Het EU herstelfonds

Vragen van de leden Dassen (Volt) en Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Financiën over het EU herstelfonds (ingezonden 27 januari 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Het stiekeme Nederlandse selectieproces voor de EU-herstelmiljarden»?1

Vraag 2

Hoe leest u de constatering dat achter de schermen de afgelopen maanden al tot in detail door het vorige kabinet werd gewerkt aan de bestedingen van de RRF-gelden, terwijl de Kamer en decentrale overheden hierin niet werden betrokken?

Vraag 3

Stemt u ermee in dat dit haaks staat op het Brusselse verzoek om een «brede consultatie» te houden? Omdat er in een van de gewobte documenten waar FTM naar verwijst wordt gezegd dat het om «de meest logische externe stakeholders» gaat, en dat die inputfase eerder ook een consultatie is genoemd, vragen wij u of u het ermee eens bent dat alleen «de meest logische externe stakeholders» zijn meegenomen in de door het kabinet genoemde «brede consultatie»? Mocht dit niet het geval zijn: hoe is het kabinet voornemens een gedegen consultatie te houden in 1 maand terwijl eerder (eind 2020) werd gesteld dat het tijdspad juist te krap was?

Vraag 4

Wat is uw verklaring waarom de Kamer anderhalf jaar in ongewis is gebleven over de besteding van de beschikbare gelden voor Nederland?

Vraag 5

Wat vindt u van de door het vorige kabinet gekozen volgorde om eerst naar de Europese Commissie te communiceren aanspraak te willen maken op de gelden alvorens de Kamer, decentrale overheden en andere belanghebbenden hierbij te betrekken?

Vraag 6

Kunt u een concreet overzicht geven van het tijdspad met betrekking tot de Nederlandse indiening van het RRP?

Vraag 7

Kunt u op basis van aanvullende stukken inzicht geven in de interdepartementale stukken ter afstemming en besluitvorming aangaande de besteding? Kunt u een concreet overzicht geven van de huidige stand van zaken met betrekking tot de Nederlandse indiening van het RRP? Wordt het aangaan van nieuwe investeringen als uitgangspunt van de besteding van de gelden genomen, in lijn met de geest van het herstelfonds? Wanneer is het kabinet voornemens de Kamer bij de plannen voor de bestedingen te betrekken?

Vraag 8

Welke hervormingen is het kabinet voornemens door te voeren om in aanmerking te komen voor de gelden? Wanneer is het kabinet voornemens de Kamer bij de plannen voor de hervormingen te betrekken? Kunt u op basis van aanvullende stukken inzicht geven in de interdepartementale stukken ter afstemming en besluitvorming aangaande de hervormingsplannen? Zo niet, waarom niet?

Vraag 9

Kunt u specifiek uitwijden over de concrete punten waar de besluitvorming aangaande de besteding als ook de hervormingen nog niet volledig is afgerond en wat daar de pijnpunten zijn, zoals blijkt uit de WOB-stukken aangehaald in het FTM-artikel?

Vraag 10

De groslijst met mogelijk in aanmerking komende projecten voor de besteding van de gelden is op 1 november 2021 met de Kamer gedeeld terwijl deze lijst niet is afgestemd met lagere overheden of de Kamer, ondanks het verzoek van de Europese Commissie om een «brede consultatie» te voeren: wat vindt u van deze constatering? Wat vindt u van de keuze om deze gang van zaken te bestempelen als «een krap tijdspad», zoals ook weergegeven in het FTM-artikel?

Vraag 11

Wat vindt u van de gekozen volgorde door het vorige kabinet dat plannen opgesteld door de ambtenarij eerst informeel werden getoetst bij de Europese Commissie, vervolgens op de formatietafel belandden alvorens de Kamer hierbij betrokken werd? Denkt u dat met deze volgorde de officiële procedure is omzeild? Kunt u dit toelichten?

Vraag 12

Hoe leest u de constatering uit het FTM-artikel dat «informeel» werd gesproken met ambtenaren op de permanente vertegenwoordiging in Brussel om zo de officiële procedure te kunnen omzeilen? Denkt u dat met deze volgorde de officiële procedure is omzeild? Kunt u dit toelichten?

Vraag 13

Klopt het dat gesprekken met de Commissie voor indiening van plannen inderdaad onderdeel zijn van het beoordelingsproces voor de RRP-plannen, zoals geconstateerd in het artikel van FTM?

Vraag 14

Wat is uw lezing van de constatering dat uw voorganger Minister Hoekstra in het najaar van 2021 aangaf dat er eerst een plan moet liggen alvorens externen geconsulteerd kunnen worden, terwijl uit het artikel van FTM blijkt dat bepaalde partijen wel degelijk in een vroeg stadium betrokken werden, zoals VNO-NCW?

Vraag 15

Kan de Minister de correspondentie tussen Den Haag en Brussel alsnog doen toekomen aan de Kamer, nog voor het voorjaarsreces? Kan de Minister een overzicht geven van de inhoud van de gesprekken die Nederland heeft gevoerd met de Commissie, al dan niet in een besloten briefing?

Vraag 16

Hoe definieert u «de meest logische externe stakeholders»? Op basis van welke criteria bestempelde en bestempelt het kabinet betrokkenheid van stakeholders als «logisch»?

Vraag 17

Kunt u een reconstructie maken van de wijze waarop de input van stakeholders als «inspiratie» gebruikt voor het formuleren van de maatregelen die zijn ingediend bij de Europese Commissie, op basis van gespreksverslagen of andere documentatie en deze op korte termijn (binnen 2 weken) aan de Kamer te doen toekomen?

Vraag 18

Welke landen-specifieke aanbevelingen is Nederland voornemens door te voeren en welke aanbevelingen is het kabinet voornemens aan de kant te schuiven? Kunt u toelichten op basis waarvan deze keuzes zijn gemaakt en hoe dit keuzeproces is verlopen?

Vraag 19

Hoe bent u voornemens om te springen met het resterende proces aangaande het indienen van het nationale plan om aanspraak te maken op de RRF-gelden?

Vraag 20

In het regeerakkoord van het kabinet leest de Volt-fractie slechts over de besteding van de RRF-gelden: «de middelen uit het Europees herstelfonds ter financiering van de plannen uit onder meer dit coalitieakkoord». Welke plannen uit het coalitieakkoord is het kabinet voornemens aan de RRF-gelden te besteden?

Vraag 21

Kunt u zicht bieden op de reactie van de Europese Commissie op de plannen, zoals die tot nu toe gecommuniceerd zijn in overleg met de Commissie?

Vraag 22

Wat is uw verwachting ten aanzien van de beoordeling van de plannen van het kabinet door de Europese Commissie? Zal zij de plannen goedkeuren?

Vraag 23

Kunt u het krappe tijdspad richting mei 2022 voor opstelling van het tweede conceptplan en presentatie van het finale conceptplan aan de Kamer in juni 2022 schetsen?

Vraag 24

In hoeverre zijn de groslijsten bepalend voor de uitvoering van het Nederlandse RRP?

Vraag 25

Hoe definieert u «een briljant idee» wat eventueel nog aan de reeds bestaande groslijst kan worden toegevoegd? Kan de Minister een indicatie geven van de reeele kans dat zo’n «briljant idee» inderdaad aanspraak zal kunnen maken op het RRP?

Vraag 26

Hoe en wanneer bent u voornemens decentrale overheden en externe partijen te betrekken bij de totstandkoming van de plannen, conform motie Dassen d.d. 4 november 2021, nummer 35925-XIII-51?

Vraag 27

Hoe en wanneer bent u voornemens decentrale overheden en externe partijen te betrekken bij de uitwerking van de plannen?

Vraag 28

Hoe gaat u garanderen dat hier genoeg ruimte en tijd voor is terwijl het vorige kabinet zelf heeft gezegd niet eerst een consultatie te doen omdat een tijdspad dat toen nog ruimer was dan het tijdspad van aankomend voorjaar, al te krap was?

Vraag 29

Hoe bent u voornemens uit te reiken naar die externe partijen en decentrale overheden die hun weg in Den Haag minder makkelijk of niet weten te vinden?


X Noot
1

Follow the Money, 26 januari 2022

Indiener(s)

Senna  Maatoug

Senna Maatoug

GL-PvdA