Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over UNRWA-studiematerialen

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over UNRWA-studiematerialen (ingezonden 26 januari 2021).

Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 4 maart 2021).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rapport over UNRWA-studiematerialen legt wederom schokkende feiten bloot over Palestijns onderwijs»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt de bevinding van het Institute for Monitoring Peace and Cultural Tolerance in School Education (IMPACT-SE) dat in nieuw ontwikkelde onderwijsmaterialen van The United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), gericht op het thuisonderwijs gedurende de coronapandemie, sprake is van oproepen tot geweld, het afwijzen van vrede en het ontkennen van de legitimiteit van Israël en de Joodse geschiedenis en aanwezigheid in de regio?

Antwoord 2

Nederland heeft, tezamen met andere donoren, direct bij het openbaar worden van de IMPACT-SE bevindingen UNRWA om opheldering gevraagd in deze ernstige zaak. UNRWA gaf in haar reactie aan dat het zero tolerance heeft voor zaken zoals naar voren gebracht in het rapport en het problematische materiaal op de nieuwe, centraal aangestuurde online leeromgeving is weggehaald of aangepast. Tevens is er een interne review gaande naar hoe dit heeft kunnen gebeuren en de bijpassende aanscherpingen in de controle systemen die nodig zijn om dit in de toekomst te voorkomen.

Als gevolg van maatregelen om de verdere verspreiding van het COVID-19 virus tegen te gaan, zijn veel UNRWA scholen in de Palestijnse gebieden gesloten en volgen de leerlingen sinds vorig jaar voor een groot deel thuisonderwijs. Om de plotselinge overgang, in het voorjaar van 2020, van klassikaal naar thuisonderwijs soepel te laten verlopen en er voor te zorgen dat de lessen niet onderbroken zouden worden, heeft UNRWA aanvullend materiaal geproduceerd op basis van de schoolboeken van de Palestijnse Autoriteiten.

UNRWA heeft direct actie ondernomen toen het erachter kwam dat hierbij fouten waren gemaakt en heeft zaken terstond aangepast en het betrokken materiaal verwijderd. Zoals gemeld door UNRWA, wordt bij het omzetten van de schoolboeken naar een centraal digitaal lesplatform alle content gecontroleerd om te waarborgen dat alle materialen die aan de leerlingen ter beschikking worden gesteld voldoen aan de VN-principes en waarden. Nederland en andere gelijkgezinde landen hebben hierop aangedrongen bij UNRWA en zullen er nauwgezet op toezien dat dit ook daadwerkelijk het geval zal zijn.

Vraag 3, 4

Beaamt u dat de onderwijsmethoden hiermee niet in lijn zijn met de officiële VN-doelstellingen?

Erkent u dat dit aantoont dat feedback naar aanleiding van eerdere onderzoeken slechts in beperkte mate wordt toegepast op nieuw onderwijsmateriaal?

Antwoord 3, 4

Het kabinet steunt de uitgangspunten van het onderwijsbeleid van UNRWA. Binnen de uitvoering van dit beleid wordt de inhoud van het curriculum en de bijbehorende schoolboeken permanent aan nauwgezet onderzoek onderworpen om te verzekeren dat het materiaal in overeenstemming is met VN-waarden van neutraliteit, mensenrechten, tolerantie, gelijkheid en non-discriminatie. UNRWA traint haar onderwijzend personeel hierin en zorgt ervoor dat het lesprogramma aangevuld wordt indien er zorg is over bepaalde passages in teksten. UNRWA erkent dat, in de uitzonderlijke en moeilijke omstandigheden van de Corona pandemie, er desondanks een beperkte hoeveelheid lesmateriaal dat eerder als problematisch aangemerkt was, toch in het pakket is terecht gekomen. UNRWA hanteert een zero tolerance beleid ten aanzien van discriminatie en het aanzetten tot haat en geweld in haar scholen en aangeboden lesmateriaal en heeft dan ook onmiddellijk actie ondernomen om dit te corrigeren.

Vraag 5, 6

Hoe beoordeelt u de volgende bevindingen van IMPACT-SE (zie ook de nadere toelichting hierop en onderbouwing hiervan onder de sectie «selected examples»)?

Kunt u een reactie op elke afzonderlijke conclusie geven?

  • a. De jihad, de gewapende strijd, wordt in lesmethoden opgehemeld, inclusief passages als «het verdedigen van moederland».

  • b. Materialen verwijzen niet naar vrede of vredesiniatieven, maar beschrijven Israël voornamelijk als «vijand» of «zionistische bezetter».

  • c. Er is sprake van intolerantie, disrespect en demonisering van Israël en de Joden als «kruisvaarders» en «een Europese aanval op islamitische landen».

  • d. Het curriculum bevat valse beschuldigingen aan het adres van Israël over onder meer brandstichting in de Al-Aqsamoskee in 1969 en het dumpen van radioactief materiaal op de Westelijke Jordaanoever.

  • e. In alle materialen, zelfs rekenen en grammatica, neemt de Palestijnse strijd een centrale rol in.

  • f. Het materiaal bevat feitelijke onjuistheden: Israël en de Groene Lijn staan niet op kaarten, het hele gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan noemt men Palestina, met Haifa als een stad in Palestina.

  • g. De staat Israël en de Joodse geschiedenis van het gebied worden ontkend.

Beaamt u dat dit soort lesinhoud haatzaaien, verdeeldheid en conflict veeleer bevordert dan vermindert en dat jonge kinderen op school niet aan dit soort onjuistheden en eenzijdigheden blootgesteld zouden moeten worden?

Antwoord 5, 6

Nederland, maar ook de EU en andere donorlanden zijn van mening dat het aanzetten tot haat en geweld in het lesmateriaal volstrekt onacceptabel is. UNRWA toetst de Palestijnse schoolboeken continu op problematische passages. Voor de gevallen waar lesmateriaal niet met VN-waarden blijkt te stroken heeft UNRWA alternatieve instructiematerialen ontwikkeld voor gebruik in diens scholen.

Het kabinet acht het van groot belang dat UNRWA strikte toetsing blijft uitvoeren en is tevens van mening dat kennis van elkaars leven en geschiedenis van belang is voor een klimaat waarin vrede mogelijk is. Het kabinet blijft zich uiteraard inzetten om aanzetten tot haat of geweld tegen te gaan. Binnenkort verwacht Nederland de uitkomsten van het door de EU-gesponseerde onderzoek van het Georg Eckert instituut naar de schoolboeken van de Palestijnse Autoriteiten, waarmee een objectieve basis moet komen voor het beoordelen van het Palestijnse curriculum en een discussie met de Palestijnse Autoriteit over dit curriculum.

Vraag 7, 8, 9

Bent u geschrokken van deze bevindingen van IMPACT-SE en welke conclusies verbindt u hieraan voor de Nederlandse diplomatieke en financiële steun aan UNRWA?

Bent u bereid zowel binnen UNRWA als de Palestijnse autoriteit het gesprek aan te gaan over de conclusies van IMPACT-SE en de noodzaak tot een andere inhoud van lesmaterialen?

Daar waar u in antwoord op eerdere vragen stelde dat Nederland het belang van goed onderwijs onderschrijft, maar dat er geen reden was om de Nederlandse financiering te herzien of aan te passen, ziet u die reden inmiddels wel? Zo nee, waarom niet?2

Antwoord 7, 8, 9

Het kabinet heeft bij UNRWA steeds het belang van neutraliteit, ook in het onderwijs, benadrukt en betreurt dat UNRWA ondanks de aandacht voor neutraliteit in het onderwijs toch deze materialen heeft geproduceerd. Zoals gesteld heeft Nederland, tezamen met andere donoren, bij UNRWA om opheldering gevraagd in deze ernstige zaak. Daarbij heeft UNRWA herhaald dat dergelijke teksten niet geaccepteerd worden, en de teksten niet in de online leeromgeving geplaatst worden. De genoemde interne review zal de toedracht van deze omissie en de bijpassende aanscherpingen in de controle systemen duidelijk moeten maken en tot verbetering moeten leiden om herhaling te voorkomen.

Tijdens de politieke consultaties met het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Palestijnse Autoriteit op 28 januari 2021 benadrukte Directeur-Generaal Politieke Zaken wederom het belang dat Nederland hecht aan het nauwe toezicht door Palestijnse (en Israëlische) ministeries van Onderwijs op de inhoud van hun eigen schoolboeken en dat lesmaterialen geen discriminatie, antisemitisme, haat zaaien en/of opruiende retoriek mogen bevatten.

Nederland is van mening dat het onderwijsbeleid van UNRWA een solide basis heeft, daarbij meewegend dat uitvoering altijd uitdagend blijft in de omstandigheden waarin UNRWA haar werk doet. Die omstandigheden werden nog moeilijker toen UNRWA in alle velden waar het actief is onverwachts moest omschakelen naar thuisonderwijs. In dat licht, rekening houdend met de corrigerende maatregelen die UNRWA heeft genomen en in het belang van de gehele continuïteit van UNRWA’s dienstverlening, is het kabinet niet voornemens de Nederlandse financiering van UNRWA te herzien.


X Noot
1

Website CIDI, 14 januari 2021, «Rapport over UNRWA-studiematerialen legt wederom schokkende feiten bloot over Palestijns onderwijs» (https://www.cidi.nl/rapport-over-unrwa-studiematerialen-legt-wederom-schokkende-feiten-bloot-over-palestijns-onderwijs/).

X Noot
2

Antwoord op vragen van de leden Voordewind, Ten Broeke, Van Helvert, De Roon en Van der Staaij over een rapport over schoolboeken, uitgegeven door de Palestijnse Autoriteit, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3030.

Indiener(s)


Stef  Blok