Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over verharding Bospaden

Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over verharding Bospaden (ingezonden 17 februari 2021).

Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 23 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1978.

Inleiding:

Door verschillende fracties zijn schriftelijke vragen gesteld over de verharding van bospaden met recyclinggranulaat. Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de Kamervragen van de leden Kröger en Bromet (beiden GL), de Kamervragen van het lid Dik-Faber (CU) en de Kamervragen van de leden Wassenberg en Van Esch (beiden PvdD) over dit onderwerp.

Omdat veel vragen betrekking hebben op de samenstelling van de toegepaste bouwstof en de wijze van toezicht ga ik daar eerst in het algemeen op in. De hier toegepaste bouwstof valt onder de Europese bouwproductenverordening en daarom moet het product voldoen aan een geharmoniseerde Europese norm (NEN-EN 13242). Deze norm schrijft onder andere voor dat er maximaal 1% (gewichtsprocent) verontreiniging (onder meer plastic) aanwezig mag zijn en maximaal 10 cm3/kg (volumecriterium) aan lichte deeltjes. Naast een CE-keur kunnen partijen private keurmerken voeren. Om deze te verkrijgen moet voldaan worden aan de Beoordelingsrichtlijn (BRL) Recyclinggranulaten, in dit geval BRL 2506 deel 1. In deze richtlijn staan dezelfde normen voor verontreinigingen. Ook in de Regeling vaststelling van de status einde-afval recyclinggranulaat zijn deze grenswaarden opgenomen.

Indien een bouwstof vervolgens wordt toegepast op de bodem moet ook voldaan worden aan de milieueisen uit het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Hierin worden eisen gesteld aan de samenstelling van de bouwstof (bijvoorbeeld asbest) en maximale emissiewaarden van een aantal stoffen waaronder lood. Er worden in deze regelgeving nu geen eisen gesteld aan de vervuiling met plastic van bouwstoffen. De producent van de bouwstof moet een verklaring afgeven dat de bouwstof voldoet aan de milieueisen.

Het kwaliteitsborgingsysteem bodembeheer (Kwalibo) zoals vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit reguleert de controle en het toezicht op de productie van bouwstoffen. Het Kwalibo stelsel reguleert dat het recyclinggranulaat met een partijkeuring of een erkende kwaliteitsverklaring op de markt mag worden gebracht. Bij een erkende kwaliteitsverklaring hanteert de producent van de bouwstof een systeem van kwaliteitsbewaking zoals voorgeschreven in de betreffende beoordelingsrichtlijn. De producent wordt gecontroleerd door middel van periodieke audits door certificerende instellingen. Vanuit publieke zijde houdt de ILT toezicht op de naleving van de eisen die zijn gesteld aan een erkende kwaliteitsverklaring. Maakt de producent gebruik van een partijkeuring dan staat diegene die de monstername uitvoert onder toezicht van de ILT en wordt de monsternemer ook gecontroleerd door een certificerende instelling.

Daarnaast is er toezicht op de toepassing van het materiaal. Dat toezicht is in handen van het lokale bevoegde gezag. Het lokale gezag zal in eerste instantie vertrouwen op de afgegeven milieuhygiënische verklaring. Als dat niet het geval is kan het lokale bevoegde gezag een signaal indienen bij de ILT en kan de ILT interveniëren richting de erkende instantie (producent, monsternemer of certificerende instelling).

Vraag 1 en 2

Kent u het bericht: «Bospaden worden verhard met plastic bouwafval»?1

Bent u ervan op de hoogte dat voor de aanleg van wandelpaden in de natuur afval uit de bouw wordt gebruik met plastic erin?

Antwoord 1 en 2

Ja.

Vraag 3

Klopt het dat de paden voor maximaal een procent uit vervuilde stromen als plastic, metaal of rubber mogen bestaan?

Antwoord 3

De systeemcontrole is beschreven in de inleiding. Een toepasser is daardoor in staat zelf beoordelen of het product aan de wettelijke normen voldoet door te controleren of er een CE-keur is afgegeven, een KOMO-certificaat beschikbaar is of een conformiteitsverklaring op grond van de Regeling vaststelling van de status einde-afval recyclinggranulaat en of er een NL-BSB certificaat dat aantoont dat wordt voldaan aan de eisen uit het Besluit bodemkwaliteit.

Vraag 4

Wordt bij de aanleg van de paden toegezien op dit maximale percentage vervuilde stromen?

Antwoord 4

Ik deel met u de zorgen over de milieurisico’s van plastics in het milieu. Daarom ga ik onderzoeken hoe ik het gebruik van recyclinggranulaat beter kan reguleren. Hier kom ik eind van het jaar op terug. Ondertussen heeft Staatsbosbeheer het voornemen om met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken. Dit initiatief vind ik lovenswaardig en ik zal Staatsbosbeheer hierbij ondersteunen met expertise.

Vraag 5

Bent u het eens dat de in het artikel genoemde «grove stukjes kunststof» niet in natuurgebieden thuis horen?

Antwoord 5

Bij de keuze van een verhardingslaag door Staatsbosbeheer worden meerdere criteria gehanteerd, waaronder ook de kosten. Zie ook het antwoord op vraag 7.

Vraag 6

Klopt het dat de keuze van Staatsbosbeheer voor recyclinggranulaat uit kostenoverwegingen is gemaakt?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Zijn er andere natuurorganisaties of beheerders van gebieden die recyclinggranulaat toepassen voor het aanleggen of onderhouden van paden?

Antwoord 7

Elk type verharding heeft een milieu-impact, zo ook schelpen of split. Staatsbosbeheer heeft aangegeven met andere natuurbeheerders en de branche het gesprek te willen aangaan over de wenselijkheid van de toepassing van recyclinggranulaat op wandelpaden en de mogelijkheid van alternatieven. In dit traject kan een bredere analyse plaatsvinden op de milieu-impact van verschillende verhardingsmaterialen en de kosten daarvan.

Vraag 8 en 9

Wat is er volgens u nodig aan financiële middelen om bij aanleg en herstel van wandelpaden het recyclinggranulaat te vervangen voor een duurzaam alternatief als schelpen, of split?

Bent u bereid zich in te zetten om de in het artikel genoemde vorm van vervuiling tegen te gaan?

Antwoord 8 en 9

Voor recyclinggranulaat ga ik onderzoeken of ik de verontreinigingen met plastic beter kan reguleren. Dat wil ik zorgvuldig onderzoeken. Recyclinggranulaat omvat 30% van de totale jaarlijkse Nederlandse afvalstroom en kent meerdere toepassingsgebieden waarbij het granulaat vaak is afgedekt, in- of opgesloten. De belangrijkste toepassing is funderingsmateriaal onder wegen waarmee primaire grondstoffen worden uitgespaard. Ik wil de gevolgen voor de verschillende toepassingsgebieden goed in kaart brengen.

Naast het onderzoeken van de mogelijkheid om het gebruik van recyclinggranulaat beter te reguleren wil ik echter ook op korte termijn met de gebruikers en producenten in gesprek gaan om, speciaal voor wandelpaden in natuurgebieden, afspraken te maken. Staatsbosbeheer wil initiatief nemen om met andere terreinbeheerders en andere partijen in de keten in gesprek te gaan om de haalbaarheid van alternatieven voor menggranulaat te onderzoeken. Dit initiatief vind ik lovenswaardig en ik zal Staatsbosbeheer hierbij ondersteunen met expertise. Daarnaast ga ik met de producenten in overleg of het percentage vervuilingen in ieder geval voor deze specifieke toepassing nog verder terug te brengen is.


X Noot
1

Trouw, 15 februari 2021, Bospaden worden verhard met plastic bouwafval | Trouw.