Nader antwoord op vragen van het lid Wilders over het bericht dat het kabinet de notulen van de ministerraad die eerder naar de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag zijn gegaan openbaar maakt

Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President over het bericht dat het kabinet de notulen van de ministerraad die eerder naar de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag zijn gegaan openbaar maakt (ingezonden 26 april 2021).

Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 26 april 2021).

Vraag 1

Wat is de reden dat het kabinet de openbaarmaking van de notulen van de ministerraad beperkt tot de notulen die eerder naar de POK zijn gestuurd?1

Antwoord 1

Het kabinet benadrukt dat het vertrouwelijk beraadslagen in de ministerraad voor de bestuurbaarheid van Nederland op de lange termijn van cruciaal belang is, vanwege de functie van de ministerraad binnen het gehele staatsbestel. De beraadslagingen van de ministerraad vormen binnen dit bestel het schakelpunt tussen de individuele ministeriële verantwoordelijkheid en de collectieve verantwoordelijkheid van het kabinet als geheel. Voor het ordentelijk verloop van besluitvormingsprocessen en voor de kwaliteit van besluiten is het van groot belang dat alle relevante invalshoeken in de beslotenheid van de ministerraad aan de orde kunnen komen. Ten aanzien van de notulen van de ministerraad geldt dat openbaarmaking daarvan tot gevolg zou hebben dat meningen van individuele bewindspersonen naar buiten komen, waardoor de eenheid van het regeringsbeleid in gevaar zou komen. Om deze redenen worden de notulen standaard voorzien van de rubricering staatsgeheim, zeer geheim.

Het eindrapport van de ondervragingscommissie is voor het kabinet aanleiding geweest de meest vergaande politieke consequentie te trekken door het aanbieden van zijn ontslag. Daarmee is het kabinet sedertdien demissionair en heeft het een beperkt politiek mandaat. Het kabinet heeft de opdracht om datgene te doen wat in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk is. Dit impliceert in ieder geval dat het demissionaire kabinet al hetgeen nodig is voor de bestrijding van de coronacrisis, de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, moet kunnen doen. Er is daarom juist nu belang bij bestuurlijke slagkracht voor het demissionaire kabinet op basis van vertrouwen. Het kabinet stelt bovendien vast dat deze informatie reeds met de parlementaire ondervragingscommissie is gedeeld en het kabinet als gezegd naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de ondervragingscommissie zijn ontslag heeft aangeboden.

In het licht van dit samenstel van factoren zet het kabinet de zeer uitzonderlijke stap door ten aanzien van de eerder door de parlementaire ondervragingscommissie gevorderde notulen eenmalig af te wijken van de regel dat notulen niet openbaar worden gemaakt. In deze unieke situatie heeft het kabinet unaniem besloten tot openbaarmaking van alle notulen die aan de Parlementaire ondervragingscommissie zijn verstrekt. Het kabinet verstrekt daarbij zowel de geanonimiseerde als de niet-geanonimiseerde notulen, inclusief de P-notulen. Andere dan voorgenoemde notulen worden niet openbaar gemaakt.

Vraag 2

Is het kabinet voornemens om ook de P-notulen (persoonlijke notulen) van die betreffende ministerraden openbaar te maken? Zo nee, waarom niet en kunt u per P-notulen (persoonlijke notulen) beargumenteren waarom de inhoud hiervan niet relevant zou zijn?

Antwoord 2

Zie antwoord vraag 1.

Vraag 3

Kunt u een overzicht maken met de data van alle ministerraden vanaf 1 januari 2018 t/m heden waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire en dat overzicht bij de beantwoording van deze vragen naar de Kamer sturen?

Antwoord 3

Op de volgende data is tot op heden in de ministerraad gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire:

  • In 2019 op 24 en 29 mei, 7, 14 en 21 juni, 12 juli, 18 oktober, 1, 8, 15, 22 en 29 november en 6, 13 en 20 december;

  • in 2020 op 10, 24 en 31 januari, 8 en 20 mei, 5 en 12 juni, 10 juli, 21 augustus, 25 september, 31 oktober, 6, 13 en 27 november, 4, 11 en 18 december; en

  • in 2021 op 8, 12, 15 en 29 januari 2021, 12 februari 2021, 5 en 13 maart 2021 en 2, 16, 23 en 26 april.

Vraag 4

Kunt u van al die ministerraden van 1 januari 2018 t/m heden, waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire, de notulen openbaar maken? Zo nee, kunt u per ministerraad waar de kinderopvangtoeslagaffaire is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?

Antwoord 4

Zie antwoord vraag 1.

Vraag 5

Kunt u van al die ministerraden van 1 januari 2018 t/m heden, waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire, de P-notulen (persoonlijke notulen) openbaar maken? Zo nee, kunt u per ministerraad waar de kinderopvangtoeslagaffaire is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?

Antwoord 5

Zie antwoord vraag 1.

Vraag 6

Kunt u een overzicht maken met de data van alle ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september 2020 waarin is gesproken over de tijd/ijn waar de motie-Omtzigt c.s. om vraagt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

In de notulen van 15 en 22 november 2019 wordt gesproken over de tijdlijn waar de motie-Omtzigt c.s. (Kamerstuk 35 302, nr. 21) om vraagt. Deze notulen zijn openbaar gemaakt.

Vraag 7

Kunt u van al die ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september waar de tijdlijn wordt besproken de notulen openbaar maken? Zo nee, kunt u dan per ministerraad waar de tijdlijn is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?

Antwoord 7

Zie antwoord vraag 6.

Vraag 8

Kunt u van al die ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september 2020 waar de tijdlijn is besproken de P-notulen (persoonlijke notulen) openbaar maken? Zo nee, kunt u dan per ministerraad waar de tijdlijn is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?

Antwoord 8

Zie antwoord vraag 6.

Vraag 9

Wilt u deze vragen beantwoorden voor maandag 26 april 2021 om 10 uur?

Antwoord 9

Ja.

Indiener(s)