Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over etikettering van producten uit illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied

Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Ministers voor Medische Zorg en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over etikettering van producten uit illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied (ingezonden 20 april 2021).

Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 26 mei 2021).

Vraag 1

Kent u het bericht «Boete voor onjuist etiket Israëlische wijnen»?1 Klopt het dat het Israël Producten Centrum te Nijkerk een boete heeft gekregen van 2.100 euro omdat etiketten op wijnflessen uit bezet Palestijns gebied niet kloppen?

Antwoord 1

Ja en dat klopt.

Vraag 2

Wat vindt u van de hoogte van de boete? Is die voldoende om herhaling te voorkomen?

Antwoord 2

De hoogte van de boete vloeit voort uit vier bewezen beboetbare feiten. Dit zijn overtredingen van artikel 2, lid 6, van Warenwetbesluit Informatie Levensmiddelen in samenhang met artikel 7, eerste lid, onder a, van Verordening (EU) 1169/2011. De hoogte van de boete bij overtreding van voornoemd voorschrift is vastgesteld in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. In dit geval is viermaal overtreding van het betreffende voorschrift geconstateerd. Voor ieder van die overtredingen is een boete opgelegd. Deze boetes zijn opgeteld om het totaalbedrag van de boete te berekenen. Bij de vaststelling van de hoogte van de op te leggen boete is er rekening mee gehouden dat de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie de overtreding kan worden toegerekend op de dag van de overtreding, niet meer dan vijftig werknemers telde. Het is aan het Israël Producten Centrum om in het vervolg ervoor te zorgen dat de herkomstduiding van hun producten aan de wettelijke eisen voldoet.

Vraag 3

Hoe gaat erop toegezien worden dat etiketten daadwerkelijk aangepast worden zodat duidelijk wordt dat de producten uit bezet Palestijns gebied komen?

Antwoord 3

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op de naleving van de regelgeving voor etikettering van levensmiddelen. Zij doet dit conform het staande interventiebeleid. Consumenten kunnen, indien zij vermoeden dat er sprake is van misleiding over de herkomst van een product, een klacht indienen bij de NVWA. Wanneer geconstateerd wordt dat er sprake is van onjuiste informatie op etiketten, wordt er gehandhaafd en kunnen sancties worden toegepast – bijvoorbeeld door middel van een boete.

Het kabinet is van mening dat dit interventiebeleid op een objectieve manier moet worden toegepast, om de onafhankelijkheid van de handhaving te kunnen blijven garanderen.

Vraag 4 en 5

Kunt u aangeven of importheffing over deze producten is betaald aangezien ze niet uit Israël afkomstig zijn en daarom in het associatieakkoord vastgestelde handelsvoordelen niet van toepassing zijn?

Hoe wordt er vanuit Nederland en de EU op toegezien dat importheffing plaatsvindt voor producten uit illegale nederzettingen?

Antwoord 4 en 5

De Douane kan vanwege haar geheimhoudingsplicht op basis van EU-douanewetgeving geen informatie verstrekken over individuele aangiften (zie artikel 12 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie).

Op grond van het Associatieakkoord tussen de EU en Israël kunnen producten uit Israël, binnen de grenzen van 1967, in aanmerking komen voor een preferentiële tariefbehandeling. Producten die zijn geproduceerd in Israëlische nederzettingen in de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden komen hiervoor niet in aanmerking. Importeurs die een tariefpreferentie claimen, moeten de postcode en de naam van de stad, het dorp of het industriegebied waaraan de producten hun oorsprong ontlenen vermelden op het vereiste oorsprongsbewijs. Douaneautoriteiten van de EU-lidstaten voeren controles uit, en maken daarbij gebruik van beschikbare informatie, inclusief een lijst met postcodes zoals gepubliceerd door de Europese Commissie. Bij twijfel over de oorsprong van een product waarvoor een tariefpreferentie wordt geclaimd, kunnen zij overeenkomstig art. 32 van Protocol 4 uit het Associatieakkoord om verificatie van de informatie vragen.

Wanneer een importeur geen beroep doet op preferentiële tariefbehandeling, zijn de invoerrechten van toepassing die door de EU voor derde landen zijn vastgesteld binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Vraag 6

Ligt het niet voor de hand, aangezien het maken van onderscheid in de praktijk moeilijk is, dat handel uit illegale nederzettingen aan banden wordt gelegd?

Antwoord 6

Het kabinet is, in lijn met de EU-positie, geen voorstander van een importverbod van goederen uit nederzettingen of maatregelen die leiden tot een boycot van deze goederen.

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel Nederland en hoeveel de EU jaarlijks (ongeveer) importeren uit illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied?

Antwoord 7

Zowel het kabinet als de Europese Commissie beschikken niet over cijfers die de handel met illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied kwantificeren. Ook zijn er geen gegevens waaruit blijkt waar de handel met nederzettingen uit bestaat.


X Noot
1

Nederlands Dagblad, 14 april 2021 «Boete voor onjuist etiket Israëlische wijnen».

Indiener(s)