De monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM

2020Z18021

(ingezonden 6 oktober 2020)

Vragen van het lid Laan-Geselschap (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM.

  1. Bent u bekend met de Monitor Langer Thuis 2020 van het RIVM? 1)
  2. Bent u ook van mening dat de Kamer een controlerende functie heeft als het gaat om het uitgevoerde beleid van het kabinet?
  3. Bent u bekend met het feit dat de getoonde resultaten in de monitor van 2020 van een significant aantal indicatoren niet een representatief beeld tonen van de huidige situatie, omdat tussentijdse gegevens ontbreken, of de resultaten verouderd zijn? 2)
  4. Bent u het ermee eens dat het voor de Kamer heel moeilijk is om de voortgang van het programma Langer Thuis te controleren als van een significant aantal indicatoren nog niet duidelijk is wat de tussentijdse resultaten zijn?
  5. Bent u bekend met het feit dat volgens de monitor van 2020 pas in de volgende monitor (in de zomer van 2021) kan worden getoond wat de uitkomsten zijn van deze indicatoren?
  6. Bent u ook van mening dat om de controlerende taak goed te kunnen uitvoeren, zie vraag 2, de Kamer nog in 2020 tussentijdse resultaten van het programma Langer Thuis nodig heeft?
  7. Bent u bereid om nog in 2020 een tussenrapportage op te stellen met de tot dan toe bekende resultaten en uitkomsten van elke indicator? Zo ja, wanneer zou de Kamer dat dan kunnen verwachten? Zo niet, hoe zorgt u ervoor dat de Kamer haar controlerende taak op een gedegen manier kan uitvoeren, zodat zij waar nodig bij kan sturen?

1) Kamerstuk 34 104 nr. 299, Tweede monitor programma Langer Thuis, bijlage RIVM, 3 juli 2020, ‘Monitor Langer Thuis 2020’ (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/07/03/monitor-langer-thuis-2020)

2) Het gaat bijvoorbeeld om de indicatoren 5, 9, 15, 16, 21, 22, 24

Indiener(s)