De veiligheid van medewerkers bij de NVWA

2021Z02104

(ingezonden 2 februari 2021)

Vragen van het lid De Groot (D66) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de veiligheid van medewerkers bij de NVWA.

  1. Kunt u bevestigen dat u signalen heeft ontvangen dat er een aanzienlijke groep medewerkers is bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die zich niet herkent in de conclusies uit de rapportage ‘Op weg naar een vitale organisatie Dierenwelzijn’? Zo ja, wat gaat u met deze signalen doen? 1)
  2. Kunt u bevestigen dat u signalen heeft ontvangen dat er medewerkers worden geïntimideerd binnen de NVWA wanneer zij ervoor kiezen contact op te nemen met de politiek over ernstige zorgen met betrekking tot voedselveiligheid en dierenwelzijn? Zo ja, hoe gaat u hun veiligheid waarborgen?
  3. Kunt u bevestigen dat u niet afwijzend staat tegenover direct contact tussen medewerkers van de NVWA en de politiek, indien zij ernstige zorgen willen aankaarten? Zo nee, waarom niet?
  4. Hoe is het mogelijk dat in het rapport passages zijn opgenomen die herleidbaar zijn tot personen, zoals ook in de aanbiedingsbrief benoemd wordt? 
  5. Waarom is deze keuze gemaakt en deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk is? Is dit een normale gang van zaken bij dergelijke interne rapportages en bent u van mening dat dit een veilige werkomgeving oplevert?
  6. Hoe verhouden de passages die daar betrekking op hebben zich tot uw reactie op het 2Solve-rapport, waarin u stelt dat de NVWA een veilige werkomgeving moet bieden waar ruimte is voor onderling aanspreken? 2)
  7. Hoe beoordeelt u dat uit de lijst van geïnterviewden blijkt dat slechts ‘een aantal teamleden van de overige teams’ betrokken zijn bij het opstellen van het rapport? Van hoeveel mensen is hier sprake en bent u van mening dat dit leidt tot een eenzijdig beeld?
  8. Deelt u de mening dat hoe de dierenwelzijnsteams te werk gaan, juist een voorbeeld is van hoe het wel moet volgens het 2Solve-rapport en uw reactie daarop?
  9. Klopt het dat de opsteller van het interne rapport bij de presentatie de opmerking gemaakt heeft dat je ‘serieus de vraag kunt stellen of een harde hand nodig is’ bij de werkwijze van de dierenwelzijnsteams? Zo ja, hoe verhoudt deze opmerking zich tot uw reactie op het 2Solve-rapport dat stelt dat ‘een stevige en consequente handhaving in alle onderdelen van de NVWA de norm is’? 3)
  10. Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg NVWA gepland op 2 februari 2021?

1) Rapport 'Op weg naar een vitale organisatie Dierenwelzijn', 2021D03922

2) Kamerstuk 28286, nr. 1065

3) Kamerstuk 28286, nr. 1065

Indiener(s)