Onrecht in de bijstand

Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over onrecht in de bijstand (ingezonden 19 januari 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek «Vogelvrij in de verzorgingsstaat» van Platform Investico met onder meer artikelen in Trouw1, De Groene Amsterdammer2 en EenVandaag3?

Vraag 2

Kunt u een overzicht geven welke gemeenten coulanter optreden met betrekking tot het vrijstellen van giften in de bijstand?

Vraag 3

Hoe staat het met de uitvoering van motie Jasper van Dijk cs4 voor een landelijke vrijstelling om giften tot 1.200 euro in de bijstand te realiseren? Hoe staat het met de voorbereiding van dit wetsvoorstel? Wat is de kortst mogelijke termijn waarop dit wetsvoorstel ingevoerd kan worden?

Vraag 4

Bent u aanvullend op deze motie ook bereid om naast het wettelijk vrijstellen van giften van 1.200 euro ook giften voor de betaling van een studie of rijbewijs volledig vrij te stellen?

Vraag 5

Klopt het dat mensen die aanspraak willen maken op de bijstand hun rechtsbescherming deels in moeten inleveren? Kunt u toelichten welke rechtsbescherming mensen die een bijstandsuitkering ontvangen, hebben en kunt u bovendien een overzicht geven op welke punten de rechtsbescherming voor mensen in de bijstand minder is dan personen die geen bijstand ontvangen?

Vraag 6

Kunt u zich voorstellen dat onaangekondigde huisbezoeken in het kader van van mogelijke bijstandsfraude een grote impact hebben op mensen in de bijstand?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe vaak onaangekondigde huisbezoeken in gemeenten plaatsvinden? Op basis van welke wetsartikelen is het toegestaan om deze onaangekondigde huisbezoeken uit te voeren? Zijn er wettelijke voorwaarden waaraan een onaangekondigd huisbezoek dient te voldoen?

Vraag 8

Welke wettelijke gronden liggen er om op basis van waterverbruik een bijstandsuitkering te korten?

Vraag 9

Bent u het eens dat het onredelijk is om van mensen in de bijstand te verwachten dat zij tot vijf jaar hun administratie volledig dienen bij te houden met als risico dat zij gekort worden op hun bijstand en daar bovenop een boete moeten betalen?

Vraag 10

Bent u bereid om maatregelen te nemen waardoor gemeenten soepeler om kunnen gaan met deze administratieplicht?

Vraag 11

Kunt u uiteenzetten wat wordt verstaan onder «redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand» (artikel 17, lid 1 Participatiewet) op de hoogte van hun bijstand?

Vraag 12

Bent u het eens dat dit begrip veel onduidelijkheid kan opwerpen voor mensen in de bijstand maar ook voor gemeenten die moeten werken met de Participatiewet?

Vraag 13

Bent u het eens dat deze onduidelijkheid ertoe leidt dat mensen in de bijstand bij het geringste foutje fors worden afgestraft?

Vraag 14

Hoe oordeelt u verder dat gemeenten de inlichtingenplicht vaak zelfs nog strenger toepassen dat wettelijk noodzakelijk?

Vraag 15

Herkent u het beeld dat gemeenten vanwege het risico op terugvorderingen van het Rijk de inlichtingenplicht bewust strenger interpreteren dan noodzakelijk?

Vraag 16

Bent u bereid om deze onzekerheid voor gemeenten met betrekking tot terugvorderingen weg te nemen?

Vraag 17

Bent u daarom bereid om meer duidelijkheid te geven wat wordt verstaan onder «redelijkerwijs van invloed», zodat gemeenten en mensen in de bijstand meer duidelijkheid krijgen?

Vraag 18

Bent u het tevens eens dat het onredelijk is dat mensen in de bijstand al als fraudeur worden aangemerkt indien er alleen een «bewijsvermoeden» is? Op basis van welk wetsartikel is dit gebaseerd?

Vraag 19

Klopt het dat er een verschil is tussen het strafrecht en bestuursrecht met betrekking tot begrip «fraudeur»? Wat is de afweging om het begrip fraudeur in het bestuursrecht strenger te laten zijn dan in het strafrecht?

Vraag 20

Wat heeft u gedaan met de kritiek van de Raad van State uit 2020 dat de Participatiewet het begrip fraudeur veel te breed is en versmald dient te worden?

Vraag 21

Bent u na de vele schrijnende voorbeelden van mensen die vanwege het feit dat zij als fraudeur zijn bestempeld hun leven in de soep zien lopen, en de kritiek van de Raad van State, bereid om nu wel om het begrip «fraudeur» aan te passen?

Vraag 22

Kunt u ingaan op de stelling van hoogleraren Sacker en Vonk dat de Centrale Raad van Beroep (CRvB) zich te makkelijk verschuilt achter strenge wetgeving? Welke mogelijkheden heeft de CRvB om redelijker en billijker te toetsen?

Vraag 23

Bent u bereid om, zoals de CRvB bepleit, de harde plicht tot terugvordering uit de wet te halen?


X Noot
1

Trouw, 12 januari 2022, «Zanger moet 78.000 euro bijstans terugbetalen vanwege hobbyoptredens: de ijzeren wetten van de invordering», (https://www.trouw.nl/verdieping/zanger-moet-78-000-euro-bijstand-terugbetalen-vanwege-hobbyoptredens-de-ijzeren-wetten-van-de-invordering~b1d656f2/).

X Noot
2

De Groene Amsterdammer, 12 januari 2022, «De situatie lijkt erg op de toeslagenaffaire», (https://www.groene.nl/artikel/de-situatie-lijkt-erg-op-de-toeslagenaffaire).

X Noot
3

EenVandaag, 12 januari 2022, «Een jaar na de ophef over de «boodschappenaffaire» in Wijdemeren is er voor mensen in de bijstand amper iets verbeterd», (https://eenvandaag.avrotros.nl/item/een-jaar-na-de-ophef-over-de-boodschappenaffaire-in-wijdemeren-is-er-voor-mensen-in-de-bijstand-amper-iets-verbeterd/)

X Noot
4

Kamerstuk 24 515, nr. 580.

Indiener(s)