Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kuik (CDA) over het promoten van
onbeperkt zonnen . (2017Z15949)
1
Heeft u kennisgenomen van de komst van een zonnebankketen waar klanten voor
een vast maandbedrag om de dag kunnen bruinen en de bezorgde reactie van
huidartsen hierop? 1)
Ja.
2
Heeft u tevens kennisgenomen van het definitieve rapport van het Scientific
Committee on Health, Environmental and Emerging Risks (SCHEER), waaruit blijkt
dat bewezen is dat het gebruik van een zonnebank de kans vergroot op
huidkanker, dat de potentiële gunstige effecten van zonnebanken niet opwegen
tegen dit risico en dat er tevens geen veilige hoeveelheden bestaan waaraan men
aan UV-straling van zonnebanken blootgesteld kan worden? 2)
Ik heb kennisgenomen van het definitieve rapport van het SCHEER van de
Europese Commissie. Ik heb uw Kamer bij brief van 30 augustus 2016 (TK
2016/17, Aanhangsel Handelingen nr. 3388) gemeld dat ik in afwachting ben van
de wijze waarop de Europese Commissie met dit rapport wil omgaan om op basis
daarvan te bezien welke vervolgstappen daarbij passen. Een Europese aanpak van
de problematiek kan immers effectiever zijn. De Europese lidstaten hebben in april
2017 naar aanleiding van dit SCHEER-rapport bij de Europese Commissie
aangedrongen op een richtsnoer voor het veilig gebruik van zonnebanken. De
Europese Commissie heeft aangegeven dit verzoek in overweging te nemen.
3
Hoe kijkt u naar de komst van ‘onbeperkt zonnen’ in relatie tot de conclusies van
het in vraag 2 genoemde SCHEER-rapport en de oplopende cijfers van mensen die
huidkanker krijgen?
Het is mij bekend dat het gebruik van zonnebanken voor jongeren en mensen met
kwetsbare huidtypen verhoogde gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Het
SCHEER-rapport bevestigt dat er sterk bewijs is dat blootstelling aan UV-straling
van de zon en de zonnebank huidkanker kan veroorzaken. Ik vind derhalve de
komst van ‘onbeperkt zonnen’ onder een zonnebank vanuit het oogpunt van
volksgezondheid een ongewenste ontwikkeling als daarbij de veiligheidseisen niet
in acht worden genomen.
4
Klopt het dat de zonnebankketen, waar klanten voor een vast maandbedrag om de
dag kunnen bruinen, zonder personeel in de zonnestudio’s werkt? Zo ja, klopt het
dat in dergelijke zonnestudio’s niet op de leeftijd van klanten wordt gecontroleerd?
Vindt u het wenselijk dat hier niet op gecontroleerd wordt?
Ik heb de NVWA gevraagd om een bezoek te brengen aan de Nederlandse
vestiging van de Deense aanbieder van zonnebanken om na te gaan of de
ondernemer zich houdt aan de wettelijke voorschriften voor het veilig gebruik van
zonnebanken. Indien de ondernemer de voorschriften voor veilig gebruik niet
naleeft, zal de NVWA passende maatregelen nemen.
5
Deelt u de mening dat juist voorlichting over risico op huidkanker moet worden
gepromoot in plaats van onbeperkt zonnen? Bent u van plan hier actie op te
ondernemen? Zo ja, aan welke acties denkt u?
5. In de beantwoording van de vragen van uw Kamer over het risico van het
gebruik van zonnebanken van 15 juni 2015 (TK 2014/15, Aanhangsel nr. 2596) is
aangegeven dat het belangrijk is dat er goede informatie voorhanden is over de
gevaren van zonnebanken en zonnen in het algemeen. Ook aanbieders van
zonnebanken hebben een belangrijke rol bij het wijzen van consumenten op deze
risico’s. Daarnaast kunnen consumenten op internet betrouwbare informatie
vinden. Zo informeren bijvoorbeeld zorgprofessionals en het KWF op hun websites
over de gevaren van de zon en over de risico’s van het gebruik van zonnebanken.
Aanvullende maatregelen op dit gebied zijn derhalve naar mijn mening niet
noodzakelijk.
6
Hoe staat het met het eerder aangekondigde onderzoek naar het verbeteren van
de handhavingsmogelijkheden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA)? Wanneer wordt de Kamer over dit onderzoek geïnformeerd? 3)
Over het onderzoek naar de manieren om de handhavingsmogelijkheden van de
NVWA te verbeteren, wil ik op dit moment nog geen conclusies trekken. Zoals in de
beantwoording op vraag 2 toegelicht, wacht ik eerst de wijze af waarop de
Europese Commissie met het SCHEER-rapport in Europees verband wil omgaan,
om op basis daarvan te bezien welke vervolgstappen daarbij op nationaal niveau
passen.
1) AD, “Huidartsen niet blij met 'onbeperkt zonnen'-formule” (15 november 2017)
2) Scientific Committee on Health, Environmental and Emerging Risks, “Opinion
on Biological effects of ultraviolet radiation relevant to health with particular
reference tosunbeds for cosmetic purposes” (17 november 2016).
3) Aanhangsel Handelingen, TK 2015/16, nr. 3388 en Aanhangsel Handelingen, TK
2014/15, nr. 2596.