De schijnoplossing van mestfabrieken voor het mestprobleem

2021Z05256

(ingezonden 1 april 2021)

Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de schijnoplossing van mestfabrieken voor het mestprobleem 

  • Kent u het bericht ‘Flink meer mestfabrieken nodig, maar niemand wil ‘m in z’n buurt’? 1)
  • Kunt u bevestigen dat de veehouderij in Nederland zo intensief is dat we dertig tot veertig procent van de geproduceerde mest niet op het land kwijt kunnen, waardoor we met een gigantisch overschot kampen? 2)
  • Kunt u bevestigen dat mestfabrieken een noodgreep zijn in een poging om dit mestoverschot weg te werken zonder het aantal gehouden dieren hiervoor te verminderen? Zo nee, waarom niet?
  • Kunt u bevestigen dat indien het toekomstige mestbeleid zo wordt vormgegeven als u schrijft in uw Kamerbrief ‘contouren toekomstig mestbeleid’, er een flinke uitbreiding van het aantal mestfabrieken nodig zal zijn? 3) 
  • Hoeveel meer mestverwerkingscapaciteit zal er in totaal nodig zijn om alle mest uit de intensieve veehouderij af te voeren, wanneer het aantal dieren dat in de veehouderij wordt gefokt en geslacht niet wordt verminderd?
  • Kunt u bevestigen dat het in Noord-Brabant om een toename van ongeveer dertig procent zal gaan?
  • Deelt u het inzicht dat vrijwel elke nieuw geplande mestfabriek stuit op lokaal verzet van omwonenden vanwege stankoverlast, ontploffingsgevaar en gezondheidsklachten en dat mestfabrieken omgeven zijn met fraude en criminaliteit? 4)
  • Zo nee, kunt u dan een voorbeeld geven van een gemeente die zich vrijwillig bij u heeft gemeld omdat het bereid is om nieuwe mestfabrieken binnen de gemeentegrenzen te laten bouwen?
  • Kunt u bevestigen dat in Horst aan de Maas (Limburg) een mestverwerker staat waarvan de wethouder aangeeft dat het al jarenlang vier keer zoveel mest verwerkt als toegestaan in de vergunning?
  • Hoe beoordeelt u het dat de verantwoordelijke gedeputeerde Burlet niet alleen weigert hierop te handhaven, maar het in overtreding zijnde bedrijf in de media zelfs verdedigt door te zeggen dat het “een goed initiatief” is?
  • Welke actie kunt u ondernemen ter ondersteuning van de verantwoordelijke wethouder, om deze gedeputeerde ertoe te bewegen te handhaven op deze illegale situatie en welke actie heeft u ondernomen?
  • Kunt u bevestigen dat het energetisch rendement van (mono)mestvergisting 10% is en dus nauwelijks ‘groen gas’ oplevert? 5)
  • Kunt u bevestigen dat de energie die opgewekt wordt bij mono- of co-vergisting dikwijls gebruikt wordt voor de verdere verwerking van de overgebleven meststoffen (het digestaat) om het geschikt te maken voor de export, zoals minister Van 't Wout mede namens u heeft geantwoord op eerdere Kamervragen en waarom vindt u dit een nuttige toepassing van de opgewekte energie? 6)
  • Deelt u het inzicht van oud-landbouwminister Veerman dat “het verkoopargument ‘groene energie’ natuurlijk heel wat positiever [is], marketingtechnisch, om aan de man […] en aan de politiek te brengen dan dat je zegt ‘we moeten van de mest af en we hebben wat gevonden’”? 7) 
  • Kunt u bevestigen dat de werkelijke bestaansreden van mestfabrieken niet het opwekken van energie is, maar het makkelijker en goedkoper maken van de mestexport, omdat het verwerkte digestaat lichter is om te vervoeren dan verse dierlijke mest?
  • Zo nee, waarom denkt u dat oud-landbouwminister Veerman dit verklaart? Zo ja, erkent u dan dat de opgewekte energie geen toegevoegde waarde heeft voor de samenleving (een ‘nuttige toepassing’) en daarom niet subsidiabel zou moeten zijn onder de SDE++-subsidie en gaat u dit aanpassen?
  • Beaamt u dat het aantal dieren dat in Nederland wordt gefokt, gebruikt en gedood op korte termijn drastisch zal moeten verminderen in het licht van de urgente stikstof- en klimaatcrises? Zo nee, waarom niet?
  • Deelt u de mening dat het weggegooid geld is om nu in nieuwe mestfabrieken te investeren wanneer op de korte of middellange termijn de mestproductie drastisch af zal nemen?
  • Deelt u het inzicht dat wanneer u het aantal dieren drastisch laat krimpen, er minder mest geproduceerd zal worden, waardoor alle mest weer op het land gebruikt kan worden, waarmee de mestkringloop gesloten wordt en mestfabrieken en export van mest overbodig zijn?
  • Komt deze duurzame oplossingsrichting overeen met uw visie voor kringlooplandbouw? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wijzen de door u geschetste contouren voor het toekomstige mestbeleid in een geheel andere richting?
  • Bent u bereid de door u geschetste contouren voor het toekomstige mestbeleid te herzien, zodat deze in lijn gebracht worden met de kringlooplandbouwvisie en u of uw opvolger voorbereid is om de mestproblematiek op de enige echt duurzame wijze aan te pakken, namelijk door vermindering van de productie? Zo nee, waarom niet?
  • Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden, binnen de gestelde termijn?

1) Website NOS, 29 maart 2021, 'Flink meer mestfabrieken nodig, maar niemand wil ‘m in z’n buurt', Flink meer mestfabrieken nodig, maar niemand wil ‘m in z’n buurt | Nieuwsuur (nos.nl)

2) Ben Hermans, 'De mestmarathon, Kroniek van ruim 42 jaar Nederlands mestbeleid', https://www.natuurenmilieu.nl/wp-content/uploads/2016/02/NM-Mestmarathon_webversie.pdf, p. 2

3) Kamerstuk 33 037, nr. 374

4) Website NRC, 11 februari 2021, 'Internationaal onderzoek naar mestfraude in België en Nederland', https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/11/internationaal-onderzoek-naar-mestfraude-in-belgie-en-nederland-a4031432

5) Natuur & Milieu, 'Rapport Heldergroen gas. Een visie op de duurzaamheid van groen gas', mei 2011, https://edepot.wur.nl/177055 p. 19

6) Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Wassenberg over de onzin van subsidieslurpende mestfabrieken, ontvangen 30 maart 2021, 2021D11407

7) KRO-NCRV, De Vuilnisman, 14 maart 2021, Uitzending gemist | De vuilnisman, De toverdoos op Nederland 1

Indiener(s)