Antwoorden Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister voor
Rechtsbescherming over de zorg voor kinderen van ouders in detentie.
(ingezonden 10 november 2017, 2017Z15115)
Vraag 1
Kent u het bericht 'Kinderen met ouders in detentie willen betere informatie, zorg
en ondersteuning'? 1)
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de initiatiefnota van het lid Bouwmeester (PvdA) 'Maak van een
onschuldig kind geen slachtoffer (33177, nr. 2), de brief van de minister voor
Jeugd en Gezin inzake de ondersteuning van moeders en minderjarige kinderen
tijdens en na detentie (31700 XVII, nr. 53), de toezeggingen van de
staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kader van verbetering van de zorg
voor kinderen met ouders in detentie (33177, nr. 7), het onderzoek van het lid
Volp (PvdA) 'Kinderen van gedetineerde moeders' 2) en de antwoorden op vragen
van het lid Rebel (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over
deze problematiek? 3)
Ja.
Vraag 3
Hoe komt het dat ondanks alle bovenstaande informatie en toezeggingen uit het
onderzoek van de Kinderombudsman blijkt dat er nog steeds een gebrek bestaat
aan informatie, ondersteuning en zorg voor kinderen van ouders in detentie? Wie
zijn verantwoordelijk voor dit gebrek?
Ik vind het van groot belang dat kinderen zo min mogelijk nadeel ondervinden van
het feit dat (een van) hun ouders in detentie verblijft/verblijven. Ik neem de
recente berichtgeving van de kinderombudsman hierover dan ook serieus. Zowel
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als het ministerie van Justitie
en Veiligheid dragen verantwoordelijkheid voor de zorg voor deze kinderen. Vanuit
de verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid bezien gaat
het om de inzet van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Reclassering Nederland
(RN), Slachtofferhulp Nederland (SHN), het Openbaar Ministerie (OM) en de politie.
In de verdere beantwoording van de Kamervragen richt ik me op de bijdrage van
deze partijen.
Vraag 4
Wat is er sinds 2012, toen de genoemde initiatiefnota Bouwmeester verscheen en
tot toezeggingen tot verbeteringen leidde, concreet gedaan om de positie van
kinderen met ouders in detentie te verbeteren? En welke van de toegezegde
verbeteringen zijn niet of niet voldoende in de praktijk gebracht?
Er zijn meerdere verbeteringen doorgevoerd om de positie van de kinderen met
(een) ouder(s) in detentie te verbeteren. Hiermee zijn alle toezeggingen die naar
aanleiding van de initiatiefnota zijn gedaan, gestand gedaan.
De kindcheck is geïntroduceerd. De kindcheck wordt in de eerste plaats door de
politie gedaan. De politie vraagt de aangehouden persoon of hij of zij de zorg
heeft voor minderjarige kinderen.
Voorts meldt de inrichting standaard binnen twee werkdagen na aanvang van de
detentie van zowel vrouwen als mannen aan de gemeentelijke coördinator nazorg
dat iemand is gedetineerd. De gemeente wordt verzocht binnen vijf dagen uit te
zoeken of de betreffende gedetineerde de zorg over minderjarige kinderen heeft.
In de inrichting verifieert ook de casemanager dit nogmaals bij de gedetineerde.
Indien nodig wordt de gemeente geïnformeerd.
De digitale postservice is inmiddels in alle inrichtingen beschikbaar. Kinderen
kunnen daarmee te allen tijde een bericht aan hun gedetineerde ouder sturen.
Ook kan in enkele inrichtingen door de gedetineerde een skype-sessie worden
aangevraagd. Er lopen momenteel op dit terrein twee pilots, afhankelijk van de
resultaten van deze pilots zal ik bezien of skypen in alle inrichtingen mogelijk
gemaakt moet worden.
De bezoekmogelijkheden voor kinderen aan hun gedetineerde moeder zijn als
toegezegd, uitgebreid. Naast het reguliere wekelijkse bezoek, is het
tweewekelijkse weekendbezoek ingevoerd voor afgestrafte moeders.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het op zijn minst opmerkelijk en zelfs pijnlijk is om te lezen
dat kinderen nog steeds aangeven dat zij niet goed geïnformeerd worden over wat
ze kunnen verwachten als een van hun ouders gedetineerd wordt? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?
Ja. Als gezegd vind ik het belangrijk dat kinderen zo min mogelijk nadeel
ondervinden van het feit dat (een van) hun ouders in detentie verblijft/verblijven.
Ik hecht dan ook groot belang aan de bevindingen van de kinderombudsman en
zal hier nader op ingaan bij mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de aanbevelingen die de Kinderombudsman doet,
overgenomen en (nu wel) uitgevoerd moeten worden? Zo ja, kunt u per
aanbeveling aangeven hoe en wanneer u die gaat uitvoeren en hoe u gaat toezien
dat de acties die daaruit voortvloeien daadwerkelijk tot verbetering leiden? Zo
nee, welke aanbeveling gaat u dan niet uitvoeren en waarom niet?
Ik vind het van groot belang dat kinderen van gedetineerden zo min mogelijk last
hebben van de detentie van hun ouder(s). Ik maak mij er dan ook hard voor om
-uiteraard voor zover de praktische uitvoerbaarheid, de veiligheid en de
doelmatigheid van de werkprocessen bij politie, OM en DJI het toelaten – zoveel
mogelijk aanbevelingen over te nemen.
Aanbevelingen voor de politie en Openbaar Ministerie (OM) ten tijde van
en na de aanhouding
(voornamelijk aanhouden buiten aanwezigheid van kinderen, als dit niet gaat
begeleiding voor de kinderen meebrengen, zorgen dat de kinderen snel te horen
krijgen waar hun aangehouden ouder(s) is/zijn, als kinderen ook worden
meegenomen houd dan rekening met hun leeftijd en rechten, zorg dat kinderen
de schade aan hun huis niet zien na een zoeking of aanhouding en zorg voor één
aanspreekpunt voor het gezin.)
De politie en het OM onderschrijven net als ik het belang van de aanbevelingen
van de Kinderombudsman die hen aangaan. Bij de politie wordt inmiddels
standaard de kindcheck uitgevoerd. Politiemedewerkers en officieren van justitie
houden in hun optreden altijd zo veel mogelijk rekening met het belang van het
kind en handelen voor zover de omstandigheden het toelaten dan ook in lijn met
de aanbevelingen uit het rapport van de kinderombudsman.
De politie werkt daarin ook nauw samen met andere instanties, zoals het OM en
Jeugdzorg.
Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen tijdens (lange)
detentie
(Zorg voor informatie over hoe een gevangenis er van binnen uitziet en wat een
kind te wachten staat, zorg dat ouder en kind elkaar elke maand kunnen zien in
een kindvriendelijke ruimte met mogelijkheden om samen iets te doen, laat
ouder en kind elkaar knuffelen, maak mogelijk dat kinderen buiten schooltijd op
bezoek kunnen komen, faciliteer dat vrijwilligers die kinderen begeleiden naar een
bezoek ook mee mogen de pi in, sta toe dat er foto’s worden gemaakt, laat baby’s
en peuters ook meedoen aan ouder-kinddagen, zorg dat het personeel tijdens de
bezoeken vriendelijk is voor kinderen.)
In de afgelopen jaren zijn diverse maatregelen genomen om meer en beter
contact tussen ouder(s) en kind mogelijk te maken. Zo zijn er minimaal vier keer
per jaar ouder-kind dagen, is het mogelijk om in het weekend in een moederkindhuis
te logeren, kunnen kinderen hun ouders tijdens het reguliere
weekendbezoekuur bezoeken en is -afhankelijk van het dagprogramma- in
sommige inrichtingen ook op woensdagmiddag bezoek mogelijk.
De mogelijkheid van fysiek contact tussen ouder en kind bestaat bij bezoek
zonder toezicht en op de ouder-kind-dagen. Tijdens reguliere bezoeken is dit uit
het oogpunt van veiligheid voor de kinderen maar ook voor de andere
gedetineerden, hun bezoek en het personeel niet mogelijk.
Baby’s en peuters kunnen ook tijdens ouder-kinddagen op bezoek bij hun
gedetineerde ouder(s). Echter, voor de begeleiding van een baby of peuter moet
er vanaf de bezoekende kant iemand meekomen of moet een beroep gedaan
worden op een vrijwilliger.
Daarnaast is geïnvesteerd in het personeel, zodat de kinderen op de juiste manier
benaderd worden. Ook zijn de ruimtes zelf aangepast op bezoek van kinderen.
Wel constateer ik dat het informatiemateriaal voor kinderen over een gevangenis
of een bezoek aan een gevangenis nog beperkt is. Ik zal dan ook inzetten op film
en ander informatiemateriaal speciaal voor kinderen met een ouder in detentie,
om hun een beter beeld te geven waar hun ouders verblijven en wat ze kunnen
verwachten op het moment dat ze op bezoek komen in de inrichting.
Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële inrichtingen ten aanzien van
contact met gedetineerde ouder
(faciliteer telefonisch of app-contact tussen kinderen en ouders ook op momenten
dat kinderen er behoefte aan hebben, extra verlof op belangrijke momenten
(verjaardagen etc) of verlof als de verzorgende ouder ernstig ziek is, contact via
de webcam in de avond en het betrekken van de familie bij ziekte van de
gedetineerde ouder.)
Contact tussen een kind en zijn gedetineerde ouder(s) is van groot belang. Er zijn
reeds verschillende mogelijkheden hiertoe. Daarnaast wordt momenteel beproefd
of dit kan worden uitgebreid met skype-contact buiten de bezoekuren om. Ook
kent een aantal inrichtingen de mogelijkheid om gedetineerden via videoopnames
hun kinderen voor te laten lezen. De dvd’s met de opnames worden naar
de kinderen thuis verzonden.
In alle inrichtingen is het voor ouders mogelijk om als dat nodig is, via een
beveiligde videoverbinding contact te hebben met hun kinderen thuis.
Indien de achtergebleven, zorgende ouder ernstig ziek is, bestaat de mogelijkheid
voor de gedetineerde ouder om (voor een periode van maximaal drie maanden)
strafonderbreking aan te vragen en zo te komen helpen thuis. Ik bekijk per
individueel geval of dit wordt gehonoreerd.
Indien de gedetineerde ouder ernstig ziek is, ligt de beslissingsbevoegdheid over
eventueel bezoek bij de directeur van de inrichting die hiervoor alle belangen zal
afwegen.
Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële inrichtingen ten aanzien van
verlof, vrijkomen en de toekomst
(betrek ouders bij de opvoeding van hun kinderen, geef ouders veel proefverlof,
meld de familie als een gedetineerde ouder op verlof mag, begeleid het
(weder)opbouwen van de band tussen ouder en kind.)
In de inrichting wordt veel gedaan (wekelijks bezoek, bezoek zonder toezicht,
ouder-kinddagen en logeren in het moeder-kindhuis) om het contact tussen een
kind en zijn gedetineerde ouder(s) zo goed mogelijk te houden.
Ook wordt gedurende de detentie zowel voor moeders (gedragsdeskundigen zijn
aanwezig om waar nodig het contact tussen moeder en kind te begeleiden en
herstellen, er wordt wekelijks opvoedondersteuning gegeven en een aantal
moeders neemt deel aan de opvoedtraining Betere Start) als voor vaders (d.m.v.
de workshop ‘vrij verantwoord vaderschap’ die in een aantal inrichtingen door
vrijwilligers wordt georganiseerd) gewerkt aan verbetering van de opvoedkundige
kwaliteiten. In het kader van de cursus ‘Betere start’ kunnen gedetineerde
moeders extra verlof krijgen om in de thuissituatie met hun kinderen de opgedane
kennis in praktijk te brengen.
In de penitentiaire inrichtingen Leeuwarden en Veenhuizen is de pilot
gezinsbenadering gestart. Het doel is de relatie tussen de gedetineerde vader en
zijn kinderen en partner te intensiveren en optimaliseren. Daarbij staat het belang
van het kind centraal. Zowel penitentiaire inrichtingen Leeuwarden als Veenhuizen
beschikken over een speciale gezinskamer waar vaders in een ontspannen setting
hun kinderen kunnen ontvangen en samen kunnen knuffelen, tv-kijken, spelen,
huiswerk maken of gesprekken kunnen voeren.
Door DJI wordt de terugkeer van een gedetineerde zorgvuldig voorbereid. De
terugkeer verloopt stapsgewijs, met een uitbreiding van verlof, begeleid verlof,
onbegeleid verlof, penitentiaire programma’s en weekendverlof. Soms wordt
gebruik gemaakt van een enkelband tijdens het verlof. Ingeval van een korte
detentie bestaan geen verlofmogelijkheden.
Het informeren van de kinderen van gedetineerden dat hun gedetineerde ouder
op verlof mag ligt op de weg van de gedetineerde zelf. Daar komt nog bij dat een
gedetineerde een verlofadres op dient te geven, alvorens hij of zij met verlof mag.
De bewoner van het opgegeven verlofadres is aldus op de hoogte van zijn of haar
komst en is daarmee akkoord mee gegaan. Als dit het adres van de verzorgende
ouder is kan die de kinderen voorbereiden.
Aanbeveling voor de reclassering
(reclassering moet ook aandacht hebben voor het gezin nadat de gedetineerde
ouder weer thuis is)
De reclassering is zich er van bewust dat personen die een strafbaar feit hebben
gepleegd deel uitmaken van een (sociaal) systeem. Onder andere familieleden,
collega’s, vrienden en kennissen maken deel uit van het systeem. Juist om gedrag
te veranderen, is het van belang om ook naar dit systeem te kijken bij het bepalen
van de aanpak.
De reclassering zet in toenemende mate in op het betrekken van het systeem bij
haar aanpak. Het systeem kan invloed hebben op gedrag van de ex-gedetineerde
en ook wordt gekeken naar welke interventies nodig zijn om recidive te
voorkomen. De gezinssituatie is onderdeel van dit systeemgericht werken, zodat
ook de belangen van eventuele kinderen zo goed mogelijk wordt geborgd. Hierbij
wordt niet alleen gekeken naar de mogelijkheden van de reclassering zelf maar
ook van andere instanties.
Aanbeveling voor Slachtofferhulp Nederland
(kinderen en jongeren die getuige zijn van de aanhouding van hun ouder moeten
worden aangemerkt als slachtoffer.)
Aanpassing van de juridische definitie van slachtoffers is niet nodig, omdat hulp
door Slachtofferhulp Nederland niet uitsluitend is voor personen die slachtoffer
zijn in de zin van het Wetboek van Strafvordering, maar ook voor bijvoorbeeld
omstanders en getuigen. Wanneer familieleden of organisaties als politie of OM
contact opnemen met SHN ten behoeve van een kind dat getuige is geweest van
een aanhouding, dan ondersteunt SHN het kind zelf of zorgt zij, afhankelijk van de
problematiek, voor doorverwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening.
Een verruiming van de definitie in de wet is bovendien niet wenselijk.
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de begroting
van Justitie en Veiligheid?
In verband met het grote aantal, de uiteenlopende onderwerpen en de
complexiteit van de vragen, is dit niet mogelijk gebleken.