Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid met betrekking tot de aanpak van stalbranden

Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid met betrekking tot de aanpak van stalbranden (ingezonden 25 maart 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 20 april 2021).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Overheid doet te weinig om stalbranden te voorkomen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u, vooruitlopend op de door u aangekondigde uitgebreide reactie, antwoord geven op de volgende vragen?

Antwoord 2

Ja. Zoals de vraag al suggereert zal een uitgebreide reactie op de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) volgen binnen de wettelijke termijn van zes maanden.

Vraag 3

In hoeverre beschouwt u de aanpak van stalbranden tot op heden als effectief?

Antwoord 3

Het onderzoek laat zien dat de aanpak van stalbranden niet heeft geleid tot de gewenste resultaten. De OvV concludeert in diens onderzoek dat het aantal stalbranden de afgelopen jaren niet is afgenomen en dat het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers zelfs is toegenomen. Er zijn samen met de betrokken organisaties in de Actieplannen «Aanpak Stalbranden» en «Brandveilige stallen» afgelopen jaren ook resultaten behaald, zoals strengere brandveiligheidsmaatregelen in het Bouwbesluit voor nieuwe en verbouwde stallen, voorlichtingsbijeenkomsten en elektrakeuringen bij alle veestallen die aangesloten zijn bij kwaliteitssystemen.

Vraag 4

Wat is uw reactie op de conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dat de branche en de overheid te weinig prioriteit schenken aan de aanpak van stalbranden?2

Antwoord 4

Ik onderstreep de conclusies en erken dat een andere aanpak nodig is met een grotere verantwoordelijkheid en meer sturing van de overheid. Ik zal dan ook opvolging geven aan de aanbevelingen van de OvV. Het is van belang dat alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van stalbranden en in de opvolging van de aanbevelingen. Hier zal ik op toezien.

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat het omkomen van 130.000 stuks pluimvee of 7.000 varkens bij een stalbrand als een acceptabel risico wordt beschouwd?

Antwoord 5

Nee, ik vind dit geen acceptabel risico. Iedere stalbrand waar dieren omkomen is vreselijk. De gevolgen en de impact op dieren en bij alle betrokkenen zijn groot. Daarom is een betere aanpak ter voorkoming van stalbranden nodig. Ik ga hiermee aan de slag.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij de OVV hebben aangegeven dat zij geen reden zien om aanvullende regels te stellen om de stalbrandveiligheid te verbeteren?

Antwoord 6

In 2018 is samen met het Ministerie van BZK bezien of de wet- en regelgeving voor bestaande stallen aangepast moest worden. Toen is ervoor gekozen om maatregelen te nemen, zoals elektrakeuringen bij (vrijwel alle) veestallen en aanscherpingen voor brandveiligheid in de kwaliteitssystemen van de sectoren. Uit het onderzoek van de OvV blijkt dat de genomen maatregelen niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Daarom ga ik nu met mijn collega van BZK opnieuw bezien hoe wet- en regelgeving op het gebied van brandveiligheid van stallen aangescherpt kan worden.

Vraag 7, 8 en 9

Hoe denkt u over de aanbeveling van de OVV om wettelijke grondslagen te creëren die ervoor zorgen dat brandveiligheid een volwaardige positie krijgt ten opzichte van andere waarden en belangen?

Hoe denkt u over de aanbevelingen van de OVV om compartimentering en jaarlijkse brandveiligheidsinspecties verplicht te stellen en een maximum te stellen aan het aantal dieren per compartiment?

Bent u bereid om met andere ministeries te onderzoeken welke wettelijke eisen op andere beleidsterreinen brandveilige huisvesting van landbouwdieren belemmeren, en hierbij specifiek te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot bestaande stallen?

Antwoord 7, 8 en 9

De conclusies en aanbevelingen van de OvV onderstreep ik. In mijn eerste reactie op het rapport van de OvV ga ik hier verder op in.3 Uw Kamer wordt binnen de door de OVV gestelde termijn van zes maanden hier nader over geïnformeerd.

Vraag 10

Wat is uw reactie op de constatering van de OVV dat de kosten voor veehouders en de veehouderijsector de doorslag hebben gegeven bij discussies over aanvullende regelgeving ter verbetering van de brandveiligheid van stallen?

Antwoord 10

Bij het maken van keuzes over te nemen maatregelen wordt altijd gekeken naar het totaalplaatje, waaronder economische factoren. Dit mag echter niet ten koste gaan van brandveiligheid. Daarom ga ik mij ervoor inzetten dat boeren daadwerkelijk aanvullende brandveiligheids-maatregelen kunnen nemen. Daarbij moet brandveiligheid beter geïntegreerd worden in andere thema’s, zoals de brongerichte en integrale aanpak van emissies uit stallen.

Vraag 11

Deelt u de mening dat het vrijblijvende karakter van maatregelen ter verbetering van de brandveiligheid met onmiddellijke ingang dient te verdwijnen?

Antwoord 11

Ik onderken dat het beleid dat afgelopen jaren gevoerd is herzien moet worden. Ik ben niet van mening dat de genomen maatregelen met een vrijwillig karakter dienen te verdwijnen, maar dat deze dienen te worden aangevuld met wet- en regelgeving en aanvullende maatregelen zonder vrijwillig karakter.


X Noot
1

website NU.nl, 24 maart 2021, «Overheid doet te weinig om stalbranden te voorkomen», https://www.nu.nl/binnenland/6123731/overheid-doet-te-weinig-om-stalbranden-te-voorkomen.html

X Noot
2

Onderzoeksraad voor Veiligheid, «Stalbranden», Stalbranden – Onderzoeksraad

X Noot
3

Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 74

Indiener(s)