Antwoord op vragen van het lid Kuiken over ongeregeldheden in Urk

AH 1980

2021Z01308

Antwoord van minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 11 maart 2021)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 1728

Vraag 1

Kent u het gezamenlijk persbericht van de gemeente Urk, politie en openbaar ministerie “Zeer verontwaardigd zijn we over de gebeurtenissen' 1) en het bericht 'Brandstichting bij testlocatie Urk 'grote schok' voor GGD' 2) en herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorgangers op vragen van het lid Marcouch (PvdA) van alweer tien jaar geleden over rellen en vernielingen in Urk? 3)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2

Deelt ook u de mening dat hetgeen in Urk is voorgevallen, niet alleen strafbaar is, maar ook blijk geeft van een verwerpelijke minachting van de inzet en opofferingen van professionals en burgers in de strijd tegen de corona-pandemie? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2
Ik deel de mening dat dit gewelddadig gedrag, de vernielzucht en de brandstichting onacceptabel zijn. En ik vind het betreurenswaardig dat mensen met hun gedrag het risico van verdere verspreiding van het virus vergroten. Bovendien zijn professionals hard nodig voor de strijd tegen corona en dienen zij dit ongehinderd te kunnen doen. Geweld tegen wie dan ook, en in het bijzonder tegen mensen met een publieke taak, is volstrekt onacceptabel.

Vraag 3

Hoe komt het dat, nadat er ook recent al ongeregeldheden in Urk waren, en ondanks de aanwezigheid van extra politie en de Mobiele Eenheid, het toch zo uit de hand kon lopen?

Antwoord 3
De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het is niet aan mij als minister om daar in te treden.

Naar aanleiding van de ongeregeldheden heeft de gemeenteraad van Urk onderling gesproken over zijn eigen rol ten aanzien van openbare orde en veiligheid. De mogelijke oorzaak van de ongeregeldheden kwam daar (nog) niet aan de orde. De raad heeft zijn vertrouwen uitgesproken in de aanpak van de burgemeester en het college.

Vraag 4

Heeft u contact opgenomen met de burgemeester van Urk over hetgeen voorgevallen is en wat er moet gebeuren om herhaling te voorkomen? Kunt u hem met raad en daad bijstaan? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet en gaat u dat alsnog doen?

Antwoord 4
Wanneer burgemeesters behoefte hebben aan ondersteuning of advies rond de bestuurlijke aanpak bij maatschappelijke onrust of vragen over hun persoonlijke veiligheid, kunnen zij terecht bij de minister van BZK. In gevallen van intimidatie of bedreiging van een burgemeester wordt altijd persoonlijk contact met hem of haar opgenomen, zo ook met de burgemeester van Urk. Op 1 februari jl. heeft de minister van BZK daarnaast een kort bezoek gebracht aan Urk en heeft zij gesproken met onder meer de burgemeester en de politie over de gebeurtenissen van de afgelopen dagen en de betrokkenheid van ouders bij het inperken van onrust. Naar aanleiding van de ongeregeldheden heb ook ik meermaals contact gehad met de burgemeester van Urk. Op 4 februari jl. is daarnaast gesproken met de burgemeester van Urk en een aantal andere burgemeesters over geleerde lessen en mogelijk handelingsperspectief bij maatschappelijke onrust.
Tegelijkertijd is het van belang dat op basis van de urgente behoeften bezien wordt wie daarvoor het beste de benodigde expertise en advies kan leveren. Voor advies over crisisbeheersing kan een burgemeester zich bijvoorbeeld ook wenden tot het Nederlands Genootschap van Burgemeesters worden. Daarnaast kan het Ondersteuningsnetwerk maatschappelijke onrust gevraagd worden voor advies. In dit netwerk zijn, onder coördinatie van het ministerie van BZK, tevens de ministeries van JenV, SZW en de VNG vertegenwoordigd.

Vraag 5

Zijn er afdoende politiemensen of andere ordehandhavers in Urk om herhaling te voorkomen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, hoe gaat u voor versterking zorgen?

Antwoord 5
Het is aan de burgemeester om te beoordelen of er voldoende politiemensen of andere ordehandhavers op Urk aanwezig zijn om herhaling te voorkomen. Indien dat niet het geval is kan deze om extra politieondersteuning vanuit de eenheid of bijstand vanuit andere eenheden vragen, zoals in dit geval ook is gebeurd.

Ik heb vernomen van de burgemeester dat al geruime tijd op Urk stevig wordt ingezet op handhaving door de politie, boa’s en gemeentelijk toezichthouders. Boa’s en gemeentelijk toezichthouders worden ingezet met specifieke aandacht voor de handhaving van de coronamaatregelen. De inzet van boa’s en gemeentelijk toezichthouders wordt afgestemd met de politie. Als de situatie ergens onrustig wordt, neemt de politie het over. Per maandag 25 januari kunnen boa’s domein I, onder voorwaarden, handhaven op de avondklok.

Echter, volgens de burgemeester is het mobiliseren van de samenleving het grootste goed en dat lijkt op Urk te slagen. Door de eigen inzet van de inwoners ontstaat er meer draagvlak in de samenleving om ongeregeldheden te voorkomen. Het exces van 23 januari lijkt niet exemplarisch.

In het weekend van 28 en 29 januari was het, mede door de inzet van politie maar zeker de inwoners voorop, zeer rustig.

1) https://www.urk.nl/zeer-verontwaardigd-zijn-we-over-de-gebeurtenissen

2) https://nos.nl/artikel/2365759-brandstichting-bij-testlocatie-urk-grote-schok-voor-ggd.html

3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010-2011, nr. 2806