De uitspraak van het College van Beroep voor Bedrijfsleven (CBB) die ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de afwijzing van coronasteun in het gelijk heeft gesteld

Vragen van het lid Aartsen (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de uitspraak van het College van Beroep voor Bedrijfsleven (CBB) die ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de afwijzing van coronasteun in het gelijk heeft gesteld (ingezonden 23 december 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met de drie vonnissen van het CBB waaruit blijkt dat de afwijzing van de gevraagde steun in de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) onterecht is geweest omdat ondernemers beoordeeld moeten worden op alle Standaard Bedrijfsindelingcodes (SBI) die zij hebben bij de Kamer van Koophandel en niet alleen de eerst vermelde SBI-code? Wat is uw reactie op deze uitspraak?

Vraag 2

Hoeveel vergelijkbare casussen liggen momenteel voor bij het CBB? Wanneer volgen de vonnissen van deze zaken?

Vraag 3

Hoeveel ondernemers hebben bezwaar gemaakt tegen een afwijzing van TVL-steun? Hoeveel daarvan waren op basis van een verkeerde SBI-code? Hoeveel van deze ondernemers voerden als argument aan dat zij bij een andere, niet als eerst vermelde SBI-code wel in aanmerking zouden komen voor TVL-steun? Hoeveel van deze bezwaarschriften zijn afgewezen? Hoeveel van deze bezwaarschriften zijn er toegewezen?

Vraag 4

Hoe worden bezwaren die ondernemers maken op een beslissing van afwijzing van TVL-steun behandeld? Worden deze bezwaren geautomatiseerd behandeld of vindt er een persoonlijke beoordeling plaats in de bezwaarprocedure?

Vraag 5

Bent u het eens dat het niet uit zou moeten maken in welke volgorde de SBI-codes van een ondernemer staan maar dat wanneer zij onder de juiste SBI-code ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel ze gewoon recht zouden moeten hebben op TVL? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoe gaat u uitvoering geven aan het vonnis van het CBB? Bent u van plan de afwijzingen van de noodzakelijke TVL-steun aan ondernemers door te zetten met slechts betere motivatie? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid om alsnog zo spoedig mogelijk de TVL-steun aan de bezwaar makende ondernemers over te maken?

Vraag 7

Bent u het eens dat niet alleen de ondernemers die rechtszaken zijn gestart bij het CBB recht hebben op compensatie met terugwerkende kracht maar ook ondernemers in vergelijkbare situaties waarvan het bezwaar door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is afgewezen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid om dit actief te communiceren naar ondernemers waarvan in het verleden, zo blijkt nu ten onrechte, het bezwaar is afgewezen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Welk effect heeft deze uitspraak van de rechter op de situatie van «starters» (ondernemers die voor 15 maart 2020 zijn gestart maar geen of geen substantiële omzet hebben gedraaid in de referentieperiode) die momenteel buiten de boot vallen?

Vraag 10

Hoeveel bezwaarschriften zijn er ingediend door deze genoemde groep starters bij RVO? Worden deze bezwaren geautomatiseerd behandeld of handmatig? Hoeveel daarvan zijn er afgewezen en hoeveel toegewezen?

Vraag 11

Hoeveel zaken van de genoemde groep «starters» liggen momenteel voor bij het CBB en wanneer worden de eerste vonnissen hierover verwacht?

Vraag 12

Wanneer kan de reactie op deze vonnissen van het CBB worden verwacht?

Indiener(s)