Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Futselaar (SP) over het
bericht dat bontartikelen in tien Europese landen onjuist worden gelabeld
(kenmerk 2017Z13034, ingezonden 2 oktober 2017).
1
Bent u bekend met het bericht ‘Onjuiste labelling van bontartikelen in tien
Europese landen'?
Antwoord
Ja.
2
Wat is uw reactie op het onderzoek van de Fur Free Alliance waaruit blijkt dat er
bij 68% van de onderzochte bontartikelen niet conform Europese wetgeving is
gelabeld?
Antwoord
Bedrijven en merken in de kleding- en textielsector behoren zich aan de
etiketteringsregels zoals gesteld in de Verordening (EU) nr. 1007/2011 (hierna:
Textielverordening) te houden. Wanneer de onderzochte bontartikelen onjuist
geëtiketteerd zijn, vind ik dat verontrustend. Hiermee komt het doel van de
Textielverordening, consumentenbescherming door consumenten van juiste
productinformatie te voorzien zodat zij bewuste aankoopkeuzes kunnen maken, in
het geding.
3
Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor strikte naleving van de
labellingsplicht?
Antwoord
De Textielverordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks van
toepassing in elke lidstaat. Signalen dat de verordening niet wordt nageleefd,
neem ik ernstig.
Misleidende handelspraktijken, waarbij onjuiste informatie wordt verstrekt
waardoor de consument tot een transactie besluit waartoe hij anders niet had
besloten, zijn verboden bij Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van
ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en vallen onder
Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van
27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die
verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake
consumentenbescherming. Ik zal daarom het rapport van de Fur Free Alliance ‘Fur
labelling problems in the EU-market’ agenderen in de EU Commissiewerkgroep
‘Commission Expert Group on Textile Names and Labelling’, om te bespreken hoe
de naleving van de labellingplicht verbeterd kan worden. Verder zal ik het rapport
onder de aandacht brengen van het EU Platform on Animal Welfare, dat is
ingesteld als expertgroep voor dierenwelzijn van de Europese Commissie.
4
Op welke wijze wordt momenteel gecontroleerd in hoeverre de lidstaten de
labellingsplicht naleven en worden hierover cijfers verzameld door de
handhavingsdiensten van de verschillende lidstaten?
Antwoord
Bedrijven en merken zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het
voldoen aan de labellingplicht zoals voorgeschreven in de Textielverordening.
De handhavingsdiensten van de verschillende lidstaten hebben op grond van
diezelfde verordening de verantwoordelijkheid om hier op toe te zien.
Voor zover ik weet zijn er geen gegevens over Europese naleving van de
handhavingsdiensten beschikbaar. Het toezicht van de NVWA is reactief, wat
betekent dat de NVWA naar aanleiding van meldingen of vragen optreedt.
5
Hoe vaak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderzoek
gedaan naar naleving van de labellingsplicht in Nederlandse winkels en hoe vaak
zijn er overtredingen geconstateerd sinds het onderzoek dat Bont voor dieren in
2014 heeft verricht?
Antwoord
Stichting Bont voor Dieren heeft in 2014 een steekproef gedaan waaruit bleek dat
niet alle textielproducten die echt bont bevatten, zijn gelabeld zoals de
Textielverordening voorschrijft. Bont voor Dieren heeft van de door hen
veronderstelde overtredingen melding gemaakt bij de NVWA.
In navolging van de melding is het door Bont voor Dieren aangegeven bedrijf
begin 2015 door een inspecteur van de NVWA bezocht. Er is een schriftelijke
waarschuwing opgemaakt, omdat niet werd voldaan aan de labellingplicht. Tevens
is een vervolginspectie ingesteld bij een toeleverancier van dit bedrijf. Ook hier is
een schriftelijke waarschuwing opgemaakt voor eenzelfde overtreding.
Uw Kamer is hiervan op de hoogte gesteld op 1 februari 2016 (Kamerstuk 26485,
nr. 216). Na deze melding is er door de NVWA verder geen onderzoek gedaan
naar naleving van de labellingplicht.
6
Kunt u zich voorstellen dat consumenten de huidige formulering op de etiketten
verwarrend vinden? Zo ja, bent u bereid om het verzoek van de Fur Free Alliance
om begrijpelijke en volledige labellingsvoorschriften in te voeren kracht bij te
zetten door hier in zowel Europees als bilateraal verband voor te pleiten, zoals u
ook in een eerder stadium heeft gedaan?
Antwoord
Ja. De door de Textielverordening voorgeschreven zinsnede ‘Bevat niet uit textiel
bestaande delen van dierlijke oorsprong’ is redelijk abstract geformuleerd. Vanuit
Nederland is in 2014 bij de evaluatie van de Textielverordening door de Europese
Commissie ingebracht dat de labelling begrijpelijker zou moeten zijn voor
consumenten, en dat op kleding en textielproducten waarin bont is verwerkt
‘bevat bont’ zou moeten komen te staan. De Commissie heeft destijds echter
besloten om de verordening niet te wijzigen.
Ik ben bereid om ook dit punt van begrijpelijke informatie voor consumenten
onder de aandacht brengen van de eerder genoemde Commission Expert Group
en het EU Platform on Animal Welfare. Tevens zal ik het punt onder de aandacht
brengen van de Werkgroep Dierenwelzijn van het Convenant Duurzame Kleding
en Textiel. In dit convenant is immers afgesproken dat partijen zich inspannen om
uiterlijk in 2018 te komen tot op EU-niveau eenduidige en direct zichtbare
labelling van producten, waarbij wordt aangegeven welke diersoort verwerkt is in
het kledingstuk en de wijze waarop het dierlijk materiaal is verkregen.
7
Deelt u de mening dat artikel 12 van de EU-verordening nr. 1007/2011 moet
worden uitgebreid, zodat zij ook zal gelden voor producten die online te koop
worden aangeboden en tevens voor andere producten dan textiel waarin bont is
verwerkt, ongeacht de hoeveelheid? Zo ja, bent u bereid met de Kamer te delen
hoe u dat wilt bereiken?
Antwoord
Artikel 12 van de Textielverordening is van toepassing op alle textiel met niet uit
textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong dat binnen de EU wordt verkocht,
ongeacht of dat via een winkel of online wordt aangeboden. Een uitbreiding van
artikel 12 is dus niet nodig.
Uitbreiding van artikel 12 naar andere producten dan textiel, waarin bont is
verwerkt is, acht ik gewenst. Het is belangrijk dat consumenten zich bewust zijn
van wat ze kopen en in staat worden gesteld om bewuste keuzes te maken. Ook
deze punten zal ik onder de aandacht brengen van de genoemde organisaties in
het antwoord op vraag 6.
(w.g.) Carola Schouten
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit