikbaar voor Groningers? Zo nee, waarom niet en kunt u toelichten wanneer en hoe dit
geld wel beschikbaar zal komen?
1) Telegraaf, 28 november 2017, Groninger gasgedupeerden: ‘Rechtbank spant samen met
NAM’
2) In dit verband wordt verwezen naar twee mailberichten van die leidinggevende, van
respectievelijk 23 en 24 oktober 2017 aan degene op wie de aanmelding van de zaak
betrekking heeft.