Antwoord op vragen van het lid Marijnissen over de blunder van de verkenner waardoor het vertrouwen in de verkenning voor een nieuw kabinet is beschadigd

Vragen van het lid Marijnissen (SP) aan de Minister-President over de blunder van de verkenner waardoor het vertrouwen in de verkenning voor een nieuw kabinet is beschadigd (ingezonden 29 maart 2021).

Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 31 maart 2021).

Vraag 1 t/m 18

Hoe luidt de titel of bestandsnaam van de gefotografeerde interne notitie bij het vertrek van verkenner Ollongren?1

Welke bijlagen zijn er bij de gefotografeerde interne notitie? Kunt u die onverwijld naar de Kamer sturen?

Deelt u de mening van de nieuwe verkenners, mevrouw van Ark en meneer Koolmees, tevens leden van uw huidige demissionaire kabinet: «De passage berust volgens onze voorgangers op een inventarisatie vanuit meerdere invalshoeken, waaronder berichten in de media. Daarmee was de interne notitie bedoeld ter voorbereiding op mogelijke onderwerpen in de volgende ronde van gesprekken»? Welke artikelen in de media betrof het? Aangezien de verkenners schrijven «waaronder» berichten in de media, waar was dit dan nog meer op gebaseerd? Kunt u uw antwoord toelichten?2

Heeft u inmiddels met oud-verkenner, en lid van uw huidige demissionaire kabinet, mevrouw Ollongren contact gehad over deze interne notitie? Zo ja, welke invalshoeken en berichten uit de media worden hier bedoeld? Kunt u een opsomming geven?

Heeft u deze interne notitie zelf opgevraagd? Heeft u deze interne notitie gelezen?

Wie heeft deze interne notitie geschreven? In wiens opdracht was dat? Wat was de aanleiding van deze interne notitie?

Zijn ambtenaren van uw ministerie, het Ministerie van Algemene Zaken, betrokken geweest bij de totstandkoming van deze interne notitie?

Wat wordt bedoeld met «positie Omtzigt: functie elders»?

Hoe vaak regelt u voor iemand in de politiek een «functie elders»? Kunt u aangeven hoe dat in zijn werk gaat?

Is er al een lijst gemaakt van mogelijke functies «elders»? Zo ja, kunt u die lijst onverwijld naar de Kamer sturen?

Vindt u het ook ongepast dat er tijdens de verkenning of de formatie van een nieuwe regering op deze manier gesproken wordt over gekozen volksvertegenwoordigers? Kunt u uw antwoord toelichten?

Erkent u dat dit onderdeel is van een cultuur die riekt naar machtspolitiek? Omdat de macht immers lijkt te suggereren dat diegenen die de macht controleren naar «een positie elders» te manoeuvreren zijn?

Erkent u ook dat het ongepast is om de inhoud van de interne notitie in de schoenen van «ijverige ambtenaren» te schuiven? Zo neen, waarom niet?

Hoe vaak heeft u over de positie van individuele volksvertegenwoordigers, niet behorend tot uw eigen partij, gesproken in de afgelopen kabinetten-Rutte? Kunt u uw antwoord toelichten?

Erkent u dat het vertrouwen van partijen en zeker ook van de samenleving ernstig is geschaad door de punten die naar buiten kwamen? Hoe gaat u dit herstellen?

Hoe kwalificeert u het feit dat de interne notitie zichtbaar was, juist in de handen van een demissionair bewindspersoon die ook verantwoordelijk is voor de AIVD? Kunt u uw antwoord toelichten?

Waarom verklaarde u op donderdagavond 25 maart «niemand gaat hier uitleg over geven»? Vanuit welke positie deed u deze uitspraak?»

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór aanstaande woensdag 31 maart?

Antwoord 1 t/m 18

In maart 2012 besloot de Tweede Kamer tot een aanpassing van de bepalingen over de kabinetsformatie in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, waardoor de Kamer voortaan de regie zou nemen in de kabinetsvorming. Sinds 2012 is het staatsrechtelijk gebruik dat de voorzitter van de Tweede Kamer, gehoord de beoogde fractievoorzitters, en op voordracht van de voorzitter(s) van de grootste fractie(s) een of meerdere verkenners aanwijst in de eerste dagen na de Tweede Kamerverkiezingen. De verkenners voeren hun taak uit in opdracht van de Tweede Kamer. Er is geen ministeriële verantwoordelijkheid voor het formatieproces. Het demissionaire kabinet houdt zich afzijdig van het formatieproces. Het is derhalve niet aan het kabinet om zich uit te laten over het formatieproces en het kabinet beschikt ook niet over specifieke informatie hierover.

Sinds 1971 worden (in)formateurs ambtelijk ondersteund door twee raadadviseurs van het Ministerie van Algemene Zaken alsook door de directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst. In 2012 zagen de toenmalig voorzitter en griffier in de wijziging van het reglement van orde van de Tweede Kamer geen aanleiding om af te wijken van deze gewoonte. Voor de ambtelijke ondersteuning van het formatieproces hebben opeenvolgende voorzitters van de Tweede Kamer hierom sindsdien een beroep gedaan op het Ministerie van Algemene Zaken, dat ten behoeve van de formatie enkele medewerkers detacheert bij de Tweede Kamer voor de duur van het formatieproces. Zij werken onder verantwoordelijkheid van de verkenner(s), respectievelijk de informateur(s) en de formateur.

Indiener(s)