Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het nieuws dat Duitse haantjes niet meer in de hakselaar hoeven

Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het nieuws dat Duitse haantjes niet meer in de hakselaar hoeven (ingezonden 19 februari 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 mei 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1901).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Duitse haantjes hoeven niet meer in de hakselaar»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u de Kamer informeren over de voortgang van de afspraken die u met de pluimveesector heeft gemaakt in het kader van de Uitvoeringsagenda Pluimveesector over het vinden van alternatieven voor het doden van hanenkuikens?2

Antwoord 2

Medio februari heeft mijn ministerie een gesprek gevoerd met de sector over de stand van zaken op dit onderwerp. De Nederlandse pluimveesector heeft zich in de Uitvoeringsagenda Pluimveesector immers gecommitteerd om toe te werken naar maatschappelijk geaccepteerde oplossingen voor het doden van eendagshaantjes. De sector ziet daarbij twee mogelijkheden. Geslachtsbepaling in het ei en het afmesten van haantjes. De geslachtsbepaling in het ei vindt op relatief kleine schaal plaats. Op jaarbasis worden de bij de geslachtsbepaling in het ei gebruikte technieken op zo’n 7 miljoen eieren toegepast. De technieken laten kinderziektes zien en er is tijd en geld nodig om de capaciteit van deze technieken op te schalen. Er bestond onduidelijkheid over de benutting van de uitgeselecteerde eieren. Inmiddels worden deze gebruikt in petfood.

Het afmesten van haantjes wordt door de sector gezien als tussenoplossing. In 2020 zijn 5 tot 7 miljoen haantjes afgemest. De sector heeft de voorzichtige verwachting uitgesproken dit jaar een verdubbeling van het aantal afgemeste haantjes te zien.

Voor beide opties blijft het van belang dat er voldoende afzetmarkt bestaat. Mijn ministerie zal de ontwikkelingen in Duitsland en Frankrijk blijven volgen en in gesprek blijven met de sector over de ontwikkelingen op het gebied van afzet en technieken.

Vraag 3

Bent u met de supermarktketens in gesprek om te onderzoeken in hoeverre er voldoende afzetmarkt bestaat voor pluimveeproducten waarbij geen kuikens vroegtijdig gedood behoeven te worden?

Antwoord 3

De sector als marktpartij is in gesprek met de retail.

Vraag 4

Welke maatschappelijk geaccepteerde oplossingen ziet u momenteel als het meest perspectiefrijke alternatief voor het doden van hanenkuikens en welke technische mogelijkheden horen daarbij?

Antwoord 4

Uit recent gesprek met de pluimveesector lijken het afmesten van haantjes en de geslachtsbepaling in het ei de meest perspectiefrijke alternatieven te zijn. Ook in Duitsland zijn dit de routes die verder worden uitgewerkt. Er zijn meerdere technische mogelijkheden voor de geslachtbepaling in het ei.

Vraag 5

Zijn er volgens u nog belemmeringen die het invoeren of verplicht stellen van deze alternatieven voor doding van kuikens verhinderen en zo ja, welke zijn dit?

Antwoord 5

Ik verwijs u hiervoor naar het antwoord op vraag 2. De belemmeringen betreffen zowel de afzet als de nog beperkte capaciteit van de technieken voor geslachtsbepaling in het ei.

Vraag 6

Bent u nog steeds van mening dat er onvoldoende commercieel toepasbare oplossingen voor handen zijn om over te gaan tot een verbod op het doden van eendagskuikens?

Antwoord 6

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2 en 5.


X Noot
1

Trouw, 18 februari 2021, «Duitse haantjes hoeven niet meer in de hakselaar», Duitse haantjes hoeven niet meer in de hakselaar | Trouw

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3328

Indiener(s)