Het bericht ''Heeft premier Jacobs een punt als zij zegt dat Nederland vals speelt?'

Vragen van de leden Wuite (D66), Ceder (ChristenUnie), Bromet (GroenLinks), Wassenberg (PvdD) en Simons (Bij1) aan de Minister-President over het bericht «Heeft premier Jacobs een punt als zij zegt dat Nederland vals speelt?» (ingezonden 11 juni 2021).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Heeft premier Jacobs een punt als zij zegt dat Nederland vals speelt?»1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de Rijksministerraad (hierna RMR) onder uw voorzitterschap op 23 april 2021 heeft geconstateerd dat het land Sint Maarten aan de voorwaarden heeft voldaan om in aanmerking te komen voor uitkering van de 5e tranche liquiditeitssteun en dat op grond daarvan door de Rijksministerraad is besloten de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) te belasten met de uitvoering?

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat de Staatssecretaris van BZK vervolgens besloten heeft geen uitvoering te geven aan het besluit van de RMR? Heeft de Staatssecretaris van BZK dat met u als voorzitter van de RMR afgestemd?

Vraag 4

Klopt het dat de reden van het opschorten van de liquiditeitssteun niet lag in de vooraf gestelde voorwaarden om de 5e tranche liquiditeitssteun te verlenen?

Vraag 5

Klopt het dat voor de RMR het reglement van orde van de ministerraad van het land Nederland ook geldt? Zo ja, deelt u dan de conclusie dat de Staatssecretaris van BZK in strijd met artikel 12 tweede lid van het reglement van orde van de ministerraad heeft gehandeld2? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Op welke wijze bent u betrokken geweest bij het proces in de periode vanaf de besluitvorming in de RMR van 23 april 2021 tot en met de besluitvorming in de RMR van 28 mei?

Vraag 7

Begrijpt u dat het besluit van de RMR d.d. 28 mei 2021 om het eerdere besluit d.d. 23 april 2021 in te trekken door onder meer onafhankelijke staatsrechtgeleerden, onder wie prof.mr. G.H. Hoogers, wordt uitgelegd als een poging het handelen van de Staatssecretaris van BZK achteraf met terugwerkende kracht te «legaliseren»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 8

Hoe beoordeelt u het feit dat, nadat Sint Maarten aan de voorwaarden had voldaan en de RMR had besloten, de Staatssecretaris van BZK eigenstandig – zonder dat daar een besluit van de RMR aan ten grondslag lag – heeft besloten geen uitvoering te geven aan het RMR-besluit?

Vraag 9

Bent u bereid in overleg met de regeringen van de landen een aangepast reglement van orde voor de RMR vast te stellen, waardoor dergelijke situaties en onduidelijkheid niet meer voor kunnen komen? Zo niet, waarom niet?

Vraag 10

Hoe kan voortaan voorkomen worden dat er een situatie ontstaat waarin er onzekerheid bestaat of een besluit van de RMR wel tijdig wordt uitgevoerd?

Vraag 11

Op grond van welke specifieke grondslag is besloten geen uitvoering te geven aan het RMR besluit d.d. 23 april? Kunt u verwijzen naar een artikel in het reglement van orde, het statuut of een andere afspraak die is erkend en vastgesteld door alle landen en openbare lichamen in het Koninkrijk?


X Noot
2

Art. 12, lid 2: In geen geval handelt een Minister of staatsecretaris tegen het besluit van de raad.

Indiener(s)


Laura  Bromet

Laura Bromet

GL-PvdA