Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat het overgrote deel van de gemeenten grote tekorten heeft

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2020–2021

Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1555

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat het overgrote deel van de gemeenten grote tekorten heeft (ingezonden 15 januari 2021).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en van de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 4 februari 2021).

Vraag 1
Bent u het eens dat de tekorten bij veel gemeenten «een financiële veen- brand» en «onhoudbaar» zijn? Zo nee, waarom niet?1

Antwoord 1
Ik herken dat de financiële situatie van gemeenten op dit moment zorgelijk is.

2

Het kabinet heeft zich ingespannen om gemeenten financieel te ondersteunen bij de uitvoering van

Ik informeerde uw Kamer hierover op 16 december.

ah-tk-20202021-1555 ISSN 0921 - 7398 ’s-Gravenhage 2021

hun taken. Met betrekking tot de financiële impact van de coronacrisis heeft het kabinet compensatiemaatregelen getroffen voor de extra kosten en gederfde inkomsten. Om gemeenten in deze tijd financiële ademruimte te geven, is besloten het accres te bevriezen voor 2020 en 2021 en is de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 inciden- teel geschrapt. Tevens zijn de tijdelijke extra middelen voor jeugdzorg van

€ 300 mln. verlengd met een jaar naar 2022. Daarnaast zijn er extra middelen beschikbaar gekomen voor Veilig Thuis, Vrouwenopvang, Dak- en Thuislozen en schuldenaanpak. Met de provinciaal toezichthouders is deze zomer gesproken over de mogelijkheden voor maatwerk in het financieel toezicht. Deze maatregelen hebben op de korte termijn lucht gegeven in de begroting. Desondanks herken ik ook de zorgen van gemeenten over de financiën op de lange termijn. In februari wordt een onderzoek afgerond naar de financiële positie van gemeenten en de effecten op het voorzieningenniveau. Tevens is met de provinciaal toezichthouders afgesproken dat zij gegeven de bijzondere situatie een beschouwing maken van de financiële positie van gemeenten en deze in februari opleveren.

Specifiek voor de jeugdzorg ben ik met de VNG uitvoerig in overleg over de uitkomsten van het AEF-onderzoek naar het structureel benodigd budget

1 https://nos.nl/l/2364333
2 Kamerstuk 35 420, nr. 207

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel 1

jeugdzorg. Dit onderzoek maakt inzichtelijk dat de ontwikkeling van de uitgaven voor jeugdzorg niet houdbaar is. Daarom is in onderling overleg besloten om aanvullend op de afspraak over de bestuurlijke weging van het onderzoek een stuurgroep maatregelen financiële beheersbaarheid Jeugdwet in te richten. Deze stuurgroep zal maatregelen (binnen en buiten de Jeugd- wet) gaan uitwerken die moeten bijdragen aan de financiële beheersbaarheid van de Jeugdwet. In de bestuurlijke weging worden de uitkomsten van het AEF-onderzoek gezamenlijk besproken en gewogen. Bij deze weging worden eveneens de maatregelen uit de stuurgroep maatregelen financiële beheers- baarheid Jeugdwet betrokken. Besluitvorming over een structurele oplossing in termen van benodigd budget en aanpassing in het stelsel zal aan een volgend kabinet zijn. Hierover is uw kamer op 18 december geïnformeerd. Ook de voorbereiding op het volgende kabinet gebeurt in overleg met de medeoverheden. Interbestuurlijke en financiële besluitvorming kunnen niet los van elkaar worden gezien, het is dan ook wenselijk dat een volgend kabinet hierover een integraal besluit neemt. Het kabinet deelt het belang van medeoverheden te komen tot structurele oplossingen op het gebied van bestuurlijke en financiële verhoudingen, zodat medeoverheden voldoende middelen en bevoegdheden hebben om hun taken uit te voeren en in staat zijn een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven.

Vraag 2
Bent u bereid de gevolgen van deze financiële tekorten voor de inwoners van de gemeenten in kaart te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2
Ik ben continu met gemeenten en provincies in gesprek over hun financiële positie en de gevolgen daarvan voor hun taakuitvoering. Zoals hierboven aangegeven wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de financiële positie van gemeenten en de effecten op het voorzieningenniveau. Het onderzoek wordt in februari afgerond en geeft inzicht in de meerjarige ontwikkeling van de financiële positie en het effect daarvan op het voorzienin- genniveau voor burgers. Onderdeel van de onderzoeksopdracht is ook om advies te geven over de monitoring van de financiële positie en het voorzie- ningenniveau. Met het advies zal dan ook gekeken worden hoe invulling gegeven kan worden aan de motie Özütok4 om een duidelijk beeld te geven of de middelen voor gemeenten voldoende waren voor hun taken.

Vraag 3
Bent u het eens dat gemeenten door de coronacrisis ook «verborgen» kosten moeten maken, die niet worden vergoed?

Antwoord 3
Door de gevolgen van het coronavirus ontvangen medeoverheden minder inkomsten en hebben ze extra uitgaven. Rijk en medeoverheden hebben daarom afspraken gemaakt over reële compensatie van medeoverheden voor de door gemeenten en provincies gederfde inkomsten en door hen gemaakte kosten. Over deze extra kosten en gederfde inkomsten en de compensatie daarvan vindt regelmatig overleg plaats en heeft het kabinet al een aantal compensatiepakketten verstrekt. Het meest recent heb ik u hierover geïnfor- meerd op 16 december 2020.

Vraag 4
Bent u bereid alle kosten aan gemeenten te vergoeden als deze zich melden met verborgen kosten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4
Rijk en medeoverheden hebben afspraken gemaakt over reële compensatie van medeoverheden voor door hun gederfde inkomsten en door hen gemaakte kosten. De hoogte en omvang van de reële compensatie vraagt een politiek bestuurlijke afweging, waarbij het uitgangspunt is dat de medeover- heden er als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan

  1. 3 Kamerstuk 31 839, nr. 760

  2. 4 Kamerstuk 35 470 B, nr. 7

3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel 2

dan daarvoor. Hierbij nemen alle overheden samen hun verantwoordelijkheid om hun inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk beheersbaar te houden in de nieuwe situatie.

Vraag 5
Bent u bereid alle gemaakte kosten (ook «verborgen») voor gemeenten te vergoeden, zonder al te ingewikkelde procedures?

Antwoord 5
Bij de vormgeving van de reële compensatie van medeoverheden wordt steeds gezocht naar een balans tussen het gericht verstrekken van middelen en het beperken van de administratieve lasten. Hierbij wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de reguliere financierings- en bekostigingssystema- tiek.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, Aanhangsel 3

Indiener(s)