De extra beloningsregeling voor docenten op het speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso).

Vragen van het lid Van Meenen (D66) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de extra beloningsregeling voor docenten op het speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) (ingezonden 1 september 2021).

Vraag 1

Kunt u bevestigen dat de gehanteerde verdeelsleutel voor scholen voor speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) afwijkt van de verdeling op reguliere scholen, in het kader van de extra beloning voor docenten op scholen met veel achterstanden?

Vraag 2

Klopt het dat voor reguliere scholen gebruik is gemaakt van «achterstandenscores» om te bepalen welke docenten extra beloond worden, terwijl voor het so en vso gebruik wordt gemaakt van de regeling culturele minderheden (cumi)? Zo ja, waarom?

Vraag 3

Klopt het dat bij de cumi-regeling met name wordt gekeken naar het land van herkomst van de ouders van de leerlingen en dat dit wordt gekoppeld aan het begrip achterstanden, terwijl voor het regulier onderwijs het land van herkomst al enige tijd is losgelaten als bepalende factor?

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat door deze verschillende regelingen te hanteren, so- en vso-scholen vaak de middelen van de extra beloningsregeling mislopen?

Vraag 5

Bent u van mening dat dit leidt tot ongelijkheid tussen het regulier en speciaal onderwijs? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het regulier onderwijs en het speciaal onderwijs gelijkwaardig behandeld moeten worden? Zo ja, welke stappen gaat u zetten om dit te bereiken?

Vraag 7

Bent u bereid de regeling aan te passen?

Indiener(s)