Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) over
digitale verkrachting, ingezonden 4 december 2017 (kenmerk
2017Z16984)
Vraag 1
Kent u het bericht 'Zweed (41) krijgt 10 jaar cel voor verkrachting via
Skype'? 1
Ja.
Vraag 2
Is het onder dwang aanzetten tot seksuele handelingen via internet ook
in Nederland strafbaar als zijnde verkrachting? Zo ja, op grond van welk
artikel? Zo nee, op grond van welke strafbare feiten zou wel tegen
dergelijke praktijken kunnen worden opgetreden? Maakt het daarbij uit
of de slachtoffers buiten Nederland worden gemaakt?
Het onder dwang aanzetten tot het online verrichten van seksuele handelingen
kan in Nederland het strafbare feit aanranding opleveren (artikel 246 Wetboek van
Strafrecht (Sr)). Als het slachtoffer een kind is, kan er sprake zijn van strafbare
ontucht met een kind beneden de leeftijd van zestien jaren (artikel 247 Sr) of
verleiding van een minderjarige tot ontucht (artikel 248a Sr). Als de gedragingen
“live” plaatsvinden met een minderjarige voor een webcam en de beelden worden
vastgelegd of als de dader een minderjarig slachtoffer opdraagt van de seksuele
handelingen foto- of filmopnamen te maken en die toe te sturen, kan overgegaan
worden tot vervolging op grond van het misdrijf kinderpornografie (artikel 240b
Sr). In een recente Nederlandse zaak met betrekking tot webcammisbruik van
tientallen jonge slachtoffers uit diverse landen heeft de rechtbank een maximale
gevangenisstraf van tien jaar en acht maanden gevangenisstraf opgelegd wegens
(onder andere) (poging tot) aanranding en verleiding van een minderjarige2
.
Van verkrachting (artikel 242 Sr) is sprake als iemand een ander dwingt tot het
ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam. In het onderzoek “Herziening van de
zedendelicten?” (2015) wordt op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad
geconcludeerd dat handelingen die bestaan uit het iemand dwingen tot het
seksueel binnendringen bij zichzelf of bij een ander of het iemand dwingen tot het
ondergaan van een binnendringen door een ander of door een dier buiten de
reikwijdte van het misdrijf verkrachting vallen.3
Strafrechtelijk optreden tegen het
onder dwang aanzetten tot seksuele handelingen via internet op grond van het
misdrijf verkrachting lijkt gelet hierop niet goed mogelijk.
De Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die zich in Nederland aan
een strafbaar feit schuldig maakt. Een feit wordt onder meer beschouwd in
Nederland te zijn begaan indien Nederland de plaats is waar de gedraging
plaatsvindt ("leer van de gedraging"). Als vanuit Nederland via het internet
strafbare feiten worden gepleegd kan, ook in het geval slachtoffers buiten
Nederland worden gemaakt, vervolging naar Nederlands recht plaatsvinden.
Vraag 3
Waarin zitten de verschillen tussen het Zweedse en Nederlandse
strafrecht als het gaat om strafbaarstelling van het gebruik van internet
met betrekking tot seksuele delicten met minderjarigen?
Uit het persbericht van de Zweedse rechtbank4
kan worden opgemaakt dat de
rechtbank in de Zweedse zaak een substantieel deel van de handelingen waartoe
de slachtoffers online zijn aangezet heeft gekwalificeerd als ernstig seksueel
misbruik of seksuele dwang. De meest ernstige handelingen, zoals handelingen
waarbij slachtoffers werden gedwongen tot het verrichten van seksuele
handelingen met honden of andere jongere kinderen, zijn door de rechtbank
gekwalificeerd als verkrachting. Het online aanzetten tot dergelijke online
handelingen valt, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, op grond van de
Nederlandse wetgeving niet onder de reikwijdte van het misdrijf verkrachting,
maar onder de reikwijdte van andere misdrijven. Dit laat onverlet dat op dit soort
gedragingen ook in de Nederlandse strafwet delictsomschrijvingen zijn
toegesneden die wat strafpositie betreft dicht tegen het strafmaximum van het
misdrijf verkrachting aan komen. Daaruit kan worden afgeleid dat de Nederlandse
strafwetgever over de ernst en strafwaardigheid van deze gedragingen op een
vergelijkbare lijn zit als de Zweedse, die op dit misdrijf een maximale
gevangenisstraf van tien jaren heeft gesteld.
Vraag 4
Bent u van plan om bij de door u aangekondigde herziening van de
zedentitel van het Wetboek van Strafrecht om ook in Nederland 'digitale
verkrachting' als afzonderlijk misdrijf strafbaar te stellen? Zo ja, aan
welke richting denkt u? Zo nee, waarom niet?
Binnen mijn ministerie is een wetsvoorstel tot modernisering van de
zedenwetgeving in voorbereiding. Doel is onder meer om digitaal gepleegde
zedenmisdrijven een duidelijke plaats te geven in het wettelijke kader. Bij brief van
31 augustus 20175
is aan Uw Kamer meegedeeld dat het deskundigenoverleg over
de modernisering van de zedenwetgeving nog gaande is. De reikwijdte van de
strafrechtelijke aansprakelijkheid voor verkrachting wordt hierbij betrokken. Uw
Kamer zal, zoals eerder toegezegd, van de uitkomsten dit overleg op de hoogte
worden gesteld. Na afronding van het deskundigenoverleg kan naar verwachting
in de loop 2018 een wetsvoorstel tot modernisering van de zedenwetgeving in
consultatie worden gegeven.
1 https://www.telegraaf.nl/nieuws/1377072/zweed-41-krijgt-10-jaar-cel-voor-verkrachting-viaskype
2 ECLI:NL:RBAMS:2017:1627.
3 Herziening van de zedendelicten? Een analyse van Titel XIV, Tweede Boek, Wetboek van
Strafrecht met het oog op samenhang, complexiteit en normstelling, mr. dr. K. Lindenberg,
mr. dr. drs. A.A. van Dijk, WODC, 2015, p.60 e.v.
4 http://www.uppsalatingsratt.domstol.se/Om-tingsratten/Nyheter-ochpressmeddelanden/Man-doms-till-tio-ars-fangelse-for-sexualbrott-via-internet/
5 Kamerstukken II 2016/17 29 279, nr. 394.