Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht dat de Adviescommissie-Donner conclusies trok die in strijd waren met het eigen onderzoek

AH 1365

2020Z25883

Antwoord van staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen 18 januari 2021)

Vraag 1

Kunt u verklaren waarom de Adviescommissie Uitvoering Kinderopvangtoeslag (AUT; ook aangeduid als de Adviescommissie-Donner) de beschikking had over het ‘inwerkplan inventaris beroepsdossiers,’ waarin opgenomen was welke stukken in rechtszaken bewust niet werden verstrekt, en in het interim-rapport slechts spreekt over ‘mogelijke misslagen’ ? [1][2] Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1

De Adviescommissie Uitvoering Toeslagen heeft haar eigen werkwijze bepaald. De AUT heeft veel vragen aan Toeslagen gesteld. Een van de thema’s was hoe het beroepsproces bij Toeslagen was vormgegeven, daarbij is het inwerkplan ook naar voren gebracht.

Vraag 2

Kunt u aangeven hoe het inwerkplan zich verhoudt met het later bij de Landsadvocaat ingewonnen advies over op de zaak betrekking hebbende stukken die verstrekt horen te worden in een (hoger beroepszaak? Klopt het dat de AUT deze analyse van de Landsadvocaat heeft gekregen?[3]

Antwoord 2

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 15, 18 en 253 in de lijst van feitelijke vragen over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Daarin is uitgebreid de werkwijze rondom het inwerkplan en de relatie met het advies van de Landsadvocaat toegelicht. De AUT heeft op 31 juli 2019 dit advies van de Landsadvocaat ontvangen.

Vraag 3

Vindt u het bewust weglaten van op de zaak betrekking hebbende stukken een vorm van machtsmisbruik en/of onrechtmatig handelen, zeker als deze stukken aangeven of en hoe de toeslagaanvrager contact heeft gezocht met de Belastingdienst? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Zoals ik heb toegelicht in het antwoord op vraag 251 in de lijst van feitelijke vragen over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag mag het nooit de bedoeling zijn om rechters ontijdig, onvolledig en/of onjuist te informeren. Ik betreur het dat Toeslagen in het verleden niet altijd ruimhartig genoeg is omgegaan met het verstrekken van op de zaak betrekking hebbende stukken, waardoor ouders onvoldoende informatie ontvingen. Hoewel ik hiervoor geen aanwijzingen heb, kan ik niet uitsluiten dat het ontbreken van informatie in het beroepsdossier heeft plaatsgevonden met het oog op gewenste juridische uitkomsten. Vanaf eind 2018 zijn maatregelen getroffen, onder meer door de inzet van de landsadvocaat bij CAF 11-procedures en het versterken van de vaktechnische structuur. Ook zijn maatregelen genomen om tijdig verweerschriften in te zenden.

Vraag 4

Erkent u dat het hoogst opmerkelijk is dat de AUT niet omschreef dat er werkinstructies/inwerkplannen waren over wat er wel en niet in beroepszaken aan de rechtbank werd verstrekt?

Antwoord 4

Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 1. De AUT bepaalde haar eigen werkwijze. Het kabinet heeft na het uitbrengen van het rapport van de AUT conclusies getrokken en maatregelen getroffen.

Vraag 5

Acht u het rechtmatig om de aanleiding voor de stopzetting van de kinderopvangtoeslag, namelijk het betrokken zijn bij een onderzoek in het kader van de Combiteams Aanpak Facilitators (CAF), achterwege te laten bij een rechtszaak? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

Nee. Hoewel het niet duidelijk is of en in hoeverre het inwerkplan in de praktijk ook is gevolgd, is het onacceptabel als dergelijke informatie niet in het beroepsdossier wordt verstrekt. Ik verwijs u verder naar antwoord 254 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 6

Hoe kan iemand zich verweren tegen een verwijt als expliciet in een inwerkdocument is opgenomen dat CAF-meldingen (meldingen in de aanvangsfase om CAF te starten) ‘niet in de inventarislijst worden opgenomen, maar alleen in het eigen dossier van verweerder (dit betekent dat de stukken niet extern werden verstrekt)’?

Antwoord 6

In een gerechtelijke procedure is in het algemeen in geschil of sprake is van een terechte correctie op de genoten toeslag. Vanzelfsprekend behoort in de procedure ook de aanleiding tot het beroepsdossier te behoren en te worden verstrekt aan de rechter en de wederpartij (de ouder en zijn gemachtigde). Ik verwijs u verder naar antwoord 254 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 7

Kunt u dit inwerkplan ongelakt naar de Kamer sturen?

Antwoord 7

Vier versies van dit inwerkplan zijn als bijlage bij het antwoord op vraag 15 van de lijst van feitelijke vragen over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag als bijlage aan uw Kamer verstrekt.

Vraag 8

Kunt u aangeven wanneer het inwerkdocument is opgesteld en wie er bij die opstelling betrokken waren? Is deze werkwijze goedgekeurd door het MT Toeslagen?

Antwoord 8

Zie hiervoor antwoord 15 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 9

Kunt u aangeven wie er buiten Toeslagen op de hoogte is geweest/gesteld van het inwerkdocument binnen de Belastingdienst? Heeft destijds bijvoorbeeld Vaktechniek kennis of bemoeienis gehad met het inwerkdocument?

Antwoord 9

Zie hiervoor antwoord 15 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 10

Werken de ambtenaren die het inwerkplan opstelden en hanteerden nog bij de Belastingdienst? Zo ja, zijn zij nog betrokken bij juridische afhandeling van geschillen (bezwaar, beroep en/of in de vaktechnische lijn)?

Antwoord 10

Ik ga niet in op de loopbaan van individuele ambtenaren.

Vraag 11

Welke conclusies zijn er intern getrokken toen in 2018 bleek dat de aangeleverde rechtbankdossiers onvolledig waren? Hoe is intern dit beleid veranderd?

Antwoord 11

Zie hiervoor antwoorden 253 en 254 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 12

Klopt het dat nog recent een schikking is getroffen met iemand waarbij het rechtbankdossier ook onvolledig was voorgelegd door de Belastingdienst? Kunt u dit nader toelichten?

Antwoord 12

Ik ben niet bekend met voorstellen tot schikking. Wel komt het voor dat de toeslagaanvrager in een laat stadium van de beroepsprocedure alsnog tegemoet wordt gekomen. In zijn algemeenheid zijn vanaf najaar 2018 waar nodig ruimhartig extra stukken aan het beroepsdossier toegevoegd, na de maatregelen die mijn ambtsvoorganger heeft getroffen. In het kader van de hersteloperatie wordt tevens ruimhartig omgegaan met stukken die niet in het dossier van de ouder terug te vinden zijn.

Vraag 13

Hoelang is er bij Toeslagen sprake geweest dat bij bezwaren contact moet worden opgenomen met degene die het primaire besluit – waartegen bezwaar wordt gemaakt – heeft genomen?

Antwoord 13

In het bezwaarproces binnen Toeslagen wordt door de bezwaarbehandelaar zelfstandig een beslissing op bezwaar genomen. Wel kan het voorkomen dat de bezwaarbehandelaar aanvullende informatie nodig heeft om uitspraak te doen en daarom contact opneemt met degene die het primaire besluit heeft genomen. Ten aanzien van de behandeling van CAF bezwaren stond in opdrachtformulieren vermeld dat de bezwaarbehandelaar verplicht contact moest opnemen met het team IST, waarbinnen de primaire behandeling had plaatsgevonden. Hoelang deze praktijk heeft bestaan, is helaas niet meer te reconstrueren. De versterking van de vaktechnische waarborgen binnen Toeslagen is mede bedoeld om deze praktijk te voorkomen.

Vraag 14

Erkent u dat het niet onafhankelijk beoordelen van een bezwaar – van diegene die het oorspronkelijke besluit nam – een inbreuk is op de rechtsbescherming? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 14

Ja. Daarom wordt ook vanaf 2018 gewerkt aan het verbeteren van de vaktechnische waarborgen binnen Toeslagen. Ik verwijs u in dit verband ook naar antwoord 183 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 15

Hoe oordeelt u over het feit dat de AUT zaken als onrechtmatig handelen (zowel bij de bezwaarbehandeling als bij de samenstelling van dossiers) door de Belastingdienst heeft verbloemd in haar adviezen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 15

Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 1 en 4.

Vraag 16

Erkent u dat het onwettig stellen van opzet grove schuld zonder zorgvuldige bewijslast en het (automatisch) laten doorlopen van (dwang-)invorderingen, ondanks gemotiveerde bezwaarschriften die hadden moeten leiden tot het verlenen van uitstel van betaling, onrechtmatig is? Zo ja, kunt u aangeven hoe dit hersteld gaat worden voor mensen die dit is overkomen?

Antwoord 16

Ja, het onterecht en ongemotiveerde opleggen van opzet grove schuld is onrechtmatig. Zoals ik u in mijn brief van 14 december jl. heb laten weten onderzoekt de ADR de verontrustende signalen rondom opzet/grove schuld en neemt daarin de bevindingen uit de steekproef, zoals in de vierde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag geschetst, ook mee. Nadat de ADR dit heeft afgerond zal ik u informeren. Alle gedupeerden bij wie onterecht OG/S is gesteld, komen in aanmerking voor de OG/S-regeling.

Vraag 17

Erkent u dat mensen bij wie toeslagen verrekend zijn met een onterechte toeslagschuld alsnog recht hebben op toeslag? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 17

Ja, indien toeslagen verrekend zijn met een onterechte toeslagschuld dient dat teruggedraaid te worden. Deze problematiek maakt onderdeel uit van de hersteloperatie die door UHT wordt uitgevoerd.

Vraag 18

Erkent u dat de AUT was ingesteld om ‘een streep’ onder de ‘toeslagenaffaire’ te zetten en zo ja, waarom is het ministerie ermee akkoord gegaan dat er geen volledige openheid van zaken werd gegeven in het advies? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 18

De AUT is ingesteld om te onderzoeken wat mogelijke manieren zouden kunnen zijn om de gedupeerde ouders recht te doen, en om te kijken of er nog andere ouders in aanmerking zouden moeten komen dan die op dat moment in beeld waren (CAF-11). Zie verder het antwoord op vraag 1 en 4.

Vraag 19

Kunt u aangeven of er inhoudelijk aan de AUT is gevraagd of gesuggereerd de groep mensen die in aanmerking zou komen voor compensatie te beperken of zo klein mogelijk te houden? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 19

Nee, er is veelvuldig op zowel politiek als ambtelijke niveau contact geweest met de AUT, uiteindelijk heeft de AUT haar eigen conclusies getrokken.

Vraag 20

Erkent u dat door het advies van de AUT als leidraad te nemen er kostbare tijd en geld is verspild, omdat de uitvoering van compensatie aan verschillende groepen van gedupeerde ouders onnodig is gebleken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 20

Nee het advies van de AUT en het rapport van de ADR in maart 2020 vormden de basis voor de compensatiemaatregelen die het kabinet heeft vastgelegd in de wet. Daarbij is op een aantal punten in overleg met uw Kamer al afgeweken. Daarna zijn op basis van voortschrijdend inzicht, uitvoering van de hersteloperatie en wensen van uw Kamer nadere regels gesteld zoals bijvoorbeeld de 750 euro-regeling naar aanleiding van de motie Alkaya/Leijten en de Catshuisregeling van 30.000 euro.

Vraag 21

Is met het besluit om iedere gedupeerde als ‘vooringenomen behandeld’ te beschouwen, na het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag(POK), het advies van de AUT geheel van tafel? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 21

Nee, het advies van de AUT en het rapport van de ADR in maart 2020 vormden de basis voor de compensatiemaatregelen die het kabinet nadien genomen heeft. Het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag laat zien dat ouders het slachtoffer zijn geweest van een collectief falen van alle staatsmachten. Dat geldt specifiek voor de ouders die zijn getroffen door het ‘alles-of-niets’ karakter van de kinderopvangtoeslag. Ouders die zijn getroffen door dit collectieve falen hebben vergelijkbare schade opgelopen als de ouders die gedupeerd zijn door vooringenomen handelen door de Belastingdienst en verdienen ook dezelfde regeling.

Vraag 22

Kunt u aangeven waarom is besloten om op 11 december 2020 documenten vrij te geven die op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) waren gevraagd over de AUT, terwijl eerder was aangegeven dat deze documenten pas begin 2021 zouden worden verstrekt? (1)

Antwoord 22

Zie hiervoor het antwoord op vraag 19 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 23

Kunt u aangeven wie het besluit uiteindelijk heeft genomen om het eerste deel van het Wob-verzoek op 11 december te verstrekken?

Antwoord 23

Zie hiervoor het antwoord op vraag 19 in de lijst van feitelijke vragen over verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 24

Klopt het dat Wob-verzoeken, wanneer zij samengesteld zijn, altijd nog een ‘formalisatie’ kennen dan wel dat een verzoek kan blijven liggen ‘in de lijn van besluitvorming’? Hoe werkt dit precies?

Antwoord 24

Nadat de documenten zijn samengesteld (o.a. het besluit, de inventarislijst en de documenten zelf) moet het voor akkoord worden voorgelegd door de medewerkers aan hun MT en de ambtelijke top. De politieke top wordt bij politieke of mediagevoelige Wob-verzoeken ook geïnformeerd. Dit is “de lijn” (hoe de stukken door de verschillende lagen van de organisatie worden geparafeerd). Ik verwijs u verder naar de antwoorden die zijn gegeven op de Kamervragen van de leden Omtzigt en Van der Molen (CDA) over de Wet openbaarheid van bestuur en het informeren van de Kamer.[4]

Vraag 25

Welke relatie heeft het vrijgeven van de documenten met het afronden van de openbare verhoren van de POK?

Antwoord 25

Geen, anders dat de mensen die voor de POK documenten verzamelden gedeeltelijk dezelfde zijn als die de Wob besluiten voorbereiden.

Vraag 26

Hoe is te verklaren dat er bij de vrijgegeven stukken ook documenten waren die gevorderd waren door de POK, maar niet verkregen?[5]

Antwoord 26

Zie hiervoor de antwoorden op vragen 24, 25, 26, 393 en 400 in de lijst van feitelijke vragen over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.

Vraag 27

Wat is de verklaring voor de timing van het vrijgeven van twee andere series documenten kort voor en tijdens de openbare verhoren van de POK? Kunt u feitelijk weergeven wanneer de documenten voor deze twee Wob-verzoeken samengesteld waren en hoe lang de formalisatie voor het vrijgeven heeft geduurd? [6][7]

Antwoord 27

Het ministerie van Financiën is voor de behandeling van Wob-verzoeken gebonden aan de wettelijke termijnen. Wob-verzoeken worden zo spoedig mogelijk behandeld, maar de Wob is een arbeidsintensief proces waardoor de behandeling van verzoeken desondanks geruime tijd in beslag kan nemen. Bij omvangrijke Wob-verzoeken, zoals de verzoeken waarnaar in deze vraag verwezen wordt, gaat het ministerie in gesprek met de verzoeker(s) om inzicht te geven over de verwachte behandeltermijn. Hierbij wordt ook besproken of het verzoek gefocust kan worden op een deelonderwerp en/of gewerkt kan worden met deelbesluiten zodat de verzoeker de gevraagde stukken sneller kan ontvangen.

Wob-besluiten worden niet voor goedkeuring aan de bewindspersonen voorgelegd. Wel worden bewindspersonen vooraf geïnformeerd over de publicatie van politiek relevante Wob-besluiten op hun beleidsterrein. Hiertoe worden ter informatie notities opgesteld die eerst de ambtelijke lijn doorlopen, alvorens deze aan de bewindspersonen worden voorgelegd. Omdat het aantal documenten in Wob-verzoeken omvangrijk is, kan het enige tijd in beslag nemen in de ambtelijke lijn om de benodigde parafen te behalen omdat de parafanten ook kennis moeten kunnen nemen van de achterliggende stukken.

De Bestuursraad van Financiën wordt maandelijks geïnformeerd over alle openstaande Wob-verzoeken. Op verzoek worden Wob-besluiten daarnaast soms mondeling toegelicht aan de bewindspersonen. Bij de genoemde Wob-verzoeken was het de ambitie van zowel de ambtelijke als de politieke leiding om de Wob-besluiten te publiceren voordat de POK met haar rapport kwam.

Vraag 28

Klopt het dat een journalist inzage heeft gekregen in documenten? [8][9] Zo ja, welke documenten en welke afspraken zijn hierover gemaakt?

Antwoord 28

Het ministerie heeft enkele feitelijke vragen van een journalist feitelijk beantwoord. Daarnaast heeft een juridisch deskundige van het ministerie naar aanleiding van het contact met de journalist een toelichting gegeven over de werkwijze van Toeslagen. Het ministerie van Financiën verstrekt geen stukken aan media, voor zover deze stukken niet reeds openbaar zijn of terstond openbaar zullen worden. Datzelfde geldt voor het geven van inzage in stukken.

Vraag 29

Kunt u verklaren hoe deze journalist het memo van mevrouw Palmen ongelakt heeft kunnen verwerken, terwijl het memo op dat moment voor de buitenwereld nog niet ongelakt bekend was? Kunt u uw antwoord toelichten?[10]

Antwoord 29

Het ministerie van Financiën verstrekt geen stukken aan media, voor zover deze stukken niet reeds openbaar zijn en terstond openbaar zullen worden. Datzelfde geldt voor het geven van inzage in stukken. Het ministerie van Financiën kan niet vaststellen of (oud-)ambtenaren op eigen gelegenheid, en daarmee buiten het zicht van het departement, contact hebben met media.

Vraag 30

Wie nam het initiatief om de journalist inzage te geven in documenten op het ministerie?

Antwoord 30

Zie hiervoor het antwoord op vragen 28 en 29.

[1] https://www.ftm.nl/artikelen/toeslagenaffaire-wob-commissie-donner

[2] Omzien in verwondering, interim-rapport, p 35

[3]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2020/12/11/eerste-deelbesluit-op-het-wob-verzoek-over-adviescommissie-uitvoering-toeslagen-aut

[4] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 1348

[5] Ongekend Onrecht, p. 101 (https://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/atoms/files/20201217_eindverslag_parlementaire_ondervragingscommissie_kinderopvangtoeslag.pdf)

[6]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2020/11/10/besluit-op-een-verzoek-om-informatie-over-de-notulen-van-het-mt-toeslagen-en-aro-documenten-over-de-periode-van-2012-2018

[7]https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2020/11/17/wob-besluit-op-het-wob-verzoek-inzake-de-notulen-van-het-mt-belastingdienst-over-de-periode-2013-2015

[8] Podcast Betrouwbare bronnen 147: https://twitter.com/JaapJansen/status/1327154011083071491

[9]https://twitter.com/jaapjansen/status/1329351639321423873?s=12

[10]https://vriendvandeshow.nl/bb/posts/kindertoeslagaffaire-jesse-frederik-antwoordt-op-enkele-aanvullende-vragen

Indiener(s)