Antwoord op vragen van het lid Peters over het bericht dat ruim 10.000 ontvangers van bijstand de dupe zijn geworden van een fout bij gemeenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2020–2021

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3144

Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat ruim 10.000 ontvangers van bijstand de dupe zijn geworden van een fout bij gemeenten (ingezonden 30 maart 2021).

Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 juni 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2371.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat in ruim 200 gemeenten bij bijstandsgerechtigden met schulden, beslag gelegd is op meer geld dan wettelijk mag volgens de beslagvrije voet?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2
Is het juist dat de betreffende gemeenten de vakantietoeslag niet doorgaven aan de polis-administratie van het UWV, waardoor er tientallen euro’s per maand te veel is ingehouden?

Antwoord 2
De desbetreffende gemeenten geven de vakantietoeslag in een ander ritme dan maandelijks door aan de Polisadministratie. De Polisadministratie is onderdeel van de loonaangifteketen. In de loonaangifteketen is het toege- staan om de vakantietoeslag per maand of per andere tijdseenheid door te geven. De loonaangiftes die gedaan zijn, zijn dus correct. Helaas heeft deze werkwijze in de praktijk tot de vervelende situatie geleid dat in sommige gevallen de beslagvrije voet te laag is vastgesteld, omdat de rekenmodules voor de beslagvrije voet ervan uitgaan dat de vakantietoeslag maandelijks wordt doorgegeven.

Vraag 3
Kunt u bij benadering aangeven hoeveel mensen hiervan de dupe zijn geworden?

1 NOS, 29 maart 2021, Ruim 10.000 ontvangers bijstand de dupe van fout bij gemeenten (nos.nl/ artikel/2374538-ruim-10-000-ontvangers-bijstand-de-dupe-van-fout-bij-gemeenten.html).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel 1

ah-tk-20202021-3144 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2021

Antwoord 3
Bij naar schatting 10.000 tot 15.000 beslagleggingen op bijstandsuitkeringen is een te lage beslagvrije voet vastgesteld.

Vraag 4
Is het juist dat dit probleem ontdekt werd door het gebruik van een nieuwe rekenhulp door deurwaarders?

Antwoord 4
Sinds de inwerkingtreding van de wet vereenvoudiging beslagvrije voet per 1 januari jl. wordt de beslagvrije voet niet langer handmatig berekend aan de hand van gegevens die mensen zelf aanleveren. De berekening van de beslagvrije voet gebeurt nu via rekenmodules die gebruikmaken van gegevens uit de Polisadministratie en de Basisregistratie Personen. Aan de hand van de uitkomsten van de rekenmodules – waaronder die van de gerechtsdeurwaarders – constateerden zowel gemeenten als gerechtsdeur- waarders dat er mogelijk een te lage beslagvrije voet werd berekend bij bijstandsgerechtigden.

Vraag 5
Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat deze fout opnieuw gemaakt gaat worden en de bijstandsgerechtigden met schulden de dupe worden van het verkeerd toepassen van de beslagvrije voet?

Antwoord 5
Gemeenten die de vakantietoeslag niet maandelijks doorgeven aan de Polisadministratie verhogen de beslagvrije voet voorlopig handmatig tot 95% van het inkomen. Door deze handmatige aanpassing wordt voorkomen dat er opnieuw beslagen met een te lage beslagvrije voet worden gelegd op bijstandsuitkeringen. Ondertussen werk ik aan een structurele, geautomati- seerde oplossing.

Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de gedupeerde bijstandsgerechtigden worden gecompenseerd?

Antwoord 6
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft haar leden verzocht om de mensen die het betreft actief op te zoeken, direct de beslagvrije voet aan te passen en indien mogelijk het te veel ingehouden bedrag terug te storten. Als de gerechtsdeurwaarder het bedrag al heeft doorgestort aan de schuldeiser wordt naar een oplossing op maat gezocht. Het te veel ontvangen bedrag terugvragen bij de schuldeiser en het tijdelijk niet innen zijn mogelijke invullingen van een maatwerkoplossing.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Kent (SP), ingezonden 30 maart 2021 (vraagnummer 2021Z05122) en van het lid Gijs van Dijk (PvdA), ingezonden 30 maart 2021 (vraagnummer 2021Z05123).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel 2

Indiener(s)