2017Z13382
Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
(ontvangen 7 december 2017)
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Het ging taalschool om het geld'? 1)
Ja.
Vraag 2
Waarom duurde het zo lang voordat signalen over slechte lessen en
kwalijke praktijken de instanties bereikten en er werd ingegrepen door
intrekking van het keurmerk?
Blik op Werk heeft (anonieme) klachten over Maximaal Taal B.V.
binnengekregen die dusdanig ernstig waren dat Blik op Werk onmiddellijk
actie heeft ondernomen. De taalschool werd verplicht binnen 5 werkdagen
hoor/wederhoor te geven. De aantijgingen waren van dien aard dat Blik op
Werk binnen 10 werkdagen na het gesprek met deze taalschool over is gegaan
tot schorsing van Maximaal taal B.V (3 juli 2017).
De schorsing is vervolgens op 23 oktober verlengd vanwege mogelijke
belangenverstrengeling en de klacht van de gemeente Utrecht hierover. Ook
speelde mee dat er onvoldoende cursisten waren om een goed beeld te kunnen
schetsen wat betreft de waardering van de lessen.
Blik op Werk heeft toezicht in de klas laten uitvoeren waaruit bleek dat de
kwaliteit van het gegeven onderwijs voldoende was. Aanvullend is er een
tevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Panteia, waarvan Blik op Werk op 2
november de resultaten heeft ontvangen. Op grond van het
tevredenheidsonderzoek is besloten het keurmerk definitief in te trekken.
Gezien de bovengenoemde ontwikkelingen en de zorgvuldigheid die hierbij
moet worden betracht acht ik dit een acceptabele termijn.
Vraag 3
Hoe kan het dat de huidige taallessen bij deze taalschool doorgaan,
terwijl het keurmerk is opgeschort? Moeten de lessen niet worden
opgeschort?
Uit toezicht in de klas blijkt dat bij de vestiging van Maximaal Taal B.V. die
nu nog open is de kwaliteit van het onderwijs voldoende is. Het besluit om
het keurmerk in eerste instantie op te schorten in plaats van meteen in te
trekken is gemaakt, omdat in het geval van intrekking van het keurmerk
vooral inburgeraars die vlak voor het examen zitten gedupeerd zouden
worden. Deze inburgeraars zouden dan vlak voor afronding van hun cursus
een andere school moeten zoeken. Bij intrekking van het keurmerk kunnen de
lessen namelijk niet meer via de DUO-lening gefinancierd worden. In het
geval van schorsing hebben cursisten wel onmiddellijk de mogelijkheid om
kosteloos hun contract te beëindigen en over te stappen naar een andere
taalschool.
Nu het keurmerk is ingetrokken zullen cursisten de mogelijkheid krijgen om
een andere school/aanbieder te vinden. In hoeverre dit leidt tot een aanpassing
van de verplichte termijn die gesteld is aan het behalen van het
inburgeringsexamen is ter beoordeling aan DUO.
Vraag 4
Is er een goed en laagdrempelig meldpunt voor vluchtelingen die
klachten hebben over hun taalschool?
Elke taalschool met het keurmerk van Blik op Werk heeft een
klachtenreglement. Als een klacht niet naar tevredenheid wordt afgehandeld
kunnen cursisten naar de telefonische klachtenlijn bellen van Blik op Werk.
Elke taalschool (keurmerkhouder) moet hierover actief communiceren met de
inburgeraars. Daarnaast kan de klachtenlijn ook bereikt worden via email.
Inburgeraars kunnen hierbij in hun eigen taal hun klacht indienen: er is een
Engels en Arabisch sprekende medewerker. Indien andere talen noodzakelijk
zijn wordt een tolk ingezet. Blik op Werk houdt periodiek toezicht op
taalaanbieders via audits en sinds kort is er ook sprake van toezicht in de
klassen. Het is van groot belang dat klachten worden gemeld, zodat Blik op
Werk hier actief op kan handelen. Wanneer de kwaliteit onvoldoende blijkt te
zijn of wanneer er bepaalde onrechtmatigheden plaatsvinden, kan Blik op
Werk overgaan tot schorsing of intrekking van het keurmerk.
Vraag 5
Vindt u het wenselijk dat vluchtelingen op deze manier volledig
verantwoordelijk zijn voor het vinden van een goede taalschool?
Vraag 6
Bent u bereid te onderzoeken hoe gemeenten meer grip kunnen krijgen
op de inburgering van hun inwoners, bijvoorbeeld door hen mee te laten
lezen voordat vluchtelingen een contract met een taalschool aangaan?
Antwoord vraag 5 en 6:
Er zijn hulpmiddelen voor gemeenten om inburgeraars te ondersteunen bij
hun keuze voor een taalschool. Deze mogelijkheden zijn toegelicht in de brief
‘inburgering’ van 11 oktober 2016 (Kamerstuk 32 824, nr. 161). Zo zijn er
bijvoorbeeld extra mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de gemeenten,
zoals de maatschappelijke begeleiding inclusief het
participatieverklaringstraject (onderdeel hiervan is de taak om
asielgerechtigden te adviseren over de te volgen inburgeringcursus) en de
taaleis in de bijstand. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe zij invulling geven
aan deze ondersteuning. Daarnaast hebben gemeenten sinds 27 juni 2017
beschikking over relevante gegevens uit het informatiesysteem ISI m.b.t. het
participatieverklaringstraject (Stb. 2017,286) en zijn er op gemeenteniveau
periodieke rapportages beschikbaar op de DUO website, om zo een beter
zicht op de voortgang van de inburgering in hun gemeente te krijgen. Mijn
ambtsvoorganger schreef voor de zomer in de pre-evaluatiebrief al dat
gemeenten dit inmiddels goed hebben opgepakt (Kamerstuk 32 824, nr. 199).
Dit kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd een grotere rol voor
gemeenten te zien in de inburgering. Komende tijd wordt u over de
uitwerking hiervan nader geïnformeerd.
Vraag 7
Vindt u het wenselijk dat taalscholen geld verdienen aan het scholen van
vluchtelingen en het kennelijk dusdanig lucratief is om er mee te
frauderen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de huidige marktwerking in de inburgering de
oorzaak is voor dit soort ongewenste praktijken?
Vraag 9
Deelt u de mening dat dit bericht aanleiding is om het
inburgeringssysteem om te vormen tot een publiek stelsel zonder
marktwerking waarbij de overheid verantwoordelijkheid neemt voor de
inburgering?
Antwoord vraag 7, 8 en 9:
Het inburgeringsonderwijs is tot dusver gekoppeld aan een vrije markt van
vraag en aanbod waarin de kwaliteit wordt gewaarborgd. Inburgeraars kiezen
zelf hun traject. Gezien de grote instroom van vluchtelingen een aantal jaar
geleden is het niet onlogisch dat het aantal spelers in de markt is toegenomen.
Nieuwe taalscholen kunnen het aspirant keurmerk aanvragen bij Blik op Werk
en na een jaar als zij voldoen aan de verplichtingen het reguliere keurmerk
ontvangen. Veel taalscholen voldoen aan hun verplichtingen. Door middel
van jaarlijkse audits en het toezicht in de klas op de kwaliteit van het
onderwijs probeert Blik op Werk voldoende garantie te geven. Daarnaast is er
ook extern toezicht op de kwaliteit georganiseerd en krijgen alle
taalaanbieders voor het eind van 2018 bezoek van toezichthouders. In geval
van fraude is het van belang dat mensen dit zo spoedig mogelijk melden bij
de daartoe aangewezen instantie zodat actie kan worden ondernomen. Dit
kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd de wijze waarop
inburgeringscursussen worden gegeven en de examens worden getoetst te
zullen herzien waarbij kwaliteit, effectiviteit en handhaving van belang zijn.
1) AD/Utrechts Nieuwsblad, 4 oktober 2017