Het bericht ‘Hoe stikstofhandel de BV Brabant opnieuw in gevaar brengt: ‘Er is iets gruwelijk mis’’

Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Hoe stikstofhandel de BV Brabant opnieuw in gevaar brengt: «Er is iets gruwelijk mis»» (ingezonden 4 mei 2021).

Vraag 1

Kent u het bericht «Hoe stikstofhandel de BV Brabant opnieuw in gevaar brengt: «Er is iets gruwelijk mis»»?1

Vraag 2

Klopt het dat de emissierechten van boerderijen die zijn uitgekocht om natuurgebieden een kans op herstel te geven, door de provincie voor andere doeleinden dan natuurherstel worden ingezet? Klopt het dat deze stikstofruimte per opbod geheel of gedeeltelijk is of wordt verkocht aan andere vervuilers zoals veehouderijen en industrie of wordt gebruikt voor de aanleg van wegen?

Vraag 3

Als hiervoor geld is gebruikt dat was bedoeld voor natuurherstel, is dit dan volgens de doelstellingen besteed?

Vraag 4

Is het geld dat is verdiend met het per opbod verkopen van de stikstofruimte teruggevloeid naar de budgetten voor natuur? Is hiermee «winst» gemaakt voor de natuur in de vorm van geld of depositieafname?

Vraag 5

Hoe zou u kwalificeren dat de provincie Noord-Brabant actief de handel in stikstofrechten faciliteert en hierin meedoet, maar zelf geen zicht heeft op de omvang ervan?

Vraag 6

Hoe groot is het verschil tussen de afname van rechten en emissies op papier en de feitelijke afname van de depositie door de 30%-regel en hoe wordt dit gecontroleerd en gehandhaafd, als de provincie geen zicht heeft op de omvang van de handel?

Vraag 7

Kunt u ingaan op de fraudegevallen die het Statenlid Vreugdenhil in het artikel opnoemt?

Vraag 8

Heeft het Statenlid Vreugdenhil gelijk als hij stelt dat «er wordt gesjoemeld»? Heeft hij gelijk als hij stelt dat dit «precies het tegenovergestelde van de natuur ontzien» is en kunnen de provinciale staten van Noord-Brabant nog wel de controlerende taak uitoefenen?

Vraag 9

Leidt de Brabantse praktijk niet tot veel meer onzekerheid en daarmee economische schade, nu natuur en milieuorganisaties wegens gebrek aan vertrouwen in het systeem, systematisch alle transacties aanvechten?

Vraag 10

Was de belangrijkste kritiek van Raad van State op de PAS niet dat hierbij stikstofruimte werd vergeven anticiperend op het effect van toekomstige maatregelen? Is het niet zo dat de Brabantse gedeputeerde met zijn beleid vooral anticipeert op het effect van toekomstige stikstofmaatregelen en daarmee nog steeds handelt in de geest van het vernietigde PAS?

Vraag 11

Kunt u ingaan op de kwalificatie in het artikel van professor Verschuren dat de Brabantse stikstofhandel «onhoudbaar» is?

Vraag 12

Kunt u ingaan op de kwalificaties in het artikel van de heer Wösten? Is er iets gruwelijk mis?

Vraag 13

Klopt het dat de in het artikel genoemde boer Horrevoets, die zijn bedrijf opgaf om «in elk geval nog iets voor de natuur te doen», voor de gek is gehouden?

Indiener(s)

Laura  Bromet

Laura Bromet

GL-PvdA