Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht dat de NVWA al maandenlang weigert controles uit te voeren bij foute fokkers

AH 1512

2020Z25615

Antwoord van minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 2 februari 2021)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 1335

1

Kent u het bericht ‘NVWA weigert controles bij foute fokkers’?[1]

Antwoord

Ja.

2

Is het juist dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) sinds maart 2020 geen controles uitvoert of handhavend optreedt op grond van artikel 3.4 van het Besluit Houders van Dieren en dat de coronacrisis hiervoor als reden wordt genoemd? Zo ja, vindt u het acceptabel dat er geen handhaving is van artikel van het 3.4 Besluit Houders van Dieren?

Antwoord

Dat is juist.

Naar aanleiding van de gestelde maatregelen vanuit het kabinet ten gevolge van COVID-19 in maart 2020, heeft de NVWA een afweging gemaakt welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden (bijvoorbeeld vanwege risico’s voor voedselveiligheid en/of volksgezondheid) en welke controles tijdelijk niet werden uitgevoerd.

De controles bij fokkers van gezelschapsdieren zijn toen gestopt. Deze fokkerij vindt veelal plaats in huiselijke kring. In woningen kan de anderhalve meter afstand niet tot nauwelijks worden gehandhaafd. Bovendien moeten voor deze controles dieren worden vastgehouden en beoordeeld, daarbij staan meerdere mensen dichtbij elkaar.

De werkzaamheden die op anderhalve meter afstand kunnen worden uitgevoerd, worden opgepakt. De werkzaamheden waarbij de afstand van anderhalve meter niet gewaarborgd kan worden (bijvoorbeeld het opmeten van snuiten en koppen), zullen opgepakt worden zodra dit verantwoord is.

3

Kunt u bevestigen dat uit het recente Deloitte-rapport blijkt dat er ook vóór de coronacrisis veel te weinig capaciteit was voor toezicht op de honden- en kattenhandel en dat er ook al vóór de coronacrisis bij de kattenhandel en -fokkerij uitsluitend werd gereageerd op meldingen?[2]

Antwoord

De NVWA is verantwoordelijk voor het toezicht op hondenhandel en voor het toezicht op het fokken met gezelschapsdieren (artikel 3.4 Besluit houders van dieren), niet voor toezicht op kattenhandel. Het toezicht op gezelschapsdieren is gericht op het afhandelen van meldingen, waarbij steeds een risicobeoordeling per melding wordt gemaakt. Daarnaast worden projecten uitgevoerd, zoals eind 2019 de pilot ‘kortsnuitige honden’, waar fokkers van kortsnuitige honden zijn gecontroleerd en schriftelijk waarschuwingen zijn verstuurd. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op de kattenhandel.

 

Voor de uitvoering van deze werkzaamheden is 10 fte beschikbaar, in 2019 was dat nog 5 fte.

4

Wat is de reden dat de NVWA ruim negen maanden na het begin van de eerste ‘intelligente lockdown’ in verband met COVID-19 kennelijk nog steeds geen protocol heeft ontwikkeld dat controle en handhaving van thuisfokkers mogelijk maakt met inachtneming van de coronamaatregelen? Kunt u bevestigen dat voor het NVWA-toezicht in slachthuizen wel vrijwel direct de werkwijzen zijn aangepast om de slacht te continueren? Waarom is dat niet gebeurd bij het toezicht op de thuisfokkerij van honden en katten?

Antwoord

Bij het inrichten van toezicht tijdens de eerste maanden van de COVID-19-maatregelen, is voorrang gegeven aan inspectiewerkzaamheden op het gebied van voedselveiligheid, volksgezondheid en ernstige dierenwelzijnsrisico’s. Er is overigens inmiddels een protocol opgesteld voor inspecties in huiselijke kring. Momenteel vindt er interne afstemming plaats over het protocol. Ik zal uw Kamer informeren zodra dit protocol is afgerond.

5

Bent u van mening dat artikel 3.4 van het Besluit Houders van Dieren gehandhaafd moet worden, ondanks de coronacrisis, en dat de inspecteurs maatregelen kunnen treffen om de controles uit te voeren met inachtneming van de coronamaatregelen? Zo nee, waarom niet? Kunt u een goede reden noemen waarom handhavers in coronatijd geen huisbezoeken kunnen uitvoeren?

Antwoord

Ja, op deze regelgeving moet worden gehandhaafd. Echter, daarbij moet de veiligheid en de gezondheid van burgers en NVWA-medewerkers altijd voorop staan. Niet tijdens alle inspecties is het mogelijk om aan de anderhalve meter-maatregel te voldoen. Daardoor zijn die inspecties risicovol en kunnen deze mogelijk niet veilig worden uitgevoerd.

6

Welke andere maatregelen heeft de NVWA onderzocht om controles van thuisfokkers uit de voeren tijdens de coronacrisis, bijvoorbeeld door fokkers dierenartsverklaringen te laten overleggen aan de NVWA, om aan te tonen dat fokdieren aan de criteria voldoen om ermee te mogen fokken, door controles buiten te laten plaatsvinden, door controles uit te voeren aan de hand van het stamboek van de Raad van Beheer, of andere opties om controles te doen via een papieren/digitale route?

Antwoord

Om overtredingen te kunnen vaststellen, is het nodig dat wordt vastgesteld dát er is gefokt en dat de ouderdieren niet aan criteria voldoen en fokken dus niet was toegestaan.

Alternatieve manieren, zoals hier worden gesuggereerd, zijn onderzocht. In alle varianten waar mensen de dieren moeten beoordelen, is het niet mogelijk om anderhalve meter afstand te houden. Op dit moment bestaat er voor de praktiserende dierenarts wel de mogelijkheid om de criteria voor kortsnuitige honden in Petscan vast te leggen. Maar om een overtreding vast te stellen, moet ook nog een nest pups aanwezig zijn van de ouderdieren. Praktiserende dierenartsen treden verder ook niet op als handhavers. Het is te complex om hen hiermee te belasten.

7

Deelt u de mening dat het niet handhaven veel dierenleed met zich meebrengt, omdat fokkers nu kunnen doorfokken met mismaakte honden en katten, zoals kortsnuitige dieren, waarvan ze weten dat het verboden is? Deelt u de mening dat de aankondiging dat de NVWA alle handhavingsverzoeken tot medio 2021 uitstelt foute fokkers vrij spel geeft en daarmee ernstig dierenleed faciliteert?

Antwoord

In het jaarplan 2021 van de NVWA staan de controles op artikel 3.4 beschreven. De beslissing op de handhavingsverzoeken is tot uiterlijk medio 2021 uitgesteld. Deze inspecties zullen opgepakt worden zodra dit verantwoord is.

 

8

Hoe legt u, als minister die verantwoordelijk is voor dierenwelzijn, aan dierenliefhebbers uit dat u wél maatregelen neemt om de slacht koste wat het kost door te laten gaan, maar geen maatregelen treft om dierenmishandeling door malafide fokkers te stoppen?

Antwoord

Het is geen afweging tussen of slachthuiscontroles of gezelschapsdierencontroles, maar tussen het wel of niet veilig kunnen uitvoeren van de werkzaamheden. In dit geval prevaleert de gezondheid van houders en medewerkers.

9

Bent u bereid om NVWA per direct te laten handhaven om verder dierenleed te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?

Antwoord

De NVWA heeft deze werkzaamheden gepland voor 2021. Zodra de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden, zal de NVWA deze hervatten.

10

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en wel vóór het Algemeen Overleg over de NVWA, dat op 27 januari 2021 plaatsvindt?

Antwoord

Ja. 

[1] https://www.dierenrecht.nl/nieuwsartikelen/nvwa-weigert-controles-bij-foute-fokkers

[2] Deloitte: “Onderzoek of de capaciteit van de NVWA toereikend is voor het actuele en toekomstige takenpakket”

Wet

Jaar

Toelichting

Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen

2020

Doel:

Aanpassingen in het partnerbegrip in artikel 1.2 Wet IB 2001 en artikel 3, zevende lid, Awir, de invoering van een kwijtscheldingsbepaling in artikel 31 Awir en de afschaffing van de 'geen kwijtscheldingsbepaling' in artikel 31bis Awir.

Reden uitstel:

De uitvoering kan nog niet gestart worden om uitvoeringstechnische redenen en de inpasbaarheid in de bestaande systemen van de Belastingdienst/Toeslagen, zoals ook benoemd in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel.

Informatie Kamer:

In de memorie van toelichting is benoemd dat deze maatregelen later in werking treden. In de Nota naar aanleiding van het Verslag (35 574 nr 10, Wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op verbetering van de uitvoerbaarheid van toeslagen, is aangegeven dat vaststelling van de inwerkingtredingsdatum van kwijtschelding uitvoeringstechnisch naar verwachting na 1 januari 2023 mogelijk is.

OFM 2020

Keuzeregeling berichtenverkeer met Belastingdienst (N.B. geldt voor Awir, AWR en IW)

2019

Doel:

Uitvoering regeerakkoord Rutte III; burger moet kunnen kiezen of hij m.b.t. formele berichten (bijv. aanslag IB) digitaal of per post met de Belastingdienst communiceert.

Reden uitstel:

Digitalisering van alle berichten en het maken van een faciliteit waarmee de keuze kan worden gemaakt en geregistreerd, is een omvangrijk ICT proces. Verwachting is dat (een deel van) de keuzeregeling niet eerder dan in 2022 operationeel is.

Informatie Kamer:

Via voortgangsrapportages 2019 en 2020 van de Belastingdienst is de Kamer geïnformeerd, Kamerstukken 31066, nr 674 en 31066, nr 702, bijlage.

Afschaffing aftrek scholingsuitgaven

2019

Doel:

Omzetten fiscale aftrek scholingsuitgaven in een subsidieregeling SZW/OCW, vereenvoudiging belastingstelsel.

Reden uitstel:

De afschaffing van de scholingsaftrek is gekoppeld aan de invoering van de subsidieregeling STAP-budget van de Ministers van SZW en OCW. Het STAP-budget treedt naar verwachting per 1-1-2022 in werking.

Informatie Kamer:

Bij de behandeling van het Belastingplan 2019 is de Kamer over de procedure geïnformeerd die tot nu toe conform de planning verloopt (Kamerstukken 35306 C – Memorie van antwoord).

Wet op de kansspelbelasting. Art II, III en IV

2019

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Fiscale verzamelwet 2021, art IV

2020

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen

2018

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Wet op de zorgtoeslag (VWS)

2018

Doel:

Regelt de doorwerking van een wijziging in de Zorgverzekeringswet (nieuw artikel 68). Dit artikel beoogt de gevolgen op te vangen wanneer iemand met terugwerkende kracht meer dan vier maanden verzekeringsplichtig in NL is. Omdat betrokkene in dat geval mogelijk met terugwerkende kracht recht heeft op zorgtoeslag, is aanpassing nodig van de wet op de zorgtoeslag.

Reden uitstel:

Wacht op de inwerkingtreding van de Zvw-wijziging, voordat de wijziging in de Wet op de Zorgtoeslag ook inwerking kan treden. Dit moet gelijktijdig gebeuren.

Informatie Kamer:

Bij de Verzamelwet VWS 2018 is de Kamer geïnformeerd (Staatsblad 356, 2018). Sinds de behandeling is geen aanvullende informatie aan de Kamer gestuurd.

Belastingplan 2018, art VI

2017

Doel:

Regelen van de doorwerking van de wet Kansspelen op afstand (Wet KOA) van de Minister van JenV en de staatssecretaris van Financiën in de wet op de kansspelbelasting.

Reden uitstel:

In afwachting van de invoering van de wet KOA. De planning is dat op 1 maart 2021 de wet KOA in werking treedt.

Informatie Kamer:

De Kamer is regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang, meest recent via Kamerstuk 33 996, nr. 88.

Artikel IX OFM 2018 (Dividendbelasting)

2017

Doel:

Dit betreft een aanvulling van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor vrijgestelde Vpb-lichamen (onderdeel van de FVW17, zie hieronder) ten aanzien van de fiscale beleggingsinstelling. Voor inwerkingtreding wordt aangesloten bij dit onderdeel van de FVW17.

Reden uitstel:

Aanvankelijk stopgezet in verband met het voornemen tot afschaffing van de dividendbelasting (gecommuniceerd in Kamerstuk 34 785, nr. H).

Informatie Kamer:

Na het niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is geantwoord dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering.

Onderdeel FVW17: Inhoudingsvrijstelling
dividendbelasting vrijgestelde
Vpb-lichamen

2016

Doel:

Voor niet-vennootschapsbelastingplichtige (Vpb-plichtige) Nederlandse en vrijgestelde buitenlandse rechtspersonen wordt een vrijstelling aan de bron van dividendbelasting ingevoerd.

Reden uitstel:

De inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 is inmiddels onderdeel van een bredere automatiseringsopgave van de dividendbelasting geworden, waaronder ook de digitalisering van de aangifte dividendbelasting valt. De Belastingdienst verwacht nu dat de inhoudingsvrijstelling van artikel 4a Wet DB 1965 op 1 januari 2024 in werking kan treden.

Informatie Kamer:

Na niet doorgaan van de afschaffing is gecommuniceerd (Kamerstuk 35 026, nr. D, p. 21) dat de bepaling alsnog in werking zal treden. Destijds is aangegeven dat het tijdstip van inwerkingtreding zal worden betrokken in een nader onderzoek naar het proces om de dividendbelasting op orde te brengen, waaronder de gevolgen voor de uitvoering.

Onderdeel FVW17:

Stroomlijnen rood blauw

2016

Doel:

Harmoniseren van invorderingswetgeving van belastingen en toeslagen door introductie van de debiteursgerichte benadering, preferentie van toeslagschulden, kwijtschelding, uniforme rechtsbescherming, en de mogelijkheid tot verrekening van schulden.

Reden uitstel:

Bij de totstandkoming van deze wet was al duidelijk dat de inwerkingtreding pas kon plaatsvinden na de invoering van een nieuw innings- en uitbetalingssysteem en de uitfasering van het oude systeem ETM, dit is in de toelichting opgenomen. Het streven was om de maatregelen op 1 januari 2019 in werking te laten treden. Die streefdatum is om verschillende redenen maar met name vanwege de uitfasering van ETM niet gehaald.

Informatie Kamer:

Over de vertraging is gecommuniceerd aan de Kamer, voor het eerst in de 21e halfjaarrappportage die op 16 april 2018 aan de TK is gestuurd. Aangegeven is dat het streven gericht was op realisatie na 2021. Vervolgens is regelmatig over (de vertraging van de) uitfasering van ETM aan de Kamer bericht (22e halfjaarsrapportage, 23e halfjaarsrapportage, Tweede voortgangsrapportage jaarplan 2019, Eerste voorgangsrapportage 2020).

In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van 15 januari 2021 is wederom opgenomen dat stroomlijnen van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen wordt opgeschort en dat wordt onderzocht of elementen uit dit wetsvoorstel in aangepaste vorm ingevoerd kunnen worden zodat alleen de voor de burger meest gunstige onderdelen worden gerealiseerd.

Wet tegemoetkoming Loondomein

In artikel VIII van de Wet van 23 december 2015 tot wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

2015

Doel:

Harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 2015, 547) door een horizonbepaling, waardoor alle bepalingen in de Wet tegemoetkomingen loondomein over het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak zouden komen te vervallen (met name paragraaf 2.4) op een bij KB te bepalen tijdstip.

Reden uitstel:

Op dit moment is het voornemen om het laten vervallen van het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak niet door te voeren.

Informatie Kamer:

In artikel IIIb van het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief (kamerstuk 35 394) van de Staatssecretaris van SZW, is bij tweede nota van wijziging een bepaling opgenomen om die wijziging te schrappen uit genoemde wijzigingswet. Dat wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer.

Wetswijziging in de Invorderingswet 1990, Depotstelsel

2013

Doel:

Bestrijding van malafide uitzendondernemingen.

Reden uitstel:

Deze wetswijziging was geënt op het depotstelsel dat in de plaats zou komen van de g-rekening. Het depotstelsel is echter niet doorgegaan. In 2019 is besloten om dit wetsvoorstel aan een herbeoordeling te onderwerpen. Eind oktober 2020 is het rapport van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten in opdracht van SZW verschenen met aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan. Rapport: “Geen tweederangsburgers. Aanbevelingen om misstanden bij arbeidsmigranten in Nederland tegen te gaan, Rapport, Rijksoverheid.nl”.

Informatie Kamer:

In de 15e halfjaarsrapportage (Kamerstuk 31 066, nr. 233) heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven dat de invoering van het depotstelsel van de baan is. De herbeoordeling is aangemeld op de wetgevingskalender en de Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 20 december 2019 (Kamerstuk 29 861, nr. 48, 2019-2020 Integrale aanpak misstanden arbeidsmigranten). In december 2020 is de kabinetsreactie op dit rapport uitgegaan. Besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet.

Indiener(s)