2017Z14679
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media over regionale samenwerking tussen publieke en private
mediabedrijven (ingezonden 3 november 2017)
1
Heeft u kennisgenomen van het besluit van de provincie Friesland om
het voornemen om te komen tot een Fries Mediacentrum te beëindigen?
Ja.
2
Klopt het dat soortgelijke samenwerkingen tussen regionale omroepen
en regionale kranten in Limburg, Brabant en Twente eerder ook al zijn
stukgelopen?
Ja.
3
Deelt u de conclusie van de provincie Friesland dat de Mediawet te veel
beperkingen kent waardoor het niet mogelijk is om in een combinatie
van mediabedrijven met verschillende wijzen van financiering een vorm
van samenwerking te vinden die leidt tot een nieuwe geldstroom? Zo
nee, waarom niet?
Samenwerking tussen publiek gefinancierde media-instellingen en commerciële
mediabedrijven is gebonden aan regelgeving op Europees niveau. Het gaat hierbij
om de Europese staatssteunregels en de Omroepmededeling. Het uitgangspunt is
dat publiek geld dat bedoeld is voor het uitvoeren van een publieke taakopdracht,
niet mag weglekken naar commerciële bedrijven. In Nederland is die regelgeving
uitgewerkt in art. 2.141 van de Mediawet, in het dienstbaarheidsverbod. Het is
een belangrijk uitgangspunt van ons rechtssysteem dat publiek geld rechtmatig
besteed wordt, en het dienstbaarheidsverbod vormt daarvoor een belangrijke
waarborg.
De afgelopen jaren verkeert de geschreven (regionale) pers in financieel zwaar
weer door teruglopende reclame-inkomsten en oplagecijfers. Het is logisch dat er
in tijden van druk behoefte is aan bundeling van krachten door samen te werken
in de journalistiek en nieuwsvoorziening. In de praktijk is die samenwerking echter
vaak lastig. Dat is ook te zien in deze casus. Publieke media-instellingen mogen in
principe geen winst maken, terwijl commerciële mediabedrijven niet kunnen
overleven zonder die winst. Dat is een inherent verschil in belang, waar
samenwerkingen (overigens ook buiten de mediasector) vaak op stuklopen. Zie
ook mijn antwoord op vraag 4. Ik ben hier in de beantwoording van de schriftelijke
vragen over het onderzoek naar de journalistiek ook uitgebreid op ingegaan.1
4
Klopt het dat samenwerking tussen Omrop Fryslân en de NDC
Mediagroep onherroepelijk zou leiden tot ingrijpen van het
Commissariaat voor de Media? Zo nee, op welke wijze kunnen een
privaat en een publiek mediabedrijf wel samenwerken?
Zie ook mijn antwoord op vraag 3. Het Commissariaat heeft onlangs een nieuwe
brochure uitgebracht waarin helder wordt uitgelegd in welke gevallen
samenwerking is toegestaan, en onder welke voorwaarden. In deze brochure staat
onder andere een handig stroomschema waarin partijen kunnen bekijken of hun
beoogde samenwerking mag volgens de Mediawet.2
Als partijen willen
samenwerken, maar er onduidelijkheid is over de mogelijkheden, kunnen zij
hierover met het Commissariaat in gesprek gaan. Naar aanleiding van de brochure
organiseert het Commissariaat bovendien voorlichtingsbijeenkomsten voor lokale,
regionale en landelijke publieke omroepen om uit te leggen welke manieren van
samenwerking mogelijk zijn.
Als een organisatie de Mediawet schendt, is het Commissariaat bevoegd om in te
grijpen. Dit is overigens in de praktijk nog nooit nodig geweest bij dit type
samenwerkingen, laat het Commissariaat mij weten.
5
Is er contact geweest tussen het Commissariaat voor de Media en de
provincie Friesland over de mogelijkheden die de Mediawet biedt voor
samenwerking tussen private en publieke samenwerking? Zo ja, wat is
daarbij besproken?
Ik heb hierover navraag gedaan bij zowel het Commissariaat als bij de provincie
Friesland. Beide partijen laten mij weten dat er geen contact is geweest over het
Fries Regionaal Mediacentrum.
6
Op welke wijze gaat u – mede in het licht van de genoemde problemen
die in Friesland, Limburg, Brabant en Twente – werk maken van de
afspraak uit het regeerakkoord dat samenwerking (publiek en privaat)
op lokaal en regionaal niveau wordt bevorderd?
In een eerdere brief aan uw Kamer heeft mijn voorganger al uiteengezet wat de
knelpunten zijn bij het opzetten van samenwerkingen tussen publieke mediainstellingen
en private mediabedrijven. Hierin werd al geschetst dat het vanwege
de hierboven genoemde Europese regelgeving niet mogelijk zal zijn om
samenwerking tussen publieke en private bedrijven winstgevend te maken voor
de private partijen. Simpelweg de Nederlandse wetgeving aanpassen is dus geen
directe oplossing voor het door u geconstateerde probleem.3